Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
1.De stukken
- het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 15 juni 2018, waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege (hierna: tbs met dwang) omdat hij zich schuldig heeft gemaakt aan doodslag;
- stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling is ingegaan op 28 februari 2019;
- de beslissing van deze rechtbank van 26 februari 2024, waarbij de termijn van de tbs voor het laatst is verlengd met een jaar;
- de vordering van de officier van justitie van 7 januari 2025, die strekt tot verlenging van de tbs met een jaar;
- het verlengingsadvies van [verblijfplaats] van 12 december 2024, opgemaakt door dr. [A] (1e geneeskundige) en drs. [B] (directeur behandeling), inhoudend het advies om de tbs te verlengen met een jaar;
- de wettelijke aantekeningen over de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van betrokkene, over de periode 3 november 2023 tot en met 23 november 2024.
2.Het onderzoek ter terechtzitting
- de officier van justitie, mr. S. Mirshahi;
- betrokkene, bijgestaan door zijn raadsman mr. Heidanus, advocaat in Groningen;
- de aan de kliniek verbonden deskundige, [C] (assistent hoofdbehandelaar);
- de aan de kliniek verbonden deskundige, [D] (hoofd behandelaar);
- de aan de kliniek verbonden deskundige, [E] (adviseur repatriëring/maatschappelijk werker);
- de deskundige van het ministerie van Justitie en Veiligheid van de afdeling Internationale Overdracht Strafvonnissen (hierna: IOS), [F] .