ECLI:NL:RBMNE:2025:1125

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
27 februari 2025
Publicatiedatum
18 maart 2025
Zaaknummer
UTR 24/6606
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet-betaling griffierecht

Op 27 februari 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiser en de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht. De eiser had op 22 oktober 2024 beroep ingesteld, maar had het vereiste griffierecht van € 51,- niet betaald. De rechtbank heeft in haar overwegingen uiteengezet dat het niet betalen van het griffierecht leidt tot niet-ontvankelijkheid van het beroep, zoals vastgelegd in artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De rechtbank heeft eiser op 27 november 2024 een aangetekende brief gestuurd met het verzoek het griffierecht binnen vier weken te betalen. Deze brief werd echter onbestelbaar geretourneerd. Vervolgens is de nota per gewone post verzonden, maar het griffierecht is niet ontvangen. Eiser heeft geen geldige reden gegeven voor het niet betalen van het griffierecht.

Gelet op deze omstandigheden heeft de rechtbank besloten het beroep niet inhoudelijk te behandelen en het beroep kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren op basis van artikel 8:54 Awb. Eiser krijgt geen gelijk en er wordt geen vergoeding van proceskosten toegekend. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. J. Wolbrink, rechter, in aanwezigheid van S. Ayyildiz, griffier.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/6606

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 februari 2025 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser,

en
de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht,verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiser heeft ingediend op 22 oktober 2024.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eiser heeft namelijk het griffierecht niet betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In dit geval is het griffierecht € 51,-.
3. Als het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiseres niets aan kan doen.
4. De rechtbank heeft eiser op 27 november 2024 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiser het griffierecht binnen vier weken moet betalen aan de rechtbank. Deze brief is echter onbestelbaar aan de rechtbank geretourneerd. Daarna is de nota per gewone post naar eiser gestuurd.
5. De rechtbank heeft het bedrag niet ontvangen. Eiser heeft daar geen geldige reden voor gegeven.
6. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld en de rechtbank zal geen uitspraak over het beroep doen. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 Awb).
7. Eiser krijgt geen gelijk en daarom ook geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J. Wolbrink, rechter, in aanwezigheid van
S. Ayyildiz, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 27 februari 2025.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.