Uitspraak
1.De procedure
- het verzoekschrift met producties 1 tot en met 9 van [verzoeker] , door de griffie van de rechtbank ontvangen op 23 januari 2025;
- het verweerschrift met twee producties van [verweerder] ;
- de mondelinge behandeling van 26 februari 2025, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.
2.De kern van de zaak
3.De beoordeling
[naam 2]” gekocht en voortgezet onder de naam “
[naam 1]”. [verzoeker] was werkzaam bij pizzeria “
[naam 2]”, zo blijkt uit productie 1 bij het verzoekschrift. De eerste loonstrook in die productie heeft als datum van de indiensttreding door [verzoeker] namelijk 1 januari 2017. Na de overname door [verweerder] is [verzoeker] zijn werkzaamheden in de keuken als pizzabakker blijven voortzetten (totdat hij op 23 december 2024 ontslag op staande voet nam).
Verkoper verklaart dat er per overdrachtsdatum geen personeelsleden in dienst zijn bij de onderneming en dat koper, per overdrachtsdatum, geen arbeidsovereenkomst(en) meeneemt”. Anders dan [verweerder] denkt, kan zij op basis van deze bepaling dus niet tegen [verzoeker] zeggen dat hij geen rechten meer heeft uit de arbeidsovereenkomst die [verzoeker] met de vorige eigenaar van pizzeria [naam 2] heeft gesloten. Die afspraak geldt alleen tussen [verweerder] en degene die de pizzeria aan hem heeft verkocht. [verweerder] zal dus de verkoper aan moeten spreken als die hem iets heeft gegarandeerd wat hij niet heeft kunnen en mogen leveren.