Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.De procedure
- de conclusie na het aanvullend deskundigenbericht van de [gedaagde] .
2.De verdere beoordeling
Volgt uit de door de [gedaagde] / [bedrijf] aan [eiseres] verstrekte constructietekening voor het sluiten van de aanneemovereenkomst (tekening nummer.: S_PLN28_00-S01, d.d. 19-03-2018, productie 10 bij akte overlegging producties, tevens conclusie van antwoord in reconventie van [eiseres] ) als ook uit de stukken zoals genoemd in de door [eiseres] aan de [gedaagde] gedane prijsaanbieding d.d. 30 augustus 2018, te weten:
Indien het antwoord op de vorige vraag nee is, zijn dan alle in rechtsoverweging 4.5. opgesomde meerwerkposten daarvan het (logische) gevolg en zo ja, waarom? Zo nee, welke niet en waarom niet?
Zijn er nog andere punten die u naar voren wilt brengen waarvan de rechter volgens u kennis dient te nemen bij de verdere beoordeling?
“openstaande meerwerkposten”behoort. In het bouwverslag zijn verschillende andere meerwerkposten aangeduid als
“goedgekeurde meer- en minderwerkopgaven”. Dit geldt niet voor meerwerkpost 4.
“werkbare werkdagen vanaf het gereedkomen van het heiwerk”.
“werkbare werkdag”is niet in de aannemingsovereenkomst gedefinieerd. Naar het oordeel van de rechtbank is het in de bedrijfstak gebruikelijk dat tijdens de bouwvak een sluiting van vier weken in acht genomen wordt en rond de kerst een sluiting van twee weken (zie ook RvA Bouw 18 september 2012, 71.788). Uit de stellingen van partijen over de overeengekomen oplevertermijn volgt ook dat zij met die zes weken per jaar en de weekenden rekening hebben gehouden.
“nieuwe termijn start bouwtijd na plaatsen betonnen wanden”. De [gedaagde] is tijdens die bouwvergadering vertegenwoordigd door medewerkers van [bedrijf] . Ook als de [gedaagde] wordt gevolgd in haar stelling dat er in de notulen alleen staat opgeschreven wat partijen hebben verklaard, volgt uit de notulen dat de [gedaagde] tijdens de bouwvergadering geen bezwaar heeft gemaakt tegen het op een later moment starten van de bouwtijd. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de [gedaagde] verklaard dat zij na ontvangst van de notulen ook niet heeft aangegeven dat zij het niet met de notulen eens was. Naar het oordeel van de rechtbank betekent het voorgaande dat partijen overeengekomen zijn dat de bouwtijd zou beginnen na het plaatsen van de betonnen wanden.