ECLI:NL:RBMNE:2025:1129
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens te late indiening
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiseres tegen een besluit van de Raad van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen behandeld. Eiseres heeft haar beroepschrift te laat ingediend, waardoor de rechtbank niet inhoudelijk kan ingaan op de zaak. Het besluit waartegen beroep is ingesteld, werd bekendgemaakt op 4 december 2024, en het beroepschrift had uiterlijk op 15 januari 2025 ingediend moeten zijn. De rechtbank ontving het beroepschrift echter pas op 21 januari 2025. Eiseres voert aan dat de vertraging te wijten is aan het overlijden van haar oom op 1 december 2024, waardoor zij pas op 2 januari 2025 in staat was om het beroepschrift op te stellen en op 3 januari 2025 ter post te doen. De rechtbank heeft begrip voor de persoonlijke omstandigheden van eiseres, maar oordeelt dat dit geen geldige reden is voor de te late indiening van het beroep. De rechtbank constateert dat het beroepschrift op 20 januari 2025 per post is bezorgd, wat betekent dat het niet tijdig is ingediend. Gezien deze omstandigheden verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk, zonder dat er sprake is van een vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 7 maart 2025.