In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 7 februari 2025, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker afgewezen. Verzoeker had een verlofaanvraag ingediend voor zijn dochter om in de periode van 23 januari 2025 tot en met 21 februari 2025 in China het Chinees Nieuwjaar te vieren. De leerplichtambtenaar van de gemeente Amersfoort had deze aanvraag op 6 januari 2025 afgewezen, waarop verzoeker bezwaar maakte en de voorzieningenrechter vroeg om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter oordeelt dat de leerplichtambtenaar de afwijzing van de verlofaanvraag op goede gronden heeft gedaan. Hij stelt vast dat verzoeker voor de periode van 27 januari 2025 tot en met 9 februari 2025 geen toestemming nodig heeft voor verlof, maar dat de leerplichtambtenaar niet verplicht was om extra verlof te verlenen voor het vieren van het Chinees Nieuwjaar. Verzoeker had in oktober 2024 al vliegtickets geboekt, en de voorzieningenrechter concludeert dat verzoeker zelf het risico heeft genomen dat hij mogelijk te laat terug zou keren naar Nederland.
De voorzieningenrechter benadrukt dat de leerplichtwet ouders verplicht om ervoor te zorgen dat hun kinderen geregeld naar school gaan, en dat vrijstelling alleen in bijzondere gevallen kan worden verleend. In dit geval zijn er geen gewichtige omstandigheden die een uitzondering rechtvaardigen. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, wat betekent dat de dochter van verzoeker op 13 februari 2025 weer naar school moet. Er is geen aanleiding voor vergoeding van griffierecht of proceskosten.