Uitspraak
1.[eiser sub 1] ,
[eiseres sub 2],
[handelsnaam],
1.De procedure
- de conclusie van antwoord in reconventie
- de mondelinge behandeling van 6 februari 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 26 maart 2025, staat de aansprakelijkheid voor schade na een brand in een bedrijfsruimte centraal. [Eiser sub 1] heeft een bedrijfsruimte verhuurd aan [gedaagde], die deze gebruikte als kapsalon. In augustus 2022 meldde [gedaagde] problemen met de elektra, waarna er meerdere keren een elektricien is ingeschakeld. Op 11 februari 2023, twee dagen voor de geplande vervanging van de meterkast, brak er een brand uit. De kantonrechter oordeelt dat het causaal verband tussen het handelen van [gedaagde] en de brand niet kan worden vastgesteld, waardoor de vordering van [eiser sub 1] tot schadevergoeding wordt afgewezen. De tegenvordering van [gedaagde] wordt ook grotendeels afgewezen, omdat de schade niet aan [eiser sub 1] kan worden toegerekend. Wel moet [eiser sub 1] de borg van € 4.251,00 terugbetalen aan [gedaagde], inclusief wettelijke handelsrente vanaf de dag van de dagvaarding. Daarnaast moet [eiser sub 1] de proceskosten van [gedaagde] betalen, terwijl [gedaagde] in de reconventie ook de proceskosten van [eiser sub 1] moet vergoeden. De kantonrechter heeft de beslissingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard.