2.3.Op 22 oktober 2024 heeft de politie bij de woning gepost. Diezelfde dag en op
23 oktober 2024 is de woning door de politie betreden en doorzocht. In de hiervan door de politie opgemaakte bestuurlijke rapportage is het volgende opgenomen:
‘Onderzoeksbevindingen
Op dinsdag 22 oktober 2024 hield de politie een postactie op het adres [adres] te [woonplaats] in verband met een verdenking van de handel in verdovende middelen in/rondom dit adres. Zoals uit bovenstaande gegevens blijkt woont daar [A] . (…) Bij de woning op het genoemde adres zouden steeds jonge jongens kortstondig aan de deur komen en daarbij zouden er spullen worden overgegeven.
Op de genoemde dag omstreeks 14:45 uur had politie zicht op de voordeur van de woning aan de [adres] . Op dat moment zag de politie dat er een snorfiets aan kwam rijden met daarop twee personen. De snorfiets parkeerde voor de woning en op dat moment kwam [A] naar buiten gelopen om de deur naar de galerij voor de jongens te openen. Ze gingen samen de woning in.
(…)
Omstreeks 16. 10 uur komt de persoon weer uit de woning van [A] . De persoon rijdt in de richting van het centrum van Bussum. De politie ziet daarop een overdracht tussen de verdachte en een voor de politie bekende harddrugsgebruiker op de Laarderweg.
De persoon vervolgt zijn weg en even later houdt de politie deze persoon aan in het centrum van Bussum. De persoon zet het op een rennen maar wordt enkele meters verder aangehouden door de politie voor handel in harddrugs. De politie zag dat de persoon een mobiele telefoon vasthield. Twee personen beginnen zich met de aanhouding te bemoeien. De persoon die wordt aangehouden zegt tegen hen dat ze zijn telefoon moeten pakken waarop de persoon de telefoon van zich afgooit.
Direct na de aanhouding van deze persoon werd op 1,5 meter van de plek waar deze persoon werd aangehouden een plastic zakje gevonden. In dit plastíc zakje zaten dan weer 16 separaat verpakte bolletjes met bruin (7 stuks) en wit (9 stuks) poeder. Bij de fouillering op het politiebureau werd in de onderbroek van deze persoon ook een plastic zakje aangetroffen met drie papieren envelopjes met wit poeder.
De 7 bolletjes bruin met een totaalgewicht van 1 gram zijn door de politie getest met als indicatief resultaat heroïne. De 9 bolletjes wit van in totaal 1,07 gram zijn door de politie getest met als indicatief resultaat cocaïne. Het witte poeder met een totaal gewicht van 2,32 gram uit de envelopjes is ook getest met indicatief resultaat cocaïne. Heroïne en cocaïne staan op lijst I (harddrugs) van de Opiumwet. Daarmee had deze persoon vermoedelijk een handelshoeveelheid harddrugs bij zich (zie kader).
Ten tijde van de aanhouding heeft de politie middels een andere eenheid nog steeds zicht op de woning aan de [adres] . Omstreeks 16:25 uur ziet de politie dat er vier personen de woning wat paniekerig verlaten. De politie weet twee personen staande te houden en te controleren. Bij twee personen wordt een gebruikershoeveelheid softdrugs aangetroffen.
Binnentreden woning 22 oktober 2024
Op diezelfde dag betreedt de politie naar aanleiding van de hiervoor genoemde feiten de woning aan de [adres] . [A] was op dat moment in de woning aanwezig. De politie heeft op dat moment zoeken rondgekeken in de woning. Daarbij ziet de politie:
op de eettafel in de woonkamer een grote hoeveelheid lege zakjes. Welke aangemerkt kunnen worden als verpakkingsmateriaal;
op de salontafel restanten van gebruik; lepels, gasbrander, lege papiertjes/wikkels;
op de rand van de bank, een leeg doorzichtig zakje. Met een zwart-wit logo, met daaronder de tekst 'Piramide';
De aangetroffen zakjes in de woning kwamen qua uiterlijk overeen met de zakjes met de omschreven heroïne en cocaïne die de eerder aangehouden persoon bij zich had
Aanhouding [A] 22 oktober 2024
In de woning treft de politie ook gestolen fietsen. Daarop wordt op dinsdag 22 oktober [A] aangehouden als verdachte van heling.
Doorzoeking woning 23 oktober 2024
Tijdens het onderzoek naar [A] als verdachte van heling wordt besloten dat [A] , gezien de genoemde feiten onder 'Onderzoeksbevindingen' en 'Binnentreden woning 22 oktober 2024', ook als verdachte aangemerkt wordt inzake overtreding van de Opiumwet. Daarop werd op woensdag 23 oktober 2024 omstreeks 15:30 uur de woning van [A] aan de [adres] ter inbeslagname doorzocht. Daarbij werden door de politie de volgende relevante goederen aangetroffen, in beslag genomen en waar mogelijk indicatief getest:
-
Voor het schoenenrek: zakje met 21 blauwe pillen in wit potje;
o
27,87 gram, indicatie onbekend;
In de keuken:
-
Op magnetron die op koelkast stond: doorzichtige plastic zak met daarin een wit poeder,
o
56,46 gram, indicatie silciumoxide;
-
Op het aanrecht: plastic bakje met daarin doorzichtige kristalachtige korrels;
o
597,9 gram, indicatie magnesiumchloride 0,91%;
-
Op de vaatwasser: een zwarte mal voor het persen van hash;
In een slaapkamer:
-
Elf flessen met een doorzichtige en wat stroperige vloeibare substantie;
o
Voor alle flessen geldt dat de inhoud voor meer dan 99% indicatief op water testte;
-
Wit potje met daarin een doorzichtige en wat stroperige vloeibare substantie;
o
468 gram, indicatie water 0,99%;
-
Doorzichtige handschoen met daarin een roze substantie:
o
Indicatie Cleaning agent (schoonmaak);
In de badkamer:
-
In een glaasje: roze/paarse pillen met de letters 'W W’;
o
Geen resultaat.
Verklaringen
Verklaringen [A] over personen en drugs
In het eerste verdachtenverhoor met betrekking tot heling verklaart [A] dat er verschillende mensen van een bepaald groepje bij hem in huis komen, als hem gevraagd wordt wat hij wil verklaren over kleine zelfgemaakte plastic zakjes die de politie bij hem in de woning zag liggen. Diezelfde soort zakjes trof de politie die dag aan bij een andere persoon die door de politie is aangehouden. De politie vertelt dat in die zakjes vermoedelijk drugs zaten en dat die persoon is gezien toen die uit de woning van [A] kwam.
Als gevraagd wordt waarom die mensen bij [A] in huis komen verklaart hij dat dit is omdat hij verstand heeft van de kwaliteit en productie van cocaïne omdat hij 3 a 4 jaar een lijn gedraaid heeft maar niet is gepakt. [A] verklaart dat deze mensen bij hem komen bakken en maken. Over bakken (later koken) verklaart hij dat dit het uiteindelijke maken van schone coke is die daarna verbruikt over versneden kan worden. Het maken is verpakken in sealtjes of plasticjes, dezelfde die de politie op tafel zag liggen.
Zo verklaart [A] dat een paar dagen geleden een persoon bij hem thuis 120 gram aan het bakken was. Op vraag hoe lang personen al bij [A] in huis komen om te koken verklaart hij dat dit is sinds hij zijn woning aan de [adres] in februari 2023 heeft gekregen. De huidige groep personen zou een keer of 6 à 7 bij hem thuis zijn geweest. Een vorig groepje een keer of 10 à 15, zo verklaart hij. Daarbij verklaart [A] dat de personen minimaal 30 gram en maximaal 120 gram koken wanneer ze bij hem zijn.
(…). Hij verklaart het gevoel te hebben ze wel en niet te kunnen weigeren. Wel omdat hij een volwassen vent is, mijn huis, mijn leven, zo verklaart hij. En niet, vanwege social media, smaad en bedreiging. Zo hebben ze als eens gezegd dat hij zijn kind nooit meer zou zien als hij niet mee zou werken.
[A] verklaart ook dat de personen in zijn woning soms stoer zitten te doen met een wapen. Ongeveer twee weken geleden zou een persoon aan hebben komen zetten met een wapen. Over wat voor soort wapen dit was, verklaart [A] dat het een Glock was of iets wat erop lijkt, hij denkt een 17. Met een magazijn voor 33 kogels. Over de persoon met dit wapen verklaart [A] : deze persoon 'is echt wel connected. Met grotere spelers'.
Wanneer [A] in een tweede aanvullend verhoor inhoudelijk door de politie wordt verhoord terzake verdenking van overtreding van de Opiumwet: het bereiden, bewerken, verwerken, aanwezig hebben en vervaardigen van verdovende middelen op lijst I (harddrugs) van de Opiumwet, geeft [A] na een aantal vragen aan zich zijn hele verhoor te beroepen op zijn zwijgrecht. (…)
Overige politie-informatie aanloop en overlast woning
Het adres [adres] te [woonplaats] en bewoner [A] zijn in de afgelopen weken onder bijzondere aandacht geweest van de politie. Meerdere buurtbewoners gaven de politie informatie over aanloop en beweging rondom het adres. Buurtbewoners deelden naast informatie ook foto's met de politie. Op de foto's waren veelal jonge mannen te zien. Zij waren op scooters. De personen kwamen dan aan bij het appartementencomplex. Soms werd aangebeld bij de centrale toegangsdeur. Soms klommen zij over de balustrade om vervolgens naar de galerij te klimmen en aan te bellen bij het adres op nummer [nummer] . Bewoners deelden met de politie dat zij het vermoeden hebben van drugshandel vanuit de woning op [adres] . De hiervoor omschreven aanloop op het genoemde adres gaat volgens buurtbewoners de hele dag door. Bezoekers zouden blijven komen en weggaan. Bewoners melden bij de politie ook dat er soms mannen voor de deur van de woning staan schreeuwen. Eén keer wordt daarbij door een buurtbewoner vernomen dat dit over geld zou gaan.
Op 23 mei 2024 heeft de politie contact met de woningbouw. De woningbouw laat aan de politie weten dat een bewoner van het complex gemeld heeft dat er overlast is van schimmige figuren die bij [A] op het genoemde adres aan de deur komen en naar binnen gaan. De bewoner heeft gemeld dat die hen ervan verdenkt dat er in of rond de woning in drugs gedeald wordt. (…)
Op 15 juni 2024 brengt de politie een bezoek aan [A] in zijn woning. [A] vertelt aan de politie een bij de politie bekende drugsdealer recent uit/bij de woning vandaag weggestuurd te hebben. [A] vertelt dat er op 11 mei 2024 een vechtpartij in zijn woning geweest zou zijn. Daarbij noemt [A] de namen van meerdere personen die bij de politie drugsgerelateerd bekend zijn. Eén van deze personen zou [A] met regelmaat vragen om te mogen blijven
verblijven/overnachten. [A] laat de persoon ook vaak binnen. Verder noemde [A] nog twee personen. Deze zouden beiden uit de buurt komen en sinds kort samen drugs dealen. (…)
Op 8 juli 2024 heeft de politie opnieuw contact met [A] in zijn woning. [A] vertelt dat hij afgelopen nacht bezoek zou hebben gehad van een bekende en twee andere personen die daarbij waren. De bekende van [A] wild drugs hebben. [A] zou gezegd hebben dat hij daar niet aan doet en toen zijn de personen boos vertrokken. (…) Ook vertelt [A] dat hij nog steeds mensen over de vloer krijgt als genoemd in de melding van 15 juni 2024. (…)
Op 9 oktober 2024 houdt de politie een postactie op het adres [adres] in verband met de bij de politie bekende signalen van het dealen van drugs. Omstreeks 17:10 uur ziet de politie een persoon van de trap van het appartementencomplex komen. Het leek er volgens de politie op dat de persoon papiergeld dubbelvouwde en in een broekzak stak. De politie ziet onder aan de trap een scooter geparkeerd staan die op naam staat van een persoon die bij de politie drugsgerelateerd bekend is. Later die dag omstreeks 20:18 uur ziet de politie scooter rijden in Bussum. De scooter rijdt naar een persoon toe die de politie omschrijft als een junkachtig type, Waarnaar de politie het zicht op de scooter en de persoon kwijtraakt.
Op 18 oktober 2024 houdt de politie opnieuw een postactie. Daarbij ziet de politie omstreeks 13:27 uur een voor de politie bekende drugsverslaafde persoon bij de woning. Ongeveer 20 minuten later verlaten deze zelfde persoon en [A] de woning.’