ECLI:NL:RBMNE:2025:1428

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
1 april 2025
Publicatiedatum
1 april 2025
Zaaknummer
UTR 24/5793
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toetsing van maatwerkvoorschrift voor geluidsnormen bij tennispark in Montfoort

Op 1 april 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak over een maatwerkvoorschrift dat door het college van burgemeester en wethouders van Montfoort is vastgesteld. De eisers, bewoners van woningen nabij een tennispark, hebben beroep ingesteld tegen dit maatwerkvoorschrift, dat hen hogere geluidsniveaus toelaat dan de standaardwaarden. De rechtbank heeft vastgesteld dat het college het akoestisch rapport, dat aan het bestreden besluit ten grondslag ligt, terecht heeft gebruikt. Dit rapport concludeert dat de geluidsniveaus bij de woningen niet voldoen aan de geldende normen, maar dat een geluidsscherm niet noodzakelijk is, omdat de toename van 2 dB als gering wordt beschouwd. De rechtbank heeft de beroepsgronden van eisers, waaronder onjuistheden in het rapport en onvoldoende afweging van hun belangen, verworpen. De rechtbank oordeelt dat de belangen van eisers voldoende zijn meegewogen en dat het college in redelijkheid tot het maatwerkvoorschrift heeft kunnen komen. De uitspraak bevestigt dat het maatwerkvoorschrift in stand blijft en dat het beroep ongegrond is verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/5793

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 april 2025 in de zaak tussen

1.
[eiseres],
2.
[eiser],
allebei uit [plaats] , eisers
(gemachtigde: mr. H. Martens),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Montfoort, verweerder
(gemachtigde: Y.A. Martina).
Als derde-partij neemt aan de zaak deel:
[derde belanghebbende], gevestigd in [plaats] .
Partijen worden hierna aangeduid als: eisers, het college en de tennisvereniging.

Samenvatting

1.1.
Aan de [adres 1] in [plaats] ligt het tennispark van de tennisvereniging. Op het tennispark liggen acht gravelbanen. De tennisvereniging is verplicht om voor het tennispark een milieumelding te doen. [1] In dat kader is akoestisch onderzoek gedaan. De uitkomsten van dit onderzoek staan in het akoestisch rapport opgesteld door [bedrijf] van 22 december 2023 (het rapport). Uit het rapport blijkt dat de geluidsniveaus van het tennispark bij de woningen [adressen] niet voldoen aan de standaardwaarden uit het voor 1 januari 2024 geldende Activiteitenbesluit Milieubeheer (het Activiteitenbesluit) en het vanaf 1 januari 2024 het geldende Omgevingsplan gemeente Montfoort (het omgevingsplan). Alleen door het plaatsen van een geluidsscherm met een hoogte van circa 3,5 meter zou de geluidsbelasting voor deze woningen gereduceerd kunnen worden tot de geldende geluidsnorm. Dit wordt door [bedrijf] onwenselijk geacht. Daarom wordt in het rapport voorgesteld om aan de tennisvereniging een maatwerkvoorschrift op te leggen, zodat de hogere geluidsniveaus worden gelegaliseerd. Het rapport is beoordeeld door de Omgevingsdienst regio Utrecht (de OdrU). De OdrU is het eens met de uitkomsten van het rapport. Daarop heeft het college een maatwerkvoorschrift gesteld en dat vastgelegd in een besluit van 3 april 2024. Met het besluit op het bezwaar van eisers is het college bij het maatwerkvoorschrift gebleven (het bestreden besluit).
1.2.
Deze uitspraak gaat over het maatwerkvoorschrift waarmee voor de woningen aan de [adres 2] , 8 en 10 het langtijdgemiddeld geluidsniveau met 1 tot 2 dB(A) in de dag- en avondperiode wordt verruimd.
1.3.
Eisers wonen aan de [adres 2] en zijn het niet eens met het maatwerkvoorschrift. Zij voeren daartoe een aantal beroepsgronden aan. Aan de hand van deze beroepsgronden beoordeelt de rechtbank in deze uitspraak het maatwerkvoorschrift.
1.4.
De rechtbank komt in deze uitspraak tot het oordeel dat de beroepsgronden van eisers geen aanleiding geven om het maatwerkvoorschrift te vernietigen. Eisers krijgen dus geen gelijk en het beroep is dus ongegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.

Procesverloop

2. Eisers hebben beroep ingesteld tegen het bestreden besluit. Het college heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
3. De rechtbank heeft het beroep op 13 maart 2025 gelijktijdig, maar niet gevoegd, met de zaak met het zaaknummer UTR 24/5876 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eisers, de gemachtigde van eisers, de gemachtigde van het college, hij werd vergezeld door [A] (geluidsspecialist bij ODrU) en [B] (projectleider bij de gemeente Montfoort). Namens de tennisverenging zijn verschenen
[C] (voorzitter) en [D] (penningmeester).

Beoordeling door de rechtbank

Wat beoordeelt de rechtbank?
4. De rechtbank toetst het besluit van een bestuursorgaan. In deze zaak moet de rechtbank aan de hand van de beroepsgronden van eisers beoordelen of het door het college gestelde maatwerkvoorschrift in stand kan blijven. De rechtbank stelt voorop dat er niets aan de feitelijke situatie verandert, maar dat het college met het maatwerkvoorschrift de reeds bestaande situatie op het tennispark heeft willen vastleggen.
5. Naar aanleiding van wat de rechtbank met partijen op de zitting heeft besproken, kan de rechtbank zich niet aan de indruk onttrekken dat het echte geschil tussen partijen niet zo zeer ziet op de bestaande situatie, maar op de toekomstige situatie op het tennispark. De tennisvereniging heeft het voornemen om padelbanen op het tennispark aan te leggen. Inmiddels heeft het college hiervoor ook een omgevingsvergunning verleend. Eisers ervaren al geluidsoverlast van het tennispark met alleen tennisbanen en vrezen dat deze overlast met de aanleg van padelbanen verder zal toenemen. Maar daarover kan de rechtbank in
dezeprocedure die gaat over het maatwerkvoorschrift voor het balgeluid van de bestaande graveltennisbanen geen oordeel geven.
Bevat het akoestisch rapport onjuistheden?
6. Eisers voeren aan dat het rapport dat het college aan het maatwerkvoorschrift ten grondslag heeft gelegd onjuistheden bevat. Deze onjuistheden maken volgens eisers dat het college het rapport niet aan het maatwerkvoorschrift ten grondslag had mogen leggen en de rechtbank het maatwerkvoorschrift daarom zou moeten vernietigen.

De representatieve bedrijfssituatie

7. Eisers voeren aan dat in het rapport voor de representatieve bedrijfssituatie ten onrechte wordt uitgegaan van een bezettingsgraad van 80% tussen 9.00 en 23.00 uur. Volgens eisers is het aannemelijk dat in de avonduren meer wordt getennist dan overdag en vanaf 19.00 uur geldt een andere geluidsnorm. Op de zitting hebben eisers toegelicht dat hun stelling dat in de praktijk ’s avonds sprake is van een hogere bezettingsgraad dan 80% is gebaseerd op hun eigen waarneming.
8. Door het college is in het verweerschrift en op de zitting toegelicht dat een bezettingsgraad van meer dan de 80% waarvan in het rapport wordt uitgegaan buitengewoon onrealistisch en niet representatief is voor de feitelijke situatie. Zelfs als alle banen op een bepaald moment bezet zijn, zal niet op alle banen tegelijk sprake zijn van een continu tennisspel. Tijdens het spel zullen op alle banen op zijn tijd ballen worden gemist die vervolgens moeten worden opgeraapt. Ook zullen spelers rustmomenten nemen tijdens het spel en moeten spelers wisselen. Uit de informatie die door de tennisvereniging is overgelegd volgt volgens het college dat het gebruik van het tennispark meestal significant lager is, namelijk slechts 15 tot 25%. Maar omdat de bezettingsgraad meer dan twaalf keer per jaar 80% kan zijn heeft [bedrijf] volgens het college terecht bepaald dat dit de representatieve bedrijfsvoering is.
9. De rechtbank kan de toelichting van het college volgen. Wat eisers aanvoeren geeft haar onvoldoende aanknopingspunten om voor wat betreft de bezettingsraad te twijfelen aan de juistheid van de in het rapport omschreven representatieve bedrijfssituatie. Eisers hebben hun standpunten ook niet onderbouwd.
10. Verder voeren eisers aan dat in het rapport de oefenbaan voor de jeugd, die slechts 15 meter van hun woning ligt, ten onrechte niet is meegenomen.
11. Op de zitting heeft de tennisvereniging toegelicht dat de oefenbaan alleen wordt gebruikt door de jongste leden, die nog niet op een gewone tennisbaan kunnen spelen. Dit betreft kinderen in de leeftijd van 3 tot en met 7 jaar. Deze kinderen spelen met zogenaamde stageballen en andere rackets. Deze ballen en rackets maken minder geluid dan reguliere rackets en tennisballen. Kinderen mogen ’s avonds niet op het tennispark komen en dan wordt de oefenbaan dus ook niet gebruikt. Het college heeft op de zitting toegelicht dat het balgeluid heel beperkt is op zo’n oefenbaan, die circa de helft kleiner is dan een normale tennisbaan, die niet wordt verlicht en waar door zulke jonge spelers wordt getraind. Op zo’n oefenbaan is vooral overlast van stemgeluid, maar dat moet in het akoestisch onderzoek buiten beschouwing worden gelaten. [2] Daarom is een oefenbaan als deze akoestisch niet relevant en niet meegenomen in het rapport.
12. De rechtbank twijfelt er niet aan dat eisers overlast ervaren van de oefenbaan die dichtbij hun woning ligt. Maar de rechtbank moet het bestreden besluit juridisch toetsen. Zij kan de motivering van het college waarom de oefenbaan akoestisch niet relevant is en niet is meegenomen in het rapport volgen.
12. Hetzelfde geldt voor de door eisers ervaren extra geluidsoverlast van de twee tennisbanen die het dichts bij de basisschool liggen. Zoals eisers zelf op de zitting ook al hebben aangegeven, is er geen juridische grondslag op grond waarvan deze door hen ervaren geluidsoverlast meegenomen zou kunnen worden bij het akoestisch onderzoek. De rechtbank begrijpt dat dit de door eisers ervaren geluidsoverlast inkleurt, maar dit kan niet leiden tot vernietiging van het bestreden besluit.
14. Ten slotte voeren eisers over de representatieve bedrijfssituatie aan dat in het rapport ten onrechte geen rekening is gehouden met de geluidsuitstraling van het clubhuis. Het clubhuis is een oud, slecht geïsoleerd gebouw, waar soms keiharde muziek wordt gedraaid.
15. De rechtbank is met het college van oordeel dat het draaien van keiharde muziek in het clubhuis niet is toegestaan, omdat daarmee de geldende geluidsnormen worden overschreden. Deze activiteit behoort dus niet tot de representatieve bedrijfssituatie en is daarom terecht niet meegenomen in het onderzoek. Als in het clubhuis keiharde muziek wordt gedraaid zonder dat daarvoor een kennisgeving incidentele festiviteiten is gedaan, is dit een kwestie waartegen het college handhavend kan optreden.
Achtergrond geluid
16. Eisers voeren aan dat in het rapport ten onrechte staat dat naar verwachting sprake zal zijn van een hoger achtergrondgeluidsniveau. Volgens eisers had dit berekend moeten worden.
17. In het verweerschrift en op de zitting heeft het college toegelicht dat bij de beoordeling van geluidshinder rekening moet worden gehouden met het type plangebied. De rechtbank is met het college van oordeel dat hier sprake is van een gemengd gebied als bedoeld in de brochure ‘Bedrijven en Milieuzonering’ van de VNG. Naast de woningen van eisers en het tennispark liggen er ook hockeyvelden en staat er een basisschool in het gebied. Daarnaast loopt er een drukke doorgaande weg langs de buurt. In dat geval mag bij het akoestisch onderzoek het achtergrondgeluid worden meegenomen. Eisers hebben niet onderbouwd op grond waarvan de deskundige in het rapport verplicht was een berekening van het achtergrond geluid op te stellen en niet op basis van zijn deskundigheid een aanname heeft mogen doen.
Acceptatie van sport- en recreatiegeluiden
18. Ten slotte voeren eisers aan dat in het rapport niet is gemotiveerd waarop de aanname is gebaseerd dat er voor sport- en recreatiegeluiden in het algemeen een hogere acceptatie is.
19. Op de zitting heeft het college toegelicht dat hij deze aanname niet als argument voor het stellen van het maatwerkvoorschrift heeft overgenomen. Het college achtte dit argument niet relevant. Eisers hebben dit op de zitting niet weersproken en aan de rechtbank ook niet duidelijk kunnen maken wat zij verder met deze beroepsgrond zouden willen bereiken.
Tussenconclusie
20. De conclusie van het voorgaande is dat de beroepsgronden van eisers de rechtbank geen aanknopingspunten geven voor het oordeel dat het rapport onjuistheden bevat. Naar het oordeel van de rechtbank heeft het college het rapport aan het bestreden besluit ten grondslag mogen leggen.
Heeft het college de belangen van eisers voldoende meegewogen?
21. Eisers voeren aan dat met het direct terzijde schuiven van de mogelijkheid om een geluidsscherm te realiseren in plaats van een maatwerkvoorschrift te stellen het college onvoldoende rekening heeft gehouden met hun belangen. Eisers hadden graag overleg gevoerd met het college over de mogelijkheden van (onder andere) het realiseren van een geluidsscherm. Eisers wijzen er daarbij op dat bij andere tennisparken in Nederland wel geluidsschermen worden geplaatst.
22. In het bestreden besluit heeft het college met een verwijzing naar het advies van de Commissie van advies voor de bezwaarschriften gemotiveerd dat een toename van 2 dB nauwelijks waarneembaar is. In de rechtspraak wordt een toename van 1 tot 5 dB als ‘gering’ en dus aanvaardbaar geacht. Om de overschrijding van 2 dB op te lossen zou een geluidsscherm van 55 meter lang en minimaal 3,5 meter hoog geplaats moeten worden. De kosten hiervan bedragen volgens het bestreden besluit € 70.000,-. Op de zitting heeft het college toegelicht dat dit zou kunnen oplopen tot € 110.000,-. Het aanbrengen van zo’n geluidsscherm staat volgens het college niet in verhouding tot de te behalen milieuwinst van 2 dB die nauwelijks waarneembaar is. Het college verwijst ter onderbouwing van zijn standpunt naar een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 15 december 2010. [3]
23. De rechtbank kan deze motivering volgen en naar haar oordeel heeft het college in redelijkheid tot het stellen van het maatwerkvoorschrift kunnen komen. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat het college aanvullend op de zitting heeft toegelicht dat de geluidsnormen voor in de woningen niet worden overschreden. En dat een andere oplossing alleen zou zijn gelegen in het niet toestaan van tennisactiviteiten na 20.00 uur ’s avonds. Dit zou niet evenredig zijn richting de tennisvereniging, omdat de banen dan niet na dat tijdstip kunnen worden gebruikt, terwijl veel mensen juist in de avond sporten..

Conclusie en gevolgen

24. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat het maatwerkvoorschrift in stand blijft. Eisers krijgen daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgen ook geen vergoeding van hun proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.C.A. van Kuijeren, rechter, in aanwezigheid van
mr.I.C. de Zeeuw-'t Lam, griffier.
Uitgesproken in het openbaar op 1 april 2025.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Artikelen 22.197 en 22.238 van het Omgevingsplan gemeente Montfoort (het omgevingsplan).
2.Dit volgt uit artikel 22.70 van het omgevingsplan.
3.ECLI:RVS:2010:BO7331.