ECLI:NL:RBMNE:2025:1283
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Huurtoeslag niet ontvankelijk verklaard wegens te late indiening bezwaar
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 26 maart 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Dienst Toeslagen over de huurtoeslag. De eiser had bezwaar gemaakt tegen de definitieve berekening van de huurtoeslag over 2021, die door de Dienst Toeslagen op 5 augustus 2022 was vastgesteld. De eiser was het niet eens met het bedrag dat hij moest terugbetalen, omdat hij vond dat er rekening gehouden moest worden met bijzonder inkomen. Echter, het bezwaar van de eiser werd pas op 19 december 2022 ontvangen door de Dienst Toeslagen, wat buiten de wettelijke termijn van zes weken viel. De rechtbank oordeelde dat het bezwaar niet-ontvankelijk was, omdat de eiser niet aannemelijk had gemaakt dat er sprake was van een verschoonbare reden voor de termijnoverschrijding. De rechtbank heeft de beroepsgronden van de eiser beoordeeld en geconcludeerd dat de Dienst Toeslagen terecht het bezwaar niet-ontvankelijk heeft verklaard. De eiser had ook een verzoek tot herziening ingediend, maar dit werd eveneens afgewezen. De rechtbank benadrukte dat de eiser de mogelijkheid had om het terug te betalen bedrag in termijnen te voldoen. Uiteindelijk werd het beroep ongegrond verklaard, en de eiser kreeg geen griffierecht terug of vergoeding van proceskosten.