Uitspraak
uitspraak van de voorzieningenrechter van 13 maart 2025 in de zaak tussen
[verzoeker] , uit Oekraïne , verzoeker
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum
Inleiding
Beoordeling door de voorzieningenrechter
12 februari 2025 een besluit is in de zin van 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In de brief wordt aangegeven dat aan verzoeker de toegang tot de opvanglocatie(s) wordt ontzegd. Dat maakt dat de brief gericht is op gerechtsgevolg. De voorzieningenrechter constateert dat het bestreden besluit is genomen door een beveiliger dan wel de locatiemanager van de opvanglocatie(s). Uit het besluit of het dossier in deze procedure blijkt niet dat deze perso(o)n(en) daartoe bevoegd is/zijn namens het college. Uit de besluitvorming en het dossier blijkt verder niet duidelijk op welke datum het genoemde incident dat (in ieder geval) aan het besluit ten grondslag ligt heeft plaatsgevonden (8 of 9 februari 2025). Op de zitting is bovendien uitgelegd dat door het college is beoogd om ook alle andere incidenten uit de tijdlijn ten grondslag te leggen aan het besluit én dat het gaat om een ontzegging van de toegang tot alle opvanglocaties in Hilversum . Omdat deze geconstateerde gebreken in de beslissing op bezwaar kunnen worden hersteld ziet de voorzieningenrechter daarin op zichzelf geen aanleiding om de bij wijze van ordemaatregel getroffen voorziening op te heffen.
Beslissing
- zet de als ordemaatregel getroffen voorlopige voorziening voort;
- bepaalt dat de voorlopige voorziening vervalt zes weken nadat de beslissing op bezwaar aan verzoeker wordt bekendgemaakt;
- veroordeelt het college tot betaling van € 1.814,- aan proceskosten van verzoeker.
- bepaalt dat het college het griffierecht van € 194,- vergoedt.
13 maart 2025.