Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 maart 2025 in de zaak tussen
[eiser 1] en [eiser 2] , uit [plaats] , eisers,
de heffingsambtenaar van de gemeente [gemeente] , verweerder
Procesverloop
€ 1.742.000,- naar de waardepeildatum 1 januari 2022. Bij deze beschikking heeft de heffingsambtenaar aan eisers als eigenaren van deze woning ook een aanslag onroerendezaakbelasting opgelegd, waarbij deze waarde als heffingsmaatstaf is gehanteerd.
13 november 2023 heeft de heffingsambtenaar het bezwaar van eisers ongegrond verklaard en de WOZ-waarde van de woning gehandhaafd.
Overwegingen
€ 279,- per m² is bij een oppervlakte van 2.964 m², terwijl er geen correctie voor de ligging vanaf is gegaan en de grondwaarde van de woning € 267,- per m² is bij een oppervlakte van 2.460 m² terwijl er een correctie van 20% toegepast is.
€ 11,- per m² waard is. De rechtbank kan de heffingsambtenaar ook in deze uitleg hierin volgen. De beroepsgrond slaagt niet.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
P.W. Hogenbirk, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 10 maart 2025.