4.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen
1) [slachtoffer] heeft op 9 juni 2024 bij de politie aangifte gedaan, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik heb sinds negen jaar een relatie met [verdachte] , roepnaam [verdachte] . Sinds een week verblijf ik in de woning van [verdachte] , te [woonplaats] .
Op 8 juni 2024 vroeg [verdachte] of hij de snapchat van mij mocht zien. Hij zag een foto waar ik in een auto zat, met een man. Hij zei, dus je bent wel vreemdgegaan, je hebt mij wel verraden. Ik hoorde dat hij begon te schreeuwen. Ik zag dat hij daarna wegging uit de woning. Ik hoorde dat hij de deur van de woning op slot deed. Ik had geen sleutel van de woning. Ik weet dat hij omstreeks 20:00 uur wegging. Ik vermoed dat hij ongeveer 4 á 5 uur weg was, daarna hoorde ik dat hij weer terug kwam.
Daarna dwong hij mij om seks met hem te hebben. Ik wilde dit niet. Ook moest ik zijn voeten kussen en likken. Hij trok me aan mijn haren en zei dat ik seks moet hebben. Ik moest huilen en kon geen kant op, alle deuren zaten op slot. Ik had anale en vaginale seks met hem. Ik voelde ook dat hij aan mijn haren trok en voelde dat hij op mijn kont sloeg. Ik zag ook dat hij zijn vinger in mijn mond stopte en voelde dat hij hard aan mijn wang trok.
Dit gebeurde allemaal afgelopen nacht.
Daarna bleef hij mij slaan, uitschelden en beledigen. Ik viel uiteindelijk in slaap en ergens in de middag werd ik wakker. Ik voelde dat hij me weer sloeg.
Nadat hij vanmorgen wakker werd deed hij ook de deur van de slaapkamer waar ik zat op slot. Ik zei dat ik naar buiten wilde. Ik hoorde dat hij zei: “Nee. Ik ga op je plassen en daarna ga ik je bij de container weggooien.” Toen hij dit zei kreeg ik het idee dat hij me misschien zou vermoorden. De deur van de slaapkamer zat op slot en [verdachte] zat in de woonkamer. Ik bleef nadenken dat ik weg moest, maar zag geen kant die ik op kon om te ontsnappen. Ik keek naar het raam, deed deze open en ging aan het kozijn hangen. Toen sprong ik en landde ik op het gras. Ik was zo bang dat ik dacht, als ik langer ga blijven gaat er nog iets ergers gebeuren met mij, laat ik dan maar uit het raam springen.
Ik kon niet meer lopen. Ik hinkelde op één been naar de buren.
Ik weet niet hoe ik aan het bloed op mijn linkerwang kom. Ik weet wel dat hij mij bij mijn rechteroog heeft geslagen met zijn platte hand en ook met een slipper. Hij bleef op mijn hoofd slaan. Ik heb bloed bij mijn linkeroor en dikke plekken op mijn gezicht.
Hij heeft mijn chats doorgestuurd naar zijn zus en hij heeft mij ook gefilmd. Hij bleef me beledigen tijdens het filmen.
Hij had gisteravond en vandaag ook gebruikt. Zowel cocaïne als jointjes.
2) Op 13 juni 2024 heeft [slachtoffer] een aanvullende aangifte gedaan bij de politie, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Er speelde een probleem af tussen ons. Hij had mij geslagen. Hij had zijn broek uitgedaan en hij vroeg aan mij "kom mij pijpen". Ik zei dat ik dat niet wilde. Hij zei dat ik daar niet over ging en dat ik het moest doen, gedwongen. Uit angst heb ik het gedaan. Toen stond hij op. Toen heeft hij het van achteren en van voren gedaan. Hij trok aan mijn haar en hij deed zijn handen in mijn mond en trok het naar achteren. Hij sloeg mij op mijn kont. Ik moest mijn hoofd naar beneden doen, en ik moet zijn voeten en zijn tenen likken. Ik hoorde hem zeggen dat hij bepaalt wanneer hij klaar is. Hij is doorgegaan tot hij klaar was.
Toen zei hij dat hij zou bepalen wanneer hij me weg zou sturen en hij zei dat hij over mij heen zou pissen en dat hij mij bij het afval zou gooien. Het ging door en het duurde. Hij sloeg mij en het ging door.
Hij was bovenop mij en hij draaide zichzelf toen hij in mij zat. Hij zat met zijn penis in mijn kont en vagina. Hij sloeg mij op mijn rug en billen en dat deed heel veel pijn.
Ik zei: “Ik wil niet.” Toen hij bezig was, was ik aan het huilen.
Hij sloeg mij met zijn handen op mijn hoofd en met een slipper. Hij gooide een sinaasappel naar mij.
Hij had mijn broek half naar beneden gedaan. Hij trok aan mijn haren. Ik kon geen kant op. De deuren waren dicht. Ik moest wel naar hem luisteren. Ik ben naar een kamer gegaan. Toen heeft hij de deur op slot gedaan. Ik bleef toen 10 minuten ongeveer, en toen heb ik het raam open gedaan en ben ik gesprongen.
3) Op 9 juni 2024 is de buurvrouw als getuige gehoord. Zij heeft verklaard, zakelijk weergegeven:
Op zondag 9 juni 2024 stond een vrouw voor mijn voordeur. Ik heb de vrouw misschien een keer eerder op straat gezien. Ik hoorde dat de vrouw riep: “Help, help. Open de deur.” “Mijn man wil mij doodmaken. Ik heb pijn aan mijn been.”
Ik zag dat de vrouw verwondingen had aan haar grote teen en voeten. Ik zag dat zij ook wat bloed had aan de linkerzijde van haar gezicht, naast haar oor.
Ik hoorde dat de vrouw tijdens haar verblijf in mijn woning het volgende aan mij verklaarde:
- ik zat gisteravond samen met mijn partner op de bank televisie te kijken;
- mijn partner pakte toen mijn telefoon en begon door de afbeeldingen en video's te scrollen;
- mijn partner zag toen een video van mij en een buurman in een auto;
- mijn partner beschuldigde mij vervolgens van vreemdgaan en begon mij te slaan met een slipper en met zijn hand;
- mijn partner deed alle deuren dicht met een sleutel, zodat ik niet weg kon gaan;
- vandaag ging mijn man door met mij te slaan;
- ik durfde niet te schreeuwen in huis om hulp te vragen uit angst voor mijn partner;
- ik zag ook niemand buiten om hulp te vragen;
- op een gegeven moment ging mijn partner naar de woonkamer met mijn telefoon;
- ik ben toen door het raam van de slaapkamer naar buiten gesprongen.
Ik hoorde dat ze zei dat het letsel aan haar gezicht niet door de sprong was ontstaan, maar door de klappen die zij had gekregen van haar partner."
4) Op 10 juni 2024 is een onderzoeksrapportage behorende bij de onderzoeksset zedendelicten opgemaakt, waarin onder meer bij [slachtoffer] waargenomen letsels worden beschreven, als volgt zakelijk weergegeven: (Tussen haakjes benoemt de rechtbank de plaats van het lichaam waar, blijkens de tekening, het genoemde letsel is waargenomen)
1. linker onderbeen in gips;
2. rechtervoet huid beschadigd;
3. blauwe verkleuring linker oog;
4. bloeduitstorting en krassen, fingertip bruising
(voorzijde linker onderarm);
Huidbeschadiging
(heup/lies links);
bloeduitstorting
(rechter knie);
5. Bloeduitstorting, fingertip bruising
(rechter bil);
6. huidbeschadiging
(linker schouder);
7. huidbeschadiging
(achterzijde linker arm, boven elleboog);
8. bloeduitstorting passend bij fingertip bruising
(achterzijde linker onderarm);
9. huidbeschadiging bloeduitstorting
(linker grote teen);
10. bloeduitstorting
(buitenzijde linker bovenbeen);
11. huidverkleuring rood
(linker bil);
bloeduitstorting, fingertip bruising
(beide polsen);
huidbeschadiging, verkleuring
(linker oor);
huidbeschadiging
(lies links);
bloeduitstorting
(rechter bil/lies);
huidverkleuring
(linker bil);
diverse huidbeschadigingen
(bovenkant beide handen).
5) Op 15 november 2024 is een Forensisch Geneeskundig Letselverslag over [slachtoffer] opgesteld, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Letselwaarschijnlijkheidsbeoordeling
Er zijn twee hypotheses voor het ontstaan van het beschreven letsel ontvangen. De eerste hypothese is dat letsel is ontstaan ten gevolge van een verkrachting met mishandeling en de tweede hypothese is dat het letsel is ontstaan ten gevolge van een (vrijwillige) sprong uit een raam met onbekende hoogte.
Het beschreven letsel van het linkeroog is waarschijnlijker onder de hypothese verkrachting-mishandeling dan de hypothese sprong uit raam. In het geval van een val zou het oogletsel vaak gepaard gaan met andere ernstigere verwondingen zoals hoofdletsel of een breuk van de oogkas.
Het beschreven letsel van de linker lies is waarschijnlijker onder de hypothese verkrachting-mishandeling dan de hypothese sprong uit raam. Slachtoffers van verkrachting vertonen vaak letsels in de lies- en genitale regio door het fysieke geweld dat gepaard gaat met de handeling, zoals het vasthouden of forceren van het slachtoffer. De locatie en grootte van het letsel zou kunnen passen bij het vastpakken of wegduwen van het bovenbeen tijdens een verkrachting.
Het beschreven letsel van de rechterbil is waarschijnlijker onder de hypothese verkrachting-mishandeling dan de hypothese sprong uit raam. Een bloeduitstorting ontstaat door stomp geweld zoals stoten, slaan, stompen, knijpen, schoppen of vallen. In geval van een sprong uit het raam met een landing op de billen, zouden meer diffuse en ernstigere verwondingen, in plaats van één gelokaliseerde bloeduitstorting op de bil verwacht worden. Samen met het verhaal van het slachtoffer dat zij op haar billen geslagen is, past dit letsel meer bij de hypothese verkrachting-mishandeling.
Het beschreven letsel van de linkervoet is waarschijnlijker onder de hypothese sprong uit raam dan de hypothese verkrachting-mishandeling.
Bij de overige beschreven letsels is een waarschijnlijkheidsoordeel niet mogelijk of is het ongeveer even waarschijnlijk onder beide hypothesen.
6) Bij voornoemd Forensisch Geneeskundig Letselverslag is radiologische informatie in de bijlage toegevoegd, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Klinische gegevens: na Calcaneus (
hielbot) fractuur depression (
botbreuk waarbij bot naar binnen wordt gedrukt) type Sanders III-IV links waarvoor plaat osteosynthese (
met een plaat botdelen aan elkaar gezet).
21 juni 2024:
Status na multifragmentaire intra-articulair verlopen fractuur door de calcaneus waarvoor uitgebreid osteosynthesemateriaal in situ (
op de plaats zelf). Materiaal intact en in adequate positie. Geen aanwijzingen voor complicaties.
Hoogteverlies van de calcaneus met verstreken hoek van Böhler. Maximale gap in de calcaneus aan 3 mm.
18 september 2024
Ongewijzigde stand in de fractuur. Vorderende consolidatie.
7) Op 13 juni 2024 is een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt en daarin is gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op 11 juni 2024 werd de woning [adres] te [woonplaats] door mij geopend en werd de doorzoeking gestart.
Na binnenkomst is aan de linkerzijde een slaapkamer (B). Over deze slaapkamer heeft de verdachte verklaard dat zijn vrouw hier slaapt. Ik zag dat er op de deur van slaapkamer (B) een slot was gemonteerd en dat er aan de buitenkant van dit slot een sleutel in het slot zat.
In de woonkamer werd op de grond een sinaasappel op de vloer aangetroffen. Deze sinaasappel lag uit elkaar en het vruchtvlees en sap lag op de grond. Op de leuning van de bank werd een halve haarclip aangetroffen en de andere helft lag op de grond.
De rechtbank neemt op de onderste foto op pagina 113 waar dat er slippers dan wel sandalen op de grond staan naast de halve haarclip.
8) Op 13 juni 2024 is een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt, inhoudende de uitwerking van een filmopname, en daarin is gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Ik bekeek de telefoon van verdachte. Ik zag dat de meest recent opgeslagen video dateerde van zondag 9 juni te 12.03 uur en totaal 22 seconden lang was. Ik zag in de gegevens van deze video dat die was gemaakt met de hoofdcamera van de voornoemde telefoon.
Ik zag dat de opname begon in een ruimte die was ingericht als woonkamer. Ik zag dat er een vrouw op de grond zat met haar gezicht gericht naar de vloer. Ik zag naast de vrouw op de grond een kapotte sinaasappel liggen. Ik zag op de kleding van de vrouw, ter hoogte van haar rechterdijbeen oranjekleurige vlekken.
De tolk verklaarde mij dat de man niet rechtstreeks tegen de vrouw in de video sprak maar tegen iemand anders sprak over de vrouw in de video. Ik verzocht de tolk het letterlijk te vertalen wat de man in de video opname zei. Ik hoorde de tolk mij het volgende verklaren, namelijk;
"Jij hebt mij eerder gezegd dat zij een hoer is en een vrouw van de straat. Deze vrouw is echt een hoer en een dochter van de straat. Ze heeft seksueel contacten met kinderen. Ja kijk maar. Jij hebt mij gewaarschuwd. Jij hebt mij gezegd dat ze een dochter van de straat is. Ik heb niet naar jou geluisterd".
9) Op 24 juni 2024 is een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt en daarin is gerelateerd, zakelijk weergegeven:
In verband met diverse aangetroffen chat en audioberichten in de telefoon van verdachte, is er een beëdigde tolk ingeschakeld om de berichten te vertalen vanuit de Arabische taal naar de Nederlandse taal. In de telefoon werd een chatbericht aangetroffen tussen verdachte en een contact genaamd " [contactnaam] ". De vertaling is hieronder weergegeven.
[contactnaam] : Begrijp mij
[contactnaam] : In Godsnaam
[contactnaam] : In Godsnaam
[contactnaam] : Breng haar naar haar moeder [verdachte]
[chatnaam verdachte] (owner) doorgestuurd:
[contactnaam] : Ik maak me zorgen om jou.
[chatnaam verdachte] (owner): Wees niet bang.
[contactnaam] : Zal ik naar jou komen?
[chatnaam verdachte] (owner) doorgestuurd:
[contactnaam] : Breng haar naar haar moeder [verdachte] .
[chatnaam verdachte] : Ik laat haar zo gaan.
10) Verdachte heeft ter zitting verklaard dat aangeefster en verdachte in de nacht van 8 op 9 juni 2024 seks met elkaar hebben gehad.
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Bewijsoverwegingen
Betrouwbaarheid verklaring
Anders dan de raadsvrouw is de rechtbank is van oordeel dat de verklaringen van aangeefster geloofwaardig en betrouwbaar zijn. De verklaringen zijn duidelijk, consistent, gedetailleerd en worden ondersteund door andere bevindingen in het dossier. Zo blijkt uit het dossier dat aangeefster, direct nadat zij uit het raam was gesprongen, naar een buurvrouw was gegaan en verteld heeft wat er was gebeurd. Aangeefster en deze buurvrouw kenden elkaar nauwelijks. Wat de buurvrouw hierover heeft verklaard komt overeen met de verklaring die aangeefster later die dag op het politiebureau heeft afgelegd.
Verder heeft aangeefster verklaard dat verdachte een sinaasappel naar haar heeft gegooid en dat hij haar heeft gefilmd terwijl hij beledigende dingen zei. Op de telefoon van verdachte is een filmpje aangetroffen dat op 9 juni 2024 is gemaakt en waarop te zien is dat aangeefster op de grond zit met een kapotte sinaasappel naast zich. Op haar broek is een oranje vlek zichtbaar op de plek waar de sinaasappel haar moet hebben geraakt. Te horen is dat verdachte over aangeefster spreekt en haar een ‘hoer’ en ‘vrouw van de straat’ noemt.
Verder zijn bij aangeefster verschillende vormen van letsel vastgesteld die niet van de sprong afkomstig kunnen zijn, is aan de buitenkant van de slaapkamerdeur een sleutel in het slot aangetroffen, lagen er slippers in de woning en blijkt verdachte drugs te hebben gebruikt, zoals aangeefster had verklaard. Dat aangeefster op onderdelen wisselend heeft verklaard, doet naar het oordeel van de rechtbank niet af aan de algehele betrouwbaarheid van haar verklaring, zodat deze verklaring voor het bewijs gebruikt kan worden.
Ondersteunend bewijs
Zoals hierboven reeds overwogen, staat de verklaring van aangeefster niet op zichzelf. Er is voldoende steunbewijs om te komen tot een bewezenverklaring, zoals hieronder voor de verschillende feiten nader wordt toegelicht.
Feiten 1 en 2
Aangeefster heeft verklaard dat verdachte haar op 8 en 9 juni 2024 heeft mishandeld, onder andere door met een slipper tegen haar hoofd te slaan. Bij haar oog en oor zijn verwondingen vastgesteld die volgens de forensisch arts beter passen bij mishandeling dan bij de sprong uit het raam.
Verder is op het reeds genoemde filmpje te zien dat zij een haarclip in had. Deze clip is in de woonkamer in twee stukken aangetroffen. Daarnaast lag een slipper. Op grond hiervan, samen met de verklaringen van aangeefster, oordeelt de rechtbank dat is bewezen dat verdachte haar tegen het hoofd en lichaam heeft geslagen met een voorwerp.
Aangeefster heeft verder verklaard dat zij na de mishandeling en de verkrachting (die hierna zal worden besproken) naar de slaapkamer is gegaan en dat verdachte de deur van buitenaf op slot heeft gedaan. De politie heeft geconstateerd dat aan de buitenzijde van de slaapkamerdeur een sleutel in het slot zat. Dat aangeefster de woning niet kon verlaten, wordt verder ondersteund door een chatbericht van verdachte aan zijn zus, waarin hij schrijft: “Ik laat haar zo gaan.” Hieruit leidt de rechtbank af dat aangeefster op dat moment niet vrij was om weg te gaan. Ook het feit dat aangeefster zich kennelijk genoodzaakt zag uit het raam van de slaapkamer te klimmen en op de grond te springen, enkele verdiepingen lager, draagt bij aan de overtuiging dat zij opgesloten zat.
Bij deze val heeft zij een gecompliceerde breuk in haar hielbot opgelopen. De rechtbank is van oordeel dat dit letsel zwaar lichamelijk letsel oplevert nu hiervoor een operatie noodzakelijk was waarbij een plaat aan haar botten is bevestigd, waarvoor zij blijkens de schadevordering van 9 tot en met 25 juni 2024 in het ziekenhuis opgenomen is geweest. Dit letsel is weliswaar niet rechtstreeks veroorzaakt door verdachte, maar is wel het directe gevolg van de door hem gecreëerde situatie waaraan aangeefster heeft willen ontsnappen. Dit letsel is dus het gevolg van zijn handelen en valt aan hem toe te rekenen.
De rechtbank acht, gelet op het voorgaande, de opzettelijke wederrechtelijke vrijheidsberoving met zwaar lichamelijk letsel als gevolg, wettig en overtuigend bewezen.
Feit 3
Bij aangeefster zijn verschillende letsels vastgesteld die niet van de sprong afkomstig kunnen zijn. Zo heeft zij huidbeschadigingen bij haar lies en blauwe plekken op haar billen en rug. Ook heeft zij blauwe plekken op haar armen, polsen en benen. De blauwe plekken en huidbeschadigingen in de lies en op de bil van aangeefster passen bij het verhaal van aangeefster dat zij door verdachte is verkracht. De forensisch arts heeft opgenomen dat de locatie en grootte van het letsel passen bij het vastpakken en wegduwen van het bovenbeen tijdens een verkrachting.
De raadsvrouw heeft bepleit dat verdachte op het moment van de seks nog geen vermoeden zou hebben gehad dat aangeefster vreemdging. Terwijl dit vermoeden volgens aangeefster juist de aanleiding was voor de verkrachting. De raadsvrouw heeft in dit verband betoogd dat de foto’s van de gesprekken en de video die van aangeefster is gemaakt dateren van 9 juni 2024 in de middag, dus van na de seks. Dat zou volgens de raadsvrouw betekenen dat de tijdlijn in de verklaringen van aangeefster niet klopt.
De rechtbank is echter van oordeel dat uit de tijdstippen waarop deze foto’s en video zijn gemaakt niet volgt dat verdachte ook pas op die momenten voor het eerst het idee kreeg dat aangeefster vreemdging: dat idee kan hij ook eerder hebben gekregen.
Gelet op de aard en plek van de letsels, in combinatie met de verklaring van aangeefster acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte aangeefster heeft verkracht.
De verklaring van verdachte
Gelet op al het voorgaande, gaat de rechtbank dus voorbij aan de verklaring van verdachte. Deze verklaring komt er in de kern op neer dat er op 8 juni 2024 nog niets aan de hand was, dat er die dag consensuele seks heeft plaatsgevonden, dat op 9 juni 2024 een ruzie is ontstaan waarbij verdachte wel zou hebben gescholden, maar niet fysiek zou zijn geweest, dat aangeefster vervolgens zelf naar haar kamer zou zijn gegaan, dat verdachte in de woonkamer is achtergebleven en dat hij toen opeens merkte dat aangeefster uit het raam was gesprongen. Naar het oordeel van de rechtbank wordt dit scenario weerlegd door de bewijsmiddelen: zo biedt het scenario geen verklaring voor het letsel van aangeefster, staat het op gespannen voet met het aangetroffen filmpje op de telefoon van verdachte en de chat met zijn zus, en valt niet in te zien waarom aangeefster onder deze omstandigheden uit het raam zou zijn gesprongen.