Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Lelystad
1.De stukken
- het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 2 juni 2008 waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege vanwege moord;
- stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling is ingegaan op 5 januari 2011;
- de beslissing van deze rechtbank van 23 december 2022, waarbij de termijn van terbeschikkingstelling voor het laatst is verlengd met twee jaar;
- de vordering van de officier van justitie van 14 november 2024, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar;
- het verlengingsadvies van [instelling] ( [instelling] ) van 18 oktober 2024, opgemaakt door [A] (plv. hoofd van de instelling, directeur patiëntenzorg en psychiater) en [B] (behandelcoördinator/GZ-psycholoog), inhoudend het advies om de terbeschikkingstelling met verpleging te verlengen met twee jaar;
- het Pro Justitia-rapport van 17 september 2024, opgemaakt door L.H.W.M. Kaiser, psychiater;
- het Pro Justitia-rapport van 3 oktober 2024, opgemaakt door R.J.A. van Helvoirt, GZ-psycholoog;
- de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene, over de periode 7 september 2022 tot en met 18 juni 2024.
2.Het onderzoek ter terechtzitting
3.Het standpunt van de inrichting
Op 7 maart 2025 is een machtiging verkregen dat betrokkene na minimaal vijf keer dubbel begeleid verlof - en indien deze goed verlopen - met enkel begeleid verlof kan. Eerder was er nog geen machtiging verkregen voor enkel begeleid verlof. Er is ook geen garantie dat na de vijf dubbel begeleide verloven wordt overgegaan op enkel begeleid verlof. Dat hangt ervan af of het verlof goed verloopt. Er is geen maximum aan de dubbel begeleide verloven. En dat is ook nooit zo tegen betrokkene verteld. Betrokkene heeft aangegeven dat hij vindt dat hij na de eerdere verloven toe is aan enkel begeleid verlof en dat hij niet van plan is nog vijf keer op dubbel begeleid verlof te gaan.
4.Het standpunt van de niet aan de inrichting verbonden deskundigen
5.Het standpunt van de officier van justitie
6.Het standpunt van de verdediging
Subsidiair heeft de raadsman verzocht om de verpleging van overheidswege voorwaardelijke te beëindigen en meer subsidiair om de tbs-maatregel met één jaar te verlengen om toe te werken naar een voorwaardelijke beëindiging.
Betrokkene ervaart de rapporten die over hem worden opgemaakt als negatief en als knip-en-plakwerk, waarbij onvoldoende wordt gekeken naar de zaken die goed gaan.
7.Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt op basis van het verlengingsadvies en de door de deskundige ter zitting gegeven toelichting en de rapportages vast dat niet te verwachten is dat binnen een jaar gronden aanwezig kunnen zijn die een (voorwaardelijke) beëindiging van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege rechtvaardigen en een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar zou bij betrokkene de verwachting kunnen wekken dat dit wel het geval zou zijn.
8.De beslissing
[betrokkene]met twee jaar.