Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiseres sub 1] V.O.F.,
[eiseres sub 2] ,
[eiseres sub 3],
1.GEMEENTE HOUTEN,
GEMEENTE IJSSELSTEIN,
3.
GEMEENTE LOPIK,
GEMEENTE NIEUWEGEIN,
te Nieuwegein,
hierna: Gemeente Nieuwegein,
GEMEENTE VIJFHEERENLANDEN,
1.De procedure
- de dagvaarding,
- de producties 1 tot en met 16 van [eiseres sub 1] e.a.,
- de conclusie van antwoord van de gemeenten,
- de pleitnota van [eiseres sub 1] .
2.Waarover gaat het kort geding?De gemeenten hebben samen een inkoopprocedure georganiseerd voor de inkoop van huishoudelijke ondersteuning op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). [eiseres sub 1] heeft ingeschreven op deze inkoopprocedure. Nadat de opdracht voorlopig aan [eiseres sub 1] was gegund, hebben de gemeenten aan [eiseres sub 1] laten weten dat zij definitief niet tot gunning van de opdracht aan [eiseres sub 1] zullen overgaan, omdat [eiseres sub 1] niet op tijd alle bewijsstukken heeft overgelegd en daardoor niet heeft aangetoond dat er geen uitsluitingsgronden van toepassing zijn zoals [eiseres sub 1] heeft verklaard in het door haar bij de inschrijving ingediende Uniform Europees Aanbestedingsdocument (hierna: UEA). In dit kort geding gaat het om de beantwoording van de vraag of de gemeenten terecht tot deze beslissing hebben kunnen komen. Geoordeeld wordt dat dat niet zo is.3. De achtergrond van het geschil3.1. Hierna wordt eerst ingegaan op de achtergrond van het geschil.
a. De inkoopprocedure is verdeeld in vier percelen [2] . Elk perceel is verdeeld in vijf kavels, waarbij elke Gemeente (in beginsel) één kavel vertegenwoordigt [3] .
b. Het doel van deze inkoopprocedure is het sluiten van een raamovereenkomst. Partijen met wie een raamovereenkomst is gesloten, kunnen in aanmerking komen voor een nadere opdracht tot het daadwerkelijk verlenen van de huishoudelijke ondersteuning onder de in de raamovereenkomst genoemde voorwaarden.
c. De raamovereenkomst wordt gesloten met ingang van 1 januari 2025 voor de duur van drie jaar met de mogelijkheid om driemaal met maximaal twee jaar te kunnen verlengen. [4] d. Voor de percelen 1 en 4 is het aantal te contracteren opdrachtnemers per kavel onbeperkt. Voor de percelen 2 en 3 wensen de gemeenten één opdrachtnemer per kavel te contracteren. [5] e. Bij de inschrijving moet worden gevoegd een ingevuld en rechtsgeldig ondertekend Uniform Europees Aanbestedingsdocument (hierna: UEA). In het UEA moet onder andere worden verklaard dat er geen uitsluitingsgronden van toepassing zijn.
Inschrijving van [eiseres sub 1]3.3. [eiseres sub 1] heeft ingeschreven op drie kavels van perceel 1.
Brief van 13 september 2024 [6] : voorlopige gunningsbeslissing waarbij termijn wordt gegeven voor het verstrekken van bewijsstukken3.4. In een brief van 13 september 2024 is de raamovereenkomst voor deze kavels voorlopig aan [eiseres sub 1] gegund (hierna: de voorlopige gunningsbeslissing). Daarbij is onder meer als voorbehoud gemaakt dat de bewijsstukken die [eiseres sub 1] moet verstrekken overeenkomen met hetgeen [eiseres sub 1] in haar inschrijving heeft verklaard. In deze voorlopige gunningsbeslissing is een termijn van 10 kalenderdagen gegeven om deze bewijsstukken te verstrekken. Eén van die bewijsstukken is de Verklaring Betalingsgedrag nakoming fiscale verplichtingen van de Belastingdienst (hierna te noemen: de Verklaring Betalingsgedrag).
Brief van 9 oktober 2024 [7] : verlengde termijn voor het verstrekken van twee ontbrekende bewijsstukken, waaronder de Verklaring Betalingsgedrag3.5. In een brief van 9 oktober 2024 hebben de gemeenten aan [eiseres sub 1] bericht dat zij de voorlopige gunning nog niet definitief kunnen maken, omdat nog twee bewijsstukken moeten worden verstrekt, waaronder de Verklaring Betalingsgedrag. In deze brief hebben de gemeenten [eiseres sub 1] tot uiterlijk 31 oktober 2024 gegeven om deze twee bewijsstukken alsnog te verstrekken. Daarbij hebben de gemeenten het volgende opgemerkt: Graag ontvangen wij deze bewijsstukken uiterlijk op 31 oktober 2024. Als u hier niet aan voldoet, dan kan niet meer definitief aan u worden gegund. Wij moeten dan gaan concluderen dat u niet voldeed aan de gestelde geschiktheidseisen op het moment dat u uw inschrijving indiende en dat daarom een definitieve gunning niet mogelijk is. Voor uw organisatie zou dat betekenen dat u per 1 januari 2025 geen contract meer heeft met de regio Lekstroom en dat u uw cliënten moet gaan overdragen.
- de indieningstermijn voor de Verklaring Betalingsgedrag niet verder te verlengen,
-de raamovereenkomst niet definitief aan [eiseres sub 1] te gunnen, aangezien [eiseres sub 1] niet heeft kunnen aantonen dat er geen uitsluitingsgronden op haar van toepassing zijn zoals [eiseres sub 1] heeft verklaard in het UEA.
a. de terzijdelegging van de inschrijving van [eiseres sub 1] in te trekken,
b. de inschrijving van [eiseres sub 1] (opnieuw) te beoordelen en daarbij de Verklaring Betalingsgedrag van 4 november 2024 te betrekken,
c. een raamovereenkomst met [eiseres sub 1] te sluiten, althans een nieuwe voorlopige gunningsbeslissing te nemen.
4. De beoordelingHet oordeel4.1. Vast staat dat [eiseres sub 1] niet binnen de door de gemeenten in hun brief van9 oktober 2024 gestelde (verlengde) termijn de Verklaring Betalingsgedrag heeft overgelegd. De gemeenten zijn niet verplicht om te concluderen dat [eiseres sub 1] daardoor niet heeft aangetoond dat zij aan alle uitsluitingsgronden voldoet, waardoor de opdracht niet definitief aan [eiseres sub 1] kan worden gegund. Die verplichting volgt niet uit:- het Inkoopdocument,- de fundamentele aanbestedingsrechtelijke beginselen (het gelijkheids-, transparantie-, en non discriminatiebeginsel). Deze beginselen missen in dit geval toepassing, omdat geen sprake is van een aanbestedingsprocedure, maar en open house procedure en de inschrijvers er niet op bedacht hoefde te zijn dat de aanbestedingsbeginselen op deze open house procedure van toepassing zijn.Het voorgaande betekent niet dat de gemeenten geen sanctie mogen opleggen voor het overschrijden van de termijn voor het verstrekken van bewijsstukken. Dat mogen ze wel. De gemeenten moeten daarbij wel de maatstaven van redelijkheid en billijkheid en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur in acht nemen. De maatstaven van redelijkheid en billijkheid, het zorgvuldigheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel brengen in dit geval met zich mee dat het de gemeenten niet is toegestaan om aan de overschrijding van de termijn zoals genoemd in hun brief van 9 oktober 2024 de sanctie te verbinden dat niet is aangetoond dat aan alle uitsluitingsgronden is voldaan. Dat is in de gegeven omstandigheden een te ingrijpende en onevenredige sanctie.
De vorderingen van [eiseres sub 1] worden daarom op de in de beslissing te noemen manier toegewezen. Hierna wordt een nadere motivering gegeven voor deze beslissing.
Geen verplichting van de gemeenten om de inschrijving van [eiseres sub 1] aan de kant te leggen wegens het niet binnen de gestelde (verlengde) termijn verstrekken van alle bewijsstukken4.2.De gemeenten zijn anders dan zij aanvoeren niet verplicht om de inschrijving van [eiseres sub 1] aan de kant te leggen, omdat [eiseres sub 1] niet uiterlijk op 31 oktober 2024 de Verklaring Betalingsgedrag heeft verstrekt.
- de inschrijving volledig en conform de in het inkoopdocument gestelde voorschriften is opgesteld (hoofdstuk 3 van het Inkoopdocument), en
- de inschrijver voldoet aan de uitsluitingsgronden en geschiktheidseisen zoals genoemd in hoofdstuk 4 van het Inkoopdocument. [10]
Bewijsstukken
2. Verklaring betalingsgedrag nakoming fiscale verplichtingen van de belastingdienst.
1) Voor de percelen 1 en 4 stelt Opdrachtgever het Tarief van tevoren vast en is het aantal te contracteren Opdrachtnemers per kavel onbeperkt. Omdat het aantal te contracteren Opdrachtnemers voor deze percelen en kavels onbeperkt is, is hoofdstuk 5 van dit Inkoopdocument niet van toepassing op deze percelen. Zie ter oriëntatie op de percelen en kavels de paragrafen van 1.1.5 en 1.1.6 van dit Inkoopdocument. Zie voor meer informatie over het Tarief paragraaf 2.1.2.
2) Voor de percelen 2 en 3 vraagt Opdrachtgever de Prijzen uit in concurrentie en wordt gegund aan één Inschrijver per kavel op basis van EMVI (Economisch Meest Voordelige Inschrijving). Deze wijze van selectie en gunning op basis van EMVI is uitgewerkt in hoofdstuk 5 van dit Inkoopdocument.
- het aantal te contracteren opdrachtnemers onbeperkt is,
- het tarief voor perceel 1 van tevoren door de Opdrachtgever wordt vastgesteld, en
- geen gunningscriterium (Economisch Meest Voordelige Inschrijving) geldt.
De gemeenten worden niet gevolgd in hun stelling dat toch sprake is van concurrentie, omdat het uitmaakt of het totaal te vergeven werk gedeeld moet worden door het aantal van x inschrijvers of door het aantal van x + 1 inschrijver. Het gaat er om of er geconcurreerd wordt bij het verkrijgen van de raamovereenkomst, want daar ziet de inkoopprocedure op. En dat is niet geval. In het geval van perceel 1 krijgen alle inschrijvers een raamovereenkomst, als zij maar voldoen aan de uitsluitingsgronden en geschiktheidseisen.
Dat is, zoals [eiseres sub 1] aanvoert, kenmerkend voor een open house procedure waar geen concurrentie tussen de inschrijvers plaatsvindt. De inschrijvers hoefden er, anders dan de gemeenten aanvoeren, ook niet op bedacht te zijn dat de aanbestedingsbeginselen op deze open house procedure van toepassing zouden zijn; die aanbestedingsbeginselen worden ingevuld door de concurrentiegedachte, en van die concurrentie is juist geen sprake in een open house procedure.
Bij het opleggen van de sanctie moeten de gemeenten wel de maatstaven van redelijkheid en billijkheid die de precontractuele fase beheersen, en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur in acht nemen.
1. De Verklaring Betalingsgedrag bevestigt dat [eiseres sub 1] in het UEA juist verklaarde dat de uitsluitingsgrond inzake het betalen van de belastingen en de sociale zekerheidspremies niet op haar van toepassing is,
3. Er zijn geen concurrenten die worden benadeeld als de Verklaring Betalingsgedrag in behandeling wordt genomen,
5. Er is geen mogelijkheid voor (tussentijdse) instroom van nieuwe opdrachtnemers tijdens de contractperiode [11] . De raamovereenkomst voor perceel 1 wordt aangegaan voor een duur van 3 jaar met de mogelijkheid van verlenging met 3 keer 2 jaar. De maximale duur is dus 9 jaar. [eiseres sub 1] zou daardoor dus mogelijk 9 jaar lang geen wmo-zorg kunnen verlenen in de gemeenten, waardoor haar bedrijfsvoering (mede) gelet op het feit dat zij alleen actief is in de gemeenten, in gevaar komt en een faillissement dreigt,
6. De gemeenten hebben niet gemotiveerd onderbouwd dat, zoals zij aanvoeren, hun interne planning het onmogelijk maakte na 31 oktober 2024 nog extra tijd aan [eiseres sub 1] te gunnen voor het verstrekken van de Verklaring Betalingsgedrag. Integendeel, niet valt in te zien dat er onvoldoende tijd was om de raamovereenkomst vóór 1 januari 2025 te sluiten. De raamovereenkomst lag in concept al klaar. Het enige dat er nog moest gebeuren was om aan de hand van de bewijsstukken te controleren of er aan de uitsluitingsgronden was voldaan of niet. Daarvoor moet op 5 november 2024 toen [eiseres sub 1] het laatste bewijsstuk indiende (de Verklaring Betalingsgedrag) nog voldoende tijd zijn geweest.
Het door [eiseres sub 1] gevorderde gebod tot:
- intrekking van de terzijdelegging van haar inschrijving en schriftelijke bevestiging daarvan aan [eiseres sub 1] binnen (vordering 1 onder het kopje mitsdien),
- beoordeling van de inschrijving van [eiseres sub 1] met inachtneming van de Verklaring Betalingsgedrag (vordering 2 onder het kopje mitsdien),
worden daarom toegewezen.
De andere vorderingen (vorderingen 3 en 4 onder het kopje mitsdien) worden afgewezen.
Er kan in dit stadium niet worden geoordeeld of de gemeenten de raamovereenkomst definitief aan [eiseres sub 1] moet gunnen. Dat is iets wat de gemeenten zullen moeten beoordelen. Verder valt niet in te zien waarom er een nieuwe voorlopige gunningsbeslissing moet worden genomen. De huidige voorlopige gunningsbeslissing is immers nog van kracht.
- nakosten €
178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing
De over deze proceskosten gevorderde wettelijke rente wordt op de in de beslissing te noemen manier toegewezen.
5.De beslissing
5 november 2025 aan de gemeenten is gemaild,
a. de proceskosten van € 2.115,39, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als de gemeenten niet tijdig aan de veroordelingen (waaronder deze proceskostenveroordeling) voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,