ECLI:NL:RBMNE:2025:1194
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens ontbrekende machtiging in belastingzaak
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 17 maart 2025 uitspraak gedaan in een belastingkwestie. De eiser, handelend namens de eigenaar van onroerende zaken in [plaats 1] en [plaats 2], had bezwaar gemaakt tegen de beschikking van de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap [gemeente], die de WOZ-waarde van diverse onroerende zaken had vastgesteld. De heffingsambtenaar had het bezwaar van eiser ongegrond verklaard, waarna eiser beroep instelde. Tijdens de procedure bleek echter dat het beroepschrift niet voldeed aan de gestelde eisen, met name ontbrak een correcte schriftelijke machtiging van de eigenaar aan eiser om namens hem op te treden. De rechtbank heeft eiser meerdere keren in de gelegenheid gesteld om dit verzuim te herstellen, maar eiser heeft hier niet op gereageerd. Hierdoor kon de rechtbank niet vaststellen dat eiser gemachtigd was om het beroep in te stellen. De rechtbank heeft het beroep daarom niet-ontvankelijk verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen, omdat niet kon worden vastgesteld dat de eigenaar immateriële schade had geleden. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om in hoger beroep te gaan.