ECLI:NL:RBMNE:2025:1288

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
12 maart 2025
Publicatiedatum
25 maart 2025
Zaaknummer
16/338995-23
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervalsing van identiteitsbewijzen en oplichting van minderjarigen

In deze strafzaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 12 maart 2025 uitspraak gedaan tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het vervalsen van identiteitsbewijzen van minderjarige slachtoffers, het gebruiken van identiteitsgegevens van anderen en het oplichten van de Mediamarkt en telefoonaanbieders. De verdachte heeft via Snapchat contact gelegd met minderjarigen, hen beloofd snel geld te verdienen door een kopie van hun identiteitskaart te sturen en 1 cent over te maken. Vervolgens heeft hij de geboortedata van de minderjarigen gewijzigd met een app op zijn telefoon. Binnen vijf dagen heeft hij op naam van zeven slachtoffers meer dan 17 telefoonabonnementen afgesloten, wat hen met aanzienlijke kosten heeft opgezadeld. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. De rechtbank heeft ook bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder reclasseringstoezicht en schuldhulpverlening. De verdachte heeft de feiten bekend en heeft aangegeven de slachtoffers terug te willen betalen, maar zijn gedrag en eerdere veroordelingen voor vermogensdelicten hebben geleid tot een strenge straf.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/338995-23 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 12 maart 2025
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 2000 in [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres [adres] , [postcode] in [woonplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 26 februari 2025.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. J.P. Jansen en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. Z. Yeral, advocaat in Roosendaal, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte in de periode van 12 december 2023 t/m 18 december 2023:
Feit 1:in Utrecht en Etten-Leur samen met anderen 7 identiteitsbewijzen heeft vervalst;
Feit 2:in Utrecht en Etten-Leur samen met anderen identificerende persoonsgegevens van 7 personen heeft gebruikt door met hun vervalste identiteitsbewijzen telefoonabonnementen af te sluiten;
Feit 3:in Utrecht samen met anderen een medewerker van [winkel] en meerdere telefoonproviders heeft opgelicht door met valse identiteitsgegevens een telefoonabonnement met telefoon af te sluiten en de telefoons bij de [winkel] af te halen.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend te bewijzen zijn.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat geen sprake is van het in de ten laste gelegde feiten genoemde medeplegen: verdachte heeft alleen gehandeld.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De feiten zijn door verdachte begaan. Verdachte heeft de ten laste gelegde feiten bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de bewijsmiddelen:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting;
  • een proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] , genummerd PL2100-2023275280-2, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 166 e.v.;
  • een proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] namens [benadeelde 1] , genummerd PL0900-2023389633-2, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 68 e.v.;
  • een aanvullend proces-verbaal van verhoor van aangever [aangever 2] , genummerd PL0900-2023389633-3, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 71 e.v.;
  • een proces-verbaal van aangifte van [aangever 3] namens [benadeelde 2] , genummerd PL0900-2023389860-2, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 74 e.v.;
  • een proces-verbaal van aangifte van [aangever 4] , genummerd PL0900-2023395299-2, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 84 e.v.;
  • een proces-verbaal van aangifte van [aangever 5] namens [benadeelde 3] , genummerd PL0900-2024014872-2, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 88 e.v.;
  • Een schriftelijk bescheid, bestaande uit het aankoopbewijs voor een iPhone en telefoonabonnement op naam van [benadeelde 3] , doorgenummerde pagina 199 en 200;
  • een proces-verbaal van aangifte van [aangever 6] , genummerd PL2100-2024024056-2, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 349 e.v.;
  • een proces-verbaal van bevindingen, genummerd PL0900-2023385955-16, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 46 e.v., over het onderzoek aan de telefoon van verdachte;
  • een proces-verbaal van bevindingen, genummerd PL0900-2023389646-56, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 60 e.v., over een nader onderzoek aan de telefoon van verdachte.
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Bewijsoverwegingen
Geen sprake van medeplegen
Met de raadsman is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat verdachte de feiten in vereniging met anderen heeft gepleegd.
Op basis van het dossier kan de rechtbank enkel vaststellen dat door de medeverdachte het identiteitsbewijs van [benadeelde 2] is vervalst. Uit de bewijsmiddelen volgt dat het verdachte is geweest die:
  • het contact met de minderjarige slachtoffers heeft gehad;
  • het merendeel van de identiteitsbewijzen heeft vervalst;
  • de vervalste identiteitsbewijzen heeft gebruikt om telefoonabonnementen af te sluiten;
  • en de telefoons heeft opgehaald bij de [winkel] .
Gelet hierop is de voor medeplegen vereiste voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachte niet komen vast te staan. Er is geen sprake van een gezamenlijke uitvoering en de bijdrage van medeverdachte aan de ten laste gelegde feiten is van onvoldoende gewicht.
Conclusie
Op grond van voornoemde bewijsmiddelen komt de rechtbank tot een bewezenverklaring van het onder feit 1 ten laste gelegde, met dien verstande dat verdachte partieel wordt vrijgesproken van het vervalsen van het identiteitsbewijs van [benadeelde 2] , omdat uit het dossier blijkt dat dit identiteitsbewijs is vervalst door de medeverdachte. Voor wat betreft feit 2 blijkt uit voornoemde bewijsmiddelen wel dat het verdachte is geweest die het vervalste identiteitsbewijs van [benadeelde 2] heeft gebruikt om een telefoonabonnement op diens naam af te sluiten. Verder wordt verdachte partieel vrijgesproken van het ten laste gelegde medeplegen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
1
in de periode van 12 december 2023 tot en met 18 december 2023 te Etten-Leur meermalen een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht, te weten
- een identiteitskaart op naam van [aangever 1] ,
- een identiteitskaart op naam van [aangever 7] ,
- een identiteitskaart op naam van [aangever 4] ,
- een identiteitskaart op naam van [benadeelde 1] ,
- een identiteitskaart op naam van [aangever 8] ,

en

- een identiteitskaart op naam van [benadeelde 3] ,

heeft vervalst;

2
in of omstreeks de periode van 12 december 2023 tot en met 18 december 2023 te Etten-Leur meermalen opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander te weten de naam en de geboortedatum en het adres en het rekeningnummer en het documentnummer van
- [aangever 1] ,
- [aangever 7] ,
- [aangever 4] ,
- [benadeelde 1] ,
- [benadeelde 2] ,
- [benadeelde 3] , en
- [aangever 6]

heeft gebruikt door een telefoonabonnement af te sluiten met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en de identiteit van de ander te misbruiken, waardoor enig nadeel kon ontstaan;

3
in of omstreeks de periode van 12 december 2023 tot en met 18 december 2023 in Nederland, meermalen met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door listige kunstgrepen [winkel] en meerdere telefoonproviders heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst en het aangaan van een schuld, te weten het afsluiten van meerdere telefoonabonnementen en de afgifte van meerdere telefoons door
- met valse identiteitsgegevens en identiteitsgegevens van anderen

telefoonabonnementen met telefoon af te sluiten en

- vervolgens de telefoons bij de [winkel] af te halen.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
Feit 1:een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht vervalsen, meermalen gepleegd, en:
de voortgezette handeling van:
Feit 2:opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander gebruiken met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en de identiteit van een ander te misbruiken, waardoor uit dat gebruik enig nadeel kan ontstaan, meermalen gepleegd, en:
Feit 3:oplichting, meermalen gepleegd.
De rechtbank kwalificeert het onder feit 2 en feit 3 bewezenverklaarde als een voortgezette handeling in de zin van artikel 56 van het wetboek van Strafrecht. Deze gedragingen volgen elkaar in de tijd op en hangen (ook met betrekking tot het 'wilsbesluit') zo nauw met elkaar samen dat de verdachte daarvan in wezen één verwijt wordt gemaakt, terwijl de strekking van de desbetreffende strafbepalingen slechts enigszins uiteenloopt.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 12 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met als bijzondere voorwaarden de voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen die hoger is dan de duur van het voorarrest van 7 dagen. Daartoe heeft de verdediging aangevoerd dat verdachte de feiten bekent en sprake is van zwaarwegende persoonlijke omstandigheden: verdachte is vader van 3 jonge kinderen en zijn vrouw is de Nederlandse taal niet machtig en beschikt niet over een rijbewijs.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals op de terechtzitting is gebleken.
De feiten en de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het vervalsen van identiteitsbewijzen van minderjarige slachtoffers, het gebruiken van identiteitsgegevens van anderen en het daarmee oplichten van de [winkel] en telefoonaanbieders. Via Snapchat heeft hij contact gelegd met minderjarigen, die hij beloofde dat ze snel geld konden verdienen door een kopie te sturen van hun identiteitskaart en door 1 cent over te maken. Vervolgens wijzigde hij de geboortedata van de minderjarigen met een daarvoor bedoelde app op zijn telefoon. Verdachte heeft binnen een tijdsbestek van slechts 5 dagen op naam van 7 slachtoffers ruim 17 telefoonabonnementen afgesloten. Hierdoor werden de minderjarige slachtoffers opgezadeld met meerdere telefoonabonnementen op hun naam en de daaraan verbonden kosten. Dit alles heeft verdachte gedaan puur en alleen voor eigen gewin. Hij heeft bevestigd dat het hem minimaal zo’n € 13.000,- heeft opgeleverd. De rechtbank neemt het verdachte zeer kwalijk dat hij zich specifiek heeft gericht op minderjarigen. Met zijn handelen heeft verdachte misbruik gemaakt van het vertrouwen dat zij in hem hadden. In het maatschappelijk en economisch verkeer moet men er bovendien op kunnen vertrouwen dat identiteitsdocumenten echt en onvervalst zijn, ook als het gaat om digitale kopieën. Verdachte heeft de feiten bekend en aangegeven dat hij de slachtoffers terug wil betalen. De rechtbank ziet echter ook dat verdachte in het contact met een van de minderjarige slachtoffers, nadat deze hem vroeg waarom hij het beloofde geld niet kreeg, zich zeer beledigend en laatdunkend naar hem heeft geuit. De rechtbank twijfelt daarom aan de oprechtheid van verdachte.
De persoon van de verdachte
Bij haar beslissing houdt de rechtbank ook rekening met het strafblad van verdachte van 20 januari 2025. Hieruit blijkt dat hij eerder is veroordeeld voor vermogensdelicten. Daarnaast heeft de rechtbank kennis genomen van een reclasseringsadvies van 18 februari 2025. De reclassering lijkt een voorzichtig positieve ontwikkeling te zien bij verdachte, maar vindt tegelijkertijd dat hij nog altijd de indruk maakt dat hij beïnvloedbaar is. De reclassering adviseert in het geval van een deels voorwaardelijke straf de volgende bijzondere voorwaarden: meldplicht, ambulante begeleiding, dagbesteding en het meewerken aan schuldhulpverlening.
De oplegging van de straf
Gelet op de ernst van de feiten en het strafblad van verdachte kan niet worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 7 dagen (de duur van het voorarrest) is evenmin toereikend. De rechtbank legt wel een lagere straf op dan geëist door de officier van justitie, omdat zij de feiten en omstandigheden anders weegt.
De rechtbank oordeelt dat een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, passend en geboden is. Aan het voorwaardelijke strafdeel zal de rechtbank de bijzondere voorwaarden verbinden zoals geadviseerd door de reclassering.

9.BESLAG

9.1
Het standpunt van de officier van justitie en van de verdediging
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het in beslag genomen geld en de in beslag genomen telefoon verbeurd moeten worden verklaard. De verdediging heeft geen standpunt ingenomen.
9.2
Het oordeel van de rechtbank
Verbeurdverklaring
De rechtbank zal de in beslag genomen telefoon verbeurd verklaren. Met behulp van dit voorwerp zijn de bewezen verklaarde feiten begaan.
Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal de teruggave gelasten aan verdachte van het in beslag genomen geld, omdat niet vastgesteld kan worden dat het geld een relatie heeft met de bewezenverklaarde feiten.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 56, 57, 231, 231b en 326 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder feit 1, 2 en 3 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder feit 1, 2 en 3 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 6 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf
een gedeelte van 3 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van twee (2) jaren vast;
- als
algemene voorwaardengelden dat verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- als
bijzondere voorwaardengelden de volgende:
Meldplicht bij reclassering
Verdachte meldt zich binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd bij Leger des Heils op het adres Dokter Cuyperslaan 80, 5623 BB Eindhoven. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt.
Ambulante begeleiding
Verdachte laat zich begeleiden door Humanitas Homerun of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De begeleiding duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de begeleiding.
Dagbesteding
Verdachte spant zich in voor het vinden en behouden van betaald werk met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag.
Meewerken aan schuldhulpverlening
Verdachte werkt mee aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Verdachte geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden.
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
Beslag
- verklaart het volgende voorwerp verbeurd: 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving:
PL0900-2023385955-G3268914, WIT);
- gelast de teruggave aan verdachte van het volgende voorwerp: 75 EUR (Omschrijving:
PL0900-2023385955-3270543, IBG 21-12-2023).
Dit vonnis is gewezen door mr. K. de Meulder, voorzitter, mr. drs. S.M. van Lieshout en mr. A.M.M. Lemmen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.M. van Bemmelen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 12 maart 2025.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij in of omstreeks de periode van 12 december 2023 tot en met 18 december 2023
te Utrecht en/of Etten-Leur, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met
een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, een
reisdocument en/of identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de
identificatieplicht, te weten
- een identiteitskaart en/of paspoort op naam van [aangever 1] ,
- een identiteitskaart en/of paspoort op naam van [aangever 7] ,
- een identiteitskaart en/of paspoort op naam van [aangever 4] ,
- een identiteitskaart en/of paspoort op naam van [benadeelde 1] ,
- een identiteitskaart en/of paspoort op naam van [aangever 8] ,
- een identiteitskaart en/of paspoort op naam van [benadeelde 2] , en/of
- een identiteitskaart en/of paspoort op naam van [benadeelde 3] ,
valselijk heeft opgemaakt of vervalst;
( art 231 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
2
hij in of omstreeks de periode van 12 december 2023 tot en met 18 december 2023
te Utrecht en/of Etten-Leur, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met
een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, opzettelijk en
wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische
persoonsgegevens, van een ander te weten
de naam en/of de geboortedatum en/of het adres en/of het rekeningnummer en/of
het documentnummer van
- [aangever 1] ,
- [aangever 7] ,
- [aangever 4] ,
- [benadeelde 1] ,
- [benadeelde 2] ,
- [benadeelde 3] , en/of
- [aangever 6]
heeft gebruikt door een telefoonabonnement af te sluiten met het oogmerk om
zijn/haar identiteit te verhelen en/of de identiteit van de ander te verhelen en/of te
misbruiken, waardoor enig nadeel kon ontstaan;
( art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
( art 231b Wetboek van Strafrecht )
3
hij in of omstreeks de periode van 12 december 2023 tot en met 18 december 2023
te Utrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer
anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal met het oogmerk om zich
en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse
naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een
samenweefsel van verdichtsels, (een medewerker van) [winkel] en/of een of
meerdere telefoonproviders heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het
verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van
een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten het afsluiten van een of
meerdere telefoonabonnement(en) en/of de afgifte van een of meerdere telefoon(s),
door
- met valse identiteitsgegevens en/of identiteitsgegevens van anderen een
telefoonabonnement met telefoon af te sluiten en/of
- ( vervolgens) de telefoon(s) bij de [winkel] af te halen;
( art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )