ECLI:NL:RBMNE:2025:1379

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
2 april 2025
Publicatiedatum
27 maart 2025
Zaaknummer
C/16/573891
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Adoptie door stiefouder van minderjarige kinderen na beëindiging relatie ouders

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 2 april 2025 een beschikking gegeven inzake de adoptie van twee minderjarige kinderen door hun stiefvader. De stiefvader, die sinds 2010 een relatie heeft met de moeder van de kinderen, heeft verzocht om de adoptie van [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De vader van de kinderen heeft zijn instemming gegeven met de adoptie, ondanks dat hij geen contact meer heeft met de kinderen sinds de beëindiging van zijn relatie met de moeder in 2009. De rechtbank heeft vastgesteld dat de kinderen al lange tijd door de stiefvader worden verzorgd en dat zij een sterke band met hem hebben opgebouwd. Tijdens de zitting hebben de kinderen verklaard dat zij de adoptie door de stiefvader wensen. De rechtbank heeft geoordeeld dat aan de wettelijke voorwaarden voor adoptie is voldaan en heeft het verzoek van de stiefvader toegewezen. Tevens is besloten dat de kinderen de geslachtsnaam van de stiefvader zullen aannemen. De beslissing is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familierecht
locatie Utrecht
zaaknummer: C/16/573891 / FO RK 24-471
Beschikking van 2 april 2025
in de zaak van:
[stiefvader],
wonende in [woonplaats] ,
hierna te noemen: de stiefvader,
advocaat mr. E.P. van der Schraaf,
tegen
[vader],
wonende in [woonplaats] , gemeente Wijdemeren,
hierna te noemen: de vader,
met als belanghebbende
[moeder],
wonende in [woonplaats] ,
hierna te noemen: de moeder.

1.De procedure

1.1.
De rechtbank heeft de volgende stukken ontvangen:
  • het verzoekschrift met bijlagen van de stiefvader, binnengekomen op 11 april 2024;
  • het F-formulier met bijlagen van de stiefvader van 30 april 2024;
  • de brief van de Raad voor de Kinderbescherming Regio Gelderland, locatie Arnhem (hierna te noemen: de Raad), van 17 oktober 2024.
1.2.
Het verzoek is behandeld tijdens de mondelinge behandeling van 5 maart 2025. Hierbij waren aanwezig:
  • de stiefvader met zijn advocaat;
  • de vader,
  • de moeder;
  • de nader te noemen [minderjarige 1] ;
  • de heer [A] , met zijn collega mevrouw [B] , namens de Raad.
1.3.
De rechtbank heeft de minderjarige [minderjarige 2] in eerste instantie uitgenodigd voor een kindgesprek. [minderjarige 2] heeft de rechtbank toen gevraagd of zij – net als [minderjarige 1] – bij de zitting aanwezig mocht zijn. Gelet daarop heeft de rechtbank aan [minderjarige 2] bijzondere toegang tot de zitting verleend.

2.Waar gaat het over?

2.1.
De moeder heeft een relatie gehad met de vader. Deze relatie is in 2009 geëindigd.
2.2.
Uit de relatie van de moeder en de vader zijn de volgende kinderen geboren:
  • [minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2006 in [geboorteplaats] ;
  • [minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] 2008 in [geboorteplaats] .
2.3.
[minderjarige 1] en [minderjarige 2] zijn door de vader erkend.
2.4.
In de beschikking van 22 mei 2018 heeft deze rechtbank bepaald dat de moeder voortaan alleen belast zou zijn met het gezag over [minderjarige 1] en [minderjarige 2] . Dit betekent dat de moeder de beslissingen over hen alleen kon nemen.
2.5.
[minderjarige 1] en [minderjarige 2] waren ten tijde van de indiening van het verzoekschrift beiden minderjarig. Op het moment van de zitting is [minderjarige 1] meerderjarig.
2.6.
De moeder en de stiefvader hebben sinds mei 2010 een relatie met elkaar. Zij zijn in september 2017 gaan samenwonen en vervolgens zijn zij op 9 oktober 2017 een geregistreerd partnerschap met elkaar aangegaan.
2.7.
De moeder en de stiefvader hebben samen een kind gekregen:
-
[minderjarige 3], geboren op [geboortedatum] 2017 in [geboorteplaats] .
2.8.
De stiefvader, de vader, de moeder en [minderjarige 1] en [minderjarige 2] hebben de Nederlandse nationaliteit.
2.9.
De stiefvader wil [minderjarige 1] en [minderjarige 2] adopteren. Hij verzoekt de rechtbank:
  • primair:de adoptie van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] door hem uit te spreken;
  • subsidiair:het ouderlijk gezag van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] te wijzigen en te beslissen dat de moeder en de stiefvader voortaan het gezag over de kinderen gezamenlijk zullen uitoefenen;
  • primair en subsidiair:de geslachtsnaam van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] te wijzigen in
    [geslachtsnaam].

3.De beoordeling

Het primaire verzoek: de adoptie
3.1.
De rechtbank zal het verzoek toewijzen en de adoptie van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] door de stiefvader uitspreken. De rechtbank zal dit hieronder toelichten.
3.2.
Het verzoek tot adoptie moet worden getoetst aan de voorwaarden die zijn opgenomen in de artikelen 1:227 en 1:228 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De rechtbank is van oordeel dat hieraan is voldaan. Uit de overgelegde stukken en de verklaringen tijdens de zitting is gebleken dat de relatie tussen de moeder en de vader in 2009 is geëindigd. [minderjarige 1] en [minderjarige 2] waren toen drie en één jaar oud. Zij hebben dan ook geen herinnering aan het samenleven met de vader in gezinsverband. Na het eindigen van de relatie is nooit sprake geweest van een bestendige omgangsregeling tussen de vader en de kinderen. Ook hadden zij geen telefonisch of schriftelijk contact met elkaar. De kinderen hebben dus al zeer lange tijd geen contact meer met de vader. [minderjarige 1] heeft onlangs contact opgenomen met de vader, maar dit is bij eenmalig contact gebleven. Hieruit volgt naar het oordeel van de rechtbank dat voldoende is gebleken dat [minderjarige 1] en [minderjarige 2] niets meer van de vader te verwachten hebben als ouder. De vader heeft tijdens de zitting verklaard dat hij het verdrietig vindt dat hij geen contact meer heeft met de kinderen. Ondanks dat wil hij de wens van de kinderen accepteren en stemt hij om die reden in met de adoptie.
3.3.
[minderjarige 1] en [minderjarige 2] hebben de stiefvader in 2010 leren kennen. De stiefvader neemt vanaf 2017 de vaderrol op zich. De rechtbank constateert dan ook dat de kinderen al jarenlang worden verzorgd en opgevoed door de moeder en de stiefvader. De kinderen zijn gehecht aan de stiefvader. Zij hebben een verklaring overgelegd waaruit blijkt dat zij geen bezwaar maken tegen de adoptie door de stiefvader. Sterker nog, de kinderen hebben tijdens de zitting verklaard dat het hun wens is om door de stiefvader geadopteerd te worden. Evenals de Raad acht ook de rechtbank het om die reden in het belang van de kinderen dat zij door de stiefvader geadopteerd kunnen worden. De rechtbank is van oordeel dat ook overigens is voldaan aan de voorwaarden die in de artikelen 1:227 en 1:228 BW voor adoptie zijn gesteld. Ook de moeder stemt in met de adoptie van de kinderen door de stiefvader.
3.4.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank het verzoek tot adoptie van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] door de stiefvader, toewijzen. Tijdens de zitting heeft de Raad benadrukt dat de kinderen, ondanks deze beslissing, de ruimte moeten voelen om contact met de vader op te kunnen nemen als zij dat willen. Hoewel de vader door de adoptie niet meer hun juridische vader is, blijft hij wel hun biologische vader. De moeder heeft tijdens de zitting verklaard dat zij het contact tussen de vader en de kinderen niet in de weg zal staan.
De geslachtsnaam
3.5.
Op grond van artikel 1:5 lid 3 BW houdt het kind na adoptie de geslachtsnaam, tenzij de adoptant en de ouder in het kader van de adoptie gezamenlijk verklaren dat het kind de geslachtsnaam van de adoptant, dan wel de geslachtsnaam van die ouder zal hebben. De stiefvader en de moeder hebben voor [minderjarige 1] en [minderjarige 2] de geslachtsnaam
[geslachtsnaam]gekozen.
3.6.
[minderjarige 1] en [minderjarige 2] zijn op het tijdstip van het ontstaan van de familierechtelijke betrekking ouder dan zestien jaar. Om die reden dienen zij zelf te verklaren of zij de geslachtsnaam van de ene of van de andere ouder wil hebben. [minderjarige 1] en [minderjarige 2] hebben verklaard dat zij de geslachtsnaam van de stiefouder, dus
[geslachtsnaam]willen hebben.
3.7.
De rechtbank zal deze naamskeuze in de beslissing opnemen.

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1.
spreekt de adoptie uit van de minderjarigen van het vrouwelijke geslacht:
  • [minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2006 in [geboorteplaats] ;
  • [minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] 2008 in [geboorteplaats] ,
door:
[stiefvader], geboren op [geboortedatum] 1985 in [geboorteplaats] ;
4.2.
stelt vast dat [minderjarige 1] en [minderjarige 2] hebben verklaard dat zij de geslachtsnaam ‘
[geslachtsnaam]’ zullen dragen na de adoptie, zodat zij zullen heten:
[minderjarige 1]en
[minderjarige 2].
Dit is de beslissing van de rechtbank, genomen door mr. A.G. van Doorn, (kinder)rechter, in samenwerking met mr. M.N. Cheuk A Lam, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 2 april 2025.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING SECRETARIS!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING RECHTER!
Tegen deze beschikking kan - voor zover er definitief is beslist - door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR STEMPELS!