Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
1.De stukken
- het arrest van het gerechtshof Amsterdam, zitting houdende te Arnhem, van 17 juni 2004 waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege (hierna: dwangverpleging), omdat hij zich schuldig heeft gemaakt aan moord en het vervaardigen en in bezit hebben van kinderporno;
- stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling is ingegaan op 20 maart 2007;
- de beslissing van deze rechtbank van 8 maart 2023, waarbij de termijn van terbeschikkingstelling met dwangverpleging voor het laatst is verlengd met twee jaar;
- de vordering van de officier van justitie van 28 januari 2025, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met twee jaar;
- het verlengingsadvies van de [instelling 1] van 24 januari 2025, opgemaakt door [A] (klinische psycholoog, hoofd patiëntenzorg en plv. hoofd van de inrichting) en [B] (hoofd behandeling en verpleegkundig specialist), inhoudend het advies om de terbeschikkingstelling met dwangverpleging te verlengen met twee jaar;
- het Pro Justitiarapport van 1 maart 2025, opgemaakt door I. Maksimovic, psychiater;
- het Pro Justitiarapport van 4 maart 2025, opgemaakt door B. van Giessen, klinisch psycholoog;
- de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene, over de periode 16 maart 2023 tot en met 19 december 2024.
2.Het onderzoek ter terechtzitting
- de officier van justitie, mr. N. Schipper;
- betrokkene, bijgestaan door zijn raadsman, mr. J.M. Walther, advocaat te Utrecht;
- de aan de inrichting verbonden deskundige, [B] .