ECLI:NL:RBMNE:2025:1372

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
3 april 2025
Publicatiedatum
27 maart 2025
Zaaknummer
C/16/578362 / FO RK 24-887
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Adoptie van een minderjarige door de duomoeder

Op 3 april 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een beschikking uitgesproken in een adoptiezaak. Verzoekster, wonende in de gemeente Drechterland, heeft samen met belanghebbende, eveneens wonende in de gemeente Drechterland, een relatie en woont samen. Tijdens hun relatie zijn twee minderjarigen geboren: [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. Verzoekster heeft [minderjarige 1] gebaard, terwijl [minderjarige 2] is geboren uit een donorrelatie van belanghebbende. De rechtbank heeft eerder de adoptie van [minderjarige 1] door belanghebbende goedgekeurd. Nu verzoekt verzoekster om de adoptie van [minderjarige 2]. De Raad voor de Kinderbescherming steunt dit verzoek. De rechtbank heeft vastgesteld dat aan de wettelijke voorwaarden voor adoptie is voldaan, zoals vastgelegd in de artikelen 1:227 en 1:228 van het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank oordeelt dat de adoptie in het belang van [minderjarige 2] is, aangezien zij door verzoekster en belanghebbende samen wordt verzorgd en opgevoed. De adoptie zal terugwerken tot het moment van de geboorte van [minderjarige 2]. De rechtbank heeft ook besloten dat verzoekster en belanghebbende samen het ouderlijk gezag over [minderjarige 2] zullen uitoefenen. De beschikking is openbaar uitgesproken en kan door belanghebbenden worden aangevochten bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familierecht
locatie Utrecht
zaaknummer: C/16/578362 / FO RK 24-887
adoptie
Beschikking van 3 april 2025
in de zaak van:
[verzoekster],
wonende in [woonplaats] , gemeente Drechterland,
hierna te noemen: verzoekster,
advocaat mr. K.S.M. Smienk,
met als belanghebbende
[belanghebbende],
wonende in [woonplaats] , gemeente Drechterland,
hierna te noemen: [belanghebbende] .

1.De procedure

1.1.
De rechtbank heeft de volgende stukken ontvangen:
  • het verzoekschrift, met bijlagen, ingediend op 12 juli 2024;
  • het F-formulier van 4 januari 2025 van verzoekster, met bijlage;
  • het rapport van 20 februari 2025 van de Raad voor de Kinderbescherming.
1.2.
Verzoekster en [belanghebbende] willen geen verwijzing naar de bevoegde rechtbank.

2.Waar de procedure over gaat

2.1.
Verzoekster en [belanghebbende] hebben een relatie met elkaar en wonen samen.
2.2.
Tijdens deze relatie zijn geboren:
[minderjarige 1], geboren op [geboortedatum 1] 2023 in [geboorteplaats] ,
[minderjarige 2], geboren op [geboortedatum 2] 2024 in [geboorteplaats] .
2.3.
Verzoekster is bevallen van [minderjarige 1] . Bij beschikking van 21 juli 2023 van de Rechtbank Amsterdam is de adoptie van [minderjarige 1] door [belanghebbende] uitgesproken.
2.4.
[belanghebbende] is bevallen van [minderjarige 2] . De zwangerschap is tot stand gekomen met medewerking van
[A]als donor.
2.5.
Verzoekster en [belanghebbende] hebben samen het ouderlijk gezag over [minderjarige 1] . Dit betekent dat zij samen de belangrijke beslissingen over [minderjarige 1] mogen nemen.
[belanghebbende] heeft het ouderlijk gezag over [minderjarige 2] . Dit betekent dat zij de belangrijke beslissingen over [minderjarige 2] mag nemen.
2.6.
Verzoekster wil [minderjarige 2] adopteren. [belanghebbende] staat achter dit verzoek.
2.7.
De Raad voor de Kinderbescherming staat ook achter het verzoek.

3.De beoordeling

Adoptie
3.1.
De rechtbank zal het verzoek toewijzen en de adoptie van [minderjarige 2] door verzoekster uitspreken. Hierna legt de rechtbank uit waarom zij deze beslissing neemt.
3.2.
Het verzoek tot adoptie moet worden getoetst aan de voorwaarden die zijn opgenomen in de artikelen 1:227 en 1:228 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De rechtbank is van oordeel dat hieraan is voldaan.
3.3.
Volgens de rechtbank is de adoptie in het belang van [minderjarige 2] , want zij wordt door verzoekster en [belanghebbende] samen verzorgd en opgevoed. Vaststaat dat de donor geen ouderrol zal vervullen voor [minderjarige 2] .
Ook heeft verzoekster de vereiste verklaringen overgelegd, te weten:
  • de verklaring van 21 juni 2024 van de donor, waaruit blijkt dat hij instemt met de adoptie;
  • de verklaring van 21 juni 2024 van [belanghebbende] , waaruit blijkt dat zij instemt met de adoptie.
Ingangsdatum
3.4.
De adoptie werkt terug tot het tijdstip van de geboorte van [minderjarige 2] , omdat de adoptie voor de geboorte van [minderjarige 2] is verzocht. [1]
Geslachtsnaam
3.5.
Verzoekster en [belanghebbende] hebben voor [minderjarige 2] de geslachtsnaam
[naamskeuze]gekozen. De rechtbank zal deze naamskeuze in de beslissing opnemen. [2]
Gezag
3.6.
Verzoekster en [belanghebbende] zullen na de adoptie samen het ouderlijk gezag over [minderjarige 2] uitoefenen. [3] Zij hebben verzocht om hen ook samen te belasten met het ouderlijk gezag over [minderjarige 2] voor de periode tot aan het in kracht van gewijsde gaan van deze beschikking.
3.7.
De rechtbank vindt het in het belang van [minderjarige 2] dat verzoekster, die vanaf de geboorte van [minderjarige 2] samen met [belanghebbende] de verzorging en opvoeding van [minderjarige 2] voor haar rekening neemt, ook zeggenschap over [minderjarige 2] heeft. De juridische situatie wordt hiermee in overeenstemming gebracht met de in de praktijk bestaande situatie, waarbij [belanghebbende] alle beslissingen over [minderjarige 2] samen met verzoekster neemt.
De rechtbank zal verzoekster daarom op grond van artikel 1:253t BW nu al samen met [belanghebbende] met het gezag over [minderjarige 2] belasten.

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1.
spreekt uit de adoptie van de minderjarige van het vrouwelijke geslacht:
[minderjarige 2], geboren op [geboortedatum 2] 2024 in [geboorteplaats] ,
door:
[verzoekster], geboren op [geboortedatum 3] 1996 in [geboorteplaats] ;
4.2.
bepaalt dat de adoptie terugwerkt tot het tijdstip van de geboorte van [minderjarige 2] ;
4.3.
stelt vast dat verzoekster en [belanghebbende] hebben verklaard dat [minderjarige 2] de geslachtsnaam
[naamskeuze]zal dragen na de adoptie, zodat zij zal heten:
[minderjarige 2];
4.4.
belast verzoekster en [belanghebbende] samen met het gezag over [minderjarige 2] ;
4.5.
verklaart deze beschikking onder 4.4. uitvoerbaar bij voorraad.
Dit is de beslissing van de rechtbank, genomen door mr. M.C. Oostendorp, (kinder)rechter, in samenwerking met mr. A. Verouden, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 3 april 2025.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING SECRETARIS!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING RECHTER!
Tegen deze beschikking kan - voor zover er definitief is beslist - door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR STEMPELS!

Voetnoten

1.Artikel 1:230 lid 2 BW
2.Artikel 1:5 lid 3 BW
3.Artikel 1:229 lid 4 BW