Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties 1 t/m 20,
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak vordert eiser betaling van een factuur voor de installatie van een douchecabine die hij voor gedaagde heeft uitgevoerd. Gedaagde betwist de betaling en stelt dat eiser zijn zorgplicht heeft geschonden door de douchecabine niet goed te installeren, wat heeft geleid tot lekkage. Gedaagde vordert in reconventie schadevergoeding en gedeeltelijke ontbinding van de overeenkomst. De kantonrechter oordeelt dat gedaagde de factuur moet betalen, omdat de werkzaamheden zijn uitgevoerd zoals overeengekomen. De vorderingen van gedaagde in reconventie worden afgewezen, omdat de lekkage niet aan de installatie van eiser kan worden toegeschreven, maar aan een fabrieksfout van de douchecabine. Eiser heeft zijn zorgplicht niet geschonden, omdat het defect niet zichtbaar was voor de installatie. De kantonrechter wijst de vordering van eiser tot betaling van de factuur toe, na aftrek van een eerder betaald bedrag door gedaagde. De proceskosten worden ook aan gedaagde opgelegd.