Op 3 april 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een beschikking uitgesproken in een adoptiezaak. Verzoekster, wonende in de gemeente Drechterland, heeft samen met belanghebbende, eveneens wonende in de gemeente Drechterland, een relatie en woont samen. Tijdens hun relatie zijn twee minderjarigen geboren: [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. Verzoekster heeft [minderjarige 1] gebaard, terwijl [minderjarige 2] is geboren uit een donorrelatie van belanghebbende. De rechtbank heeft eerder de adoptie van [minderjarige 1] door belanghebbende goedgekeurd. Nu verzoekt verzoekster om de adoptie van [minderjarige 2]. De Raad voor de Kinderbescherming steunt dit verzoek. De rechtbank heeft vastgesteld dat aan de wettelijke voorwaarden voor adoptie is voldaan, zoals vastgelegd in de artikelen 1:227 en 1:228 van het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank oordeelt dat de adoptie in het belang van [minderjarige 2] is, aangezien zij door verzoekster en belanghebbende samen wordt verzorgd en opgevoed. De adoptie zal terugwerken tot het moment van de geboorte van [minderjarige 2]. De rechtbank heeft ook besloten dat verzoekster en belanghebbende samen het ouderlijk gezag over [minderjarige 2] zullen uitoefenen. De beschikking is openbaar uitgesproken en kan door belanghebbenden worden aangevochten bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden binnen drie maanden na de uitspraak.