Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de oorspronkelijke dagvaarding van 9 januari 2024 met producties;
- het verstekvonnis van 10 april 2024 (met zaaknummer 10884591 UC EXPL 24-453; hierna: het verstekvonnis);
- de verzetdagvaarding van 7 november 2024 (aan te merken als de conclusie van antwoord);
- de akte vermeerdering van eis van [geopposeerde] , ontvangen op 30 januari 2025;
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de mondelinge behandeling van 11 februari 2025, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt en waar [geopposeerde] een leesbare versie van haar arbeidsovereenkomst heeft overgelegd.
2.De kern van de zaak
3.De beoordeling
De gemaakte kilometers met betrekking tot bezoeken voor werk verkeer worden voor € 0,28 cent per kilometer vergoed.” Dit betekent dat [geopposeerde] recht heeft op een kilometervergoeding van € 0,28 cent per kilometer en niet, zoals [opposant] aanvoert, op een vergoeding van € 0,21 cent per kilometer. Dit standpunt van [opposant] wordt daarom gepasseerd.
.De proceskosten (van de verstekprocedure én de verzetprocedure) van [geopposeerde] worden begroot op: