ECLI:NL:RBMNE:2025:1319

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
24 maart 2025
Publicatiedatum
25 maart 2025
Zaaknummer
07.620193.06 (vordering verlenging tbs met dwangverpleging)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met dwangverpleging na afwijzing van beëindiging verzoeken

Op 24 maart 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak van de ter beschikking gestelde [betrokkene], geboren in 1972, die momenteel verblijft in [instelling]. De rechtbank heeft de verzoeken tot beëindiging van de tbs-maatregel en de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege afgewezen. Dit besluit is genomen op basis van de aanwezige stoornissen, het hoge recidivegevaar en het gebrek aan externe beschermende factoren. De tbs-maatregel wordt met twee jaar verlengd.

De rechtbank heeft de relevante stukken in het dossier bestudeerd, waaronder eerdere uitspraken en rapportages van deskundigen. De betrokkene heeft een verstandelijke beperking en een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met narcistische en antisociale trekken. De deskundigen hebben geadviseerd om de tbs-maatregel te verlengen, gezien het hoge risico op recidive bij beëindiging van de maatregel. De rechtbank heeft de adviezen van de deskundigen overgenomen en geconcludeerd dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen een verlenging van de terbeschikkingstelling vereisen.

De rechtbank heeft ook het standpunt van de officier van justitie en de verdediging gehoord. De officier heeft de vordering tot verlenging van de tbs-maatregel gehandhaafd, terwijl de verdediging verzocht heeft om de vordering af te wijzen. De rechtbank heeft echter geen aanleiding gezien om aan de adviezen van de deskundigen te twijfelen en heeft de verzoeken van de verdediging afgewezen. De rechtbank heeft de beslissing openbaar uitgesproken en benadrukt dat de verlenging van de tbs-maatregel noodzakelijk is voor de veiligheid van de samenleving.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 07.620193.06 (vordering verlenging tbs met dwangverpleging)
Beslissing op grond van artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering van de meervoudige kamer voor strafzaken van 24 maart 2025
in de zaak van de officier van justitie tegen de ter beschikking gestelde:
[betrokkene] ,
geboren op [1972] te [geboorteplaats] ,
thans verblijvende in [instelling] ,
hierna te noemen: betrokkene.

1.De stukken

De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
  • het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 2 juni 2008 waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege vanwege moord;
  • stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling is ingegaan op 5 januari 2011;
  • de beslissing van deze rechtbank van 23 december 2022, waarbij de termijn van terbeschikkingstelling voor het laatst is verlengd met twee jaar;
  • de vordering van de officier van justitie van 14 november 2024, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar;
  • het verlengingsadvies van [instelling] ( [instelling] ) van 18 oktober 2024, opgemaakt door [A] (plv. hoofd van de instelling, directeur patiëntenzorg en psychiater) en [B] (behandelcoördinator/GZ-psycholoog), inhoudend het advies om de terbeschikkingstelling met verpleging te verlengen met twee jaar;
  • het Pro Justitia-rapport van 17 september 2024, opgemaakt door L.H.W.M. Kaiser, psychiater;
  • het Pro Justitia-rapport van 3 oktober 2024, opgemaakt door R.J.A. van Helvoirt, GZ-psycholoog;
  • de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene, over de periode 7 september 2022 tot en met 18 juni 2024.

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De behandeling van de zaak heeft op 10 maart 2025 ter terechtzitting plaatsgevonden. Daarbij zijn gehoord:
- de officier van justitie, mr. S. Mirshahi;
- de betrokkene, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.F. van der Brugge, advocaat te Amsterdam;
- de aan de kliniek verbonden deskundige, [B] .
De deskundige is via digitale verbinding gehoord.

3.Het standpunt van de inrichting

Het standpunt van de inrichting blijkt uit het onder 1 genoemde rapport.
Betrokkene is een verstandelijk beperkte man met een laag sociaal-emotionele ontwikkeling en een ander gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met narcistische en antisociale trekken. Ook is er sprake van verslavingsproblematiek in remissie in de huidige setting. Sinds februari 2019 verblijft betrokkene binnen de [instelling] . In 2021 is het Centrum voor Consultatie en Expertise (hierna CCE) betrokken en in mei 2023 heeft er een zorgconferentie plaatsgevonden. In 2023 is begeleid verlof aangevraagd. Betrokkene heeft 5 beveiligde en 5 dubbel begeleide verloven gehad.
Betrokkene voelt zich snel tekort gedaan en achtergesteld. Hij heeft zeer veel waardering nodig voor wie hij is en waar hij goed in is. Het vraagt van zijn omgeving veel geduld, flexibiliteit, acceptatie en investering om een samenwerking met betrokkene te behouden.
De [instelling] is de best passende plek voor betrokkene. Betrokkene is er echter van overtuigd dat hij buiten de tbs stabiel kan functioneren. Hierdoor is er een voortdurend spanningsveld tussen betrokkene en het behandelteam. Het toewerken naar een verblijf binnen een minder hoog beveiligde setting waar betrokkene iets meer autonomie kan ervaren, wordt het hoogst haalbaar geacht op de lange termijn. Hij zal langdurig afhankelijk zijn van een stabiele, gestructureerde en voorspelbare omgeving waarbij een goede balans tussen ervaren autonomie en externe begeleiding en begrenzing noodzakelijk is.
Bij beëindiging van de tbs-maatregel wordt het recidiverisico hoog ingeschat.
De inrichting heeft geadviseerd om de tbs-maatregel met twee jaar te verlengen.
De deskundige voornoemd heeft ter zitting het advies van de inrichting toegelicht.
Op 7 maart 2025 is een machtiging verkregen dat betrokkene na minimaal vijf keer dubbel begeleid verlof - en indien deze goed verlopen - met enkel begeleid verlof kan. Eerder was er nog geen machtiging verkregen voor enkel begeleid verlof. Er is ook geen garantie dat na de vijf dubbel begeleide verloven wordt overgegaan op enkel begeleid verlof. Dat hangt ervan af of het verlof goed verloopt. Er is geen maximum aan de dubbel begeleide verloven. En dat is ook nooit zo tegen betrokkene verteld. Betrokkene heeft aangegeven dat hij vindt dat hij na de eerdere verloven toe is aan enkel begeleid verlof en dat hij niet van plan is nog vijf keer op dubbel begeleid verlof te gaan.
Betrokkene zit voor nu op de voor hem beste plek. Voor de toekomst wordt wel gekeken of plaatsing in een SGLVB voorziening mogelijk is, maar dat komt pas in zicht als het enkel begeleid verlof vlekkeloos verloopt.

4.Het standpunt van de niet aan de inrichting verbonden deskundigen

De psychiater heeft gebrekkig kunnen rapporteren omdat betrokkene na een eerste gesprek niet meer met de deskundige in gesprek wilde. De deskundige heeft op basis van het eerste gesprek en de overige beschikbare gegevens geconcludeerd dat bij betrokkene sprake is van een lichte verstandelijke beperking en een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met narcistische en antisociale persoonlijkheidsstrekken.
De (waarschijnlijke) kans op recidive bij beëindiging van de tbs-maatregel wordt op hoog tot zeer hoog geschat. Mogelijk kan toegewerkt worden naar plaatsing in een SGLVB voorziening. Voor nu is dat nog te complex en levert dat een te groot gevaar op.
Het traject van betrokkene richt zich nu op uitbreiding van het begeleid verlof. Er is binnen twee jaar niet te verwachten dat hij dan toe is aan een voorwaardelijke beëindiging of proefverlof. De deskundige heeft daarom geadviseerd om de tbs-maatregel met twee jaar te verlengen.
De psycholoog heeft geconcludeerd dat bij betrokkene sprake is van een verstandelijke ontwikkelingsstoornis en een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met antisociale trekken. De deskundige plaatst de narcistische trekken binnen de verstandelijke beperking. Ook classificeert de deskundige geen stoornissen in het gebruik van middelen, omdat hij niet meer aan die criteria voldoet. Bij beëindiging van de tbs-maatregel wordt het recidiverisico hoog geschat. Betrokkene is niet primair een agressief ingestelde man. Maar bij ervaren onduidelijkheid, of teveel aan stress kan hij komen tot verbaal en fysiek agressief gedrag. De deskundige heeft geadviseerd om de tbs-maatregel te verlengen met twee jaar.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft naar aanleiding van het verhandelde ter zitting haar vordering strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege met twee jaar gehandhaafd.

6.Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft primair verzocht de vordering van de officier van justitie af te wijzen, omdat het recidiverisico niet reëel is. Dat betrokkene soms verbaal dreigend is, heeft te maken met de setting waarin hij zich bevindt.
Subsidiair heeft de raadsman verzocht om de verpleging van overheidswege voorwaardelijke te beëindigen en meer subsidiair om de tbs-maatregel met één jaar te verlengen om toe te werken naar een voorwaardelijke beëindiging.
Betrokkene ervaart de rapporten die over hem worden opgemaakt als negatief en als knip-en-plakwerk, waarbij onvoldoende wordt gekeken naar de zaken die goed gaan.

7.Het oordeel van de rechtbank

Maximering
Betrokkene is bij arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 2 juni 2008 veroordeeld voor moord.
De rechtbank heeft in de verlengingsbeslissing van 23 december 2016 overwogen dat de opgelegde terbeschikkingstelling niet is gemaximeerd.
Stoornis en/ of gebrekkige ontwikkeling van geestvermogens
Uit het verlengingsadvies en de Pro Justitia-rapportages blijkt dat er nog steeds sprake is van een stoornis bij betrokkene, te weten een verstandelijk beperking en een ander gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met antisociale trekken. Over de narcistische trekken bij de persoonlijkheidsstoornis en de verslavingsstoornis verschillende de deskundigen van mening. Dit is daarom niet zonder meer vast te stellen.
Recidivegevaar
Het recidivegevaar wordt bij beëindiging van de maatregel als hoog ingeschat.
De rechtbank heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van het advies en de rapportages van de deskundigen te twijfelen en neemt deze over.
Verlenging
Gelet op het advies van de inrichting en de niet aan de inrichting verbonden deskundigen en hetgeen overigens ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen verlenging van de terbeschikkingstelling eist. Zij is van oordeel dat wordt voldaan aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit.
Uit het verlengingsadvies en de rapportages komt naar voren dat betrokkene zich snel gekrenkt voelt en veel waardering nodig heeft voor waar hij goed in is. Omdat betrokkene ervan overtuigd is dat hij buiten de kliniek stabiel kan functioneren, is er voortdurend spanning tussen betrokkene en het behandelteam. De verwachting is echter dat het hoogst haalbare voor betrokkene een verblijf binnen een minder hoog beveiligde setting is, waar betrokkene iets meer autonomie kan ervaren.
De komende periode zal worden toegewerkt naar enkel begeleid verlof en indien dat goed verloopt, kunnen de mogelijkheden van een plaatsing in een SGLVB worden onderzocht.
De machtiging die de mogelijkheid biedt voor enkel begeleid verlof is verkregen, maar dan zal betrokkene wel eerst nog minimaal vijf keer op dubbel begeleid verlof moeten. Betrokkene weigert dit laatste.
De rechtbank hoopt dat betrokkene toch zal meewerken aan deze dubbel begeleide verloven, zodat hij over kan gaan naar de, door hem zo gewenste, enkel begeleide verloven. De machtiging die de kliniek nu heeft, biedt daarvoor de mogelijkheid en het zou zonde zijn als die mogelijkheid door betrokkene niet zou worden benut.
De rechtbank ziet onder de huidige omstandigheden geen mogelijkheid om de tbs-maatregel te beëindigen of de verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen, gelet op de aanwezige stoornissen, het hoge recidivegevaar en het gebrek aan externe beschermende factoren. Deze verzoeken van de raadsman zullen daarom worden afgewezen.
Ook gaat de rechtbank voorbij aan het verzoek van betrokkene om de termijn van terbeschikkingstelling vooralsnog met een jaar te verlengen. Het uitgangspunt van de rechtbank is dat, wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling meer tijd in beslag zal nemen dan een jaar, de terbeschikkingstelling – behoudens bijzondere omstandigheden – verlengd dient te worden met een termijn van twee jaar.
De rechtbank stelt op basis van het verlengingsadvies en de door de deskundige ter zitting gegeven toelichting en de rapportages vast dat niet te verwachten is dat binnen een jaar gronden aanwezig kunnen zijn die een (voorwaardelijke) beëindiging van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege rechtvaardigen en een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar zou bij betrokkene de verwachting kunnen wekken dat dit wel het geval zou zijn.
De rechtbank zal daarom de maatregel met twee jaar verlengen.

8.De beslissing

De rechtbank wijst af de verzoeken tot beëindiging van de tbs-maatregel en de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege.
De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van
[betrokkene]met twee jaar.
Deze beslissing is genomen door mr. N. van Esch, voorzitter, mrs. H. den Haan en J.I.M. Kuin, rechters, in tegenwoordigheid van mrs. B.T. Feenstra en B.S. de Vries als griffiers en in het openbaar uitgesproken op 24 maart 2025.
Mrs. Van Esch en Kuin zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.