ECLI:NL:RBMNE:2025:1359
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van ongeldig verklaard rijbewijs door CBR
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 24 februari 2025, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn verzoek om herziening van de ongeldigverklaring van zijn rijbewijs door het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) beoordeeld. Eiser had op 29 januari 2020 zijn rijbewijs ongeldig verklaard gekregen en verzocht op 11 januari 2024 om herziening van dit besluit. Het CBR wees dit verzoek af op 27 februari 2024 en bleef bij deze afwijzing na het indienen van bezwaar door eiser op 8 mei 2024.
De rechtbank oordeelt dat het beroep ongegrond is, omdat eiser niet heeft aangetoond dat er nieuwe feiten of veranderde omstandigheden zijn die een herziening van het besluit rechtvaardigen. Eiser had de mogelijkheid om bezwaar te maken tegen de ongeldigverklaring van zijn rijbewijs, maar heeft hiervan geen gebruik gemaakt. De rechtbank concludeert dat de afwijzing van het herzieningsverzoek door het CBR niet evident onredelijk is en dat de beroepsgronden van eiser onvoldoende concreet zijn om tot een ander oordeel te komen.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst erop dat eiser geen recht heeft op terugbetaling van griffierecht of vergoeding van proceskosten. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.