ECLI:NL:RBMNE:2025:107

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
10 januari 2025
Publicatiedatum
20 januari 2025
Zaaknummer
C/16/585833 / JE RK 24-2027
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van leerplicht en onderwijsmonitoring

Op 10 januari 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, een beschikking gegeven in de zaak van de minderjarige [minderjarige], geboren in 2009. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van [minderjarige] verlengd voor de duur van een jaar, tot 13 januari 2026. Dit besluit volgt op een verzoek van de gecertificeerde instelling SAMEN VEILIG MIDDEN-NEDERLAND, die de ondertoezichtstelling noodzakelijk acht om de voortgang van de LOI-opleiding en de sociaal-emotionele ontwikkeling van [minderjarige] te waarborgen. De moeder van [minderjarige] is het niet eens met de verlenging en stelt dat de ondertoezichtstelling alleen nodig is voor de financiering van de onderwijsvoorzieningen.

De kinderrechter heeft de procedure op 10 januari 2025 gevoerd met gesloten deuren, waarbij de moeder en vertegenwoordigers van de GI aanwezig waren. Tijdens de zitting heeft de kinderrechter [minderjarige] gehoord en de situatie besproken. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [minderjarige] sinds 13 januari 2023 onder toezicht staat en dat de ondertoezichtstelling eerder is verlengd tot 13 januari 2025. De GI heeft aangegeven dat de doelen van de ondertoezichtstelling nog niet zijn behaald, aangezien [minderjarige] momenteel onderwijs volgt via LOI, wat niet als reguliere onderwijsvorm wordt beschouwd.

De kinderrechter heeft in zijn beoordeling de wettelijke criteria van artikel 1:255 BW in acht genomen en geconcludeerd dat de verlenging van de ondertoezichtstelling gerechtvaardigd is. De kinderrechter heeft de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De kinderrechter heeft benadrukt dat de continuïteit van de financiering van de onderwijsvoorzieningen van groot belang is en dat de GI toezicht moet houden op de voortgang van [minderjarige].

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Utrecht
Zaaknummer: C/16/585833 / JE RK 24-2027
Datum uitspraak: 10 januari 2025
Beschikking van de kinderrechter over een verlenging ondertoezichtstelling
in de zaak van
de gecertificeerde instelling
SAMEN VEILIG MIDDEN-NEDERLAND,
gevestigd te Utrecht,
hierna te noemen: de GI,
over
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2009 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:
[moeder],
hierna te noemen: de moeder,
wonende in [woonplaats] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt het verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 17 december 2024 mee in de beoordeling.
1.2.
De zitting met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 10 januari 2025. Daarbij waren aanwezig:
- de moeder;
- [A] en [B] namens de GI.
De medewerkers van de GI waren via een telefoonverbinding aanwezig.
1.3.
De kinderrechter heeft [minderjarige] naar haar mening gevraagd. [minderjarige] heeft hierover een gesprek gevoerd met de kinderrechter. Tijdens de zitting heeft de kinderrechter samengevat wat [minderjarige] heeft verteld. De aanwezigen hebben daarop kunnen reageren.

2.De feiten

2.1.
De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige] .
2.2.
[minderjarige] woont bij haar moeder.
2.3.
[minderjarige] staat sinds 13 januari 2023 onder toezicht. De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 28 december 2023 de ondertoezichtstelling van [minderjarige] verlengd tot 13 januari 2025.

3.Het verzoek

3.1.
De GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [minderjarige] te verlengen voor de duur van een jaar en de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Volgens de GI zijn de doelen van de ondertoezichtstelling nog niet behaald. [minderjarige] volgt nu weliswaar onderwijs via LOI, maar dat is geen reguliere onderwijsvorm. De GI vindt verlenging van de ondertoezichtstelling nog nodig om de voortgang van de LOI-opleiding en de sociaal-emotionele ontwikkeling van [minderjarige] te kunnen waarborgen en monitoren. Bovendien is verlenging van de ondertoezichtstelling één van de voorwaarden die Leerplicht heeft gesteld in de constructie om de LOI-opleiding te gedogen.

4.De standpunten

De moeder is het niet eens met de verlenging van de ondertoezichtstelling. Volgens haar is de ondertoezichtstelling alleen nodig voor de financiering van [locatie] en dat vindt ze absurd. Het onderwijs voor [minderjarige] is nu geregeld en dat zou genoeg moeten zijn om de ondertoezichtstelling te beëindigen.

5.De beoordeling

5.1.
De kinderrechter verlengt daarom de ondertoezichtstelling van [minderjarige] voor de duur van een jaar. [1]
5.2.
Op basis van de stukken en de zitting is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). [minderjarige] heeft bijna twee jaar lang geen enkele vorm van onderwijs gevolgd. Dit komt omdat zij van haar voormalige school is verwijderd, volgens deze school wegens wangedrag. Dat wangedrag wordt door de moeder en [minderjarige] overigens betwist. [minderjarige] en haar moeder betwisten ook de juistheid van de voor [minderjarige] afgegeven indicatie voor speciaal onderwijs en hebben volhard in hun weigering daaraan mee te werken.
5.3.
Sinds 19 februari 2024 gaat [minderjarige] dagelijks naar [locatie] . Dat gaat goed. Ze komt daar elke schooldag en heeft daar hard gewerkt om haar leerachterstand in te halen. Het doel van betrokkenheid van [locatie] was om [minderjarige] te ondersteunen en begeleiden en te onderzoeken of een terugkeer naar het regulier onderwijs mogelijk was. Dit bleek niet mogelijk. De moeder en [locatie] hebben [minderjarige] op ruim 20 scholen ingeschreven, maar geen enkele school heeft haar als leerling aangenomen, vanwege het dossier over [minderjarige] . Dit heeft in oktober 2024 geleid tot een overleg tussen de GI, de moeder, [locatie] en Leerplicht, waarin uiteindelijk is besloten om [minderjarige] een LOI-opleiding te laten volgen. Omdat hiervoor geen vrijstelling van leerplicht kan worden afgegeven, gaat Leerplicht deze situatie gedogen onder de volgende voorwaarden:
- [locatie] blijft betrokken en [minderjarige] zal vijf dagen per week naar [locatie] gaan voor haar onderwijs;
- De ondertoezichtstelling wordt met één jaar verlengd, zodat de GI toezicht kan houden en de financiering voor [locatie] kan regelen.
- Elke drie maanden vindt er een evaluatiegesprek plaats.
- Er wordt inzicht gegeven over de voortgang van de LOI-opleiding.
5.4.
Inmiddels is [minderjarige] al een tijdje bezig met de Havo bij LOI en ook dat gaat goed. Ze gaat vijf dagen per week naar [locatie] waar ze één-op-één begeleiding krijgt. Dit maatwerktraject lijkt dus een positieve stap te zijn, maar [minderjarige] is pas net begonnen met haar LOI-opleiding. Het is voor de cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van [minderjarige] belangrijk dat zij deze vorm van onderwijs blijft volgen. Omdat dit maatwerktraject geen regulier onderwijs is - terwijl dat wel het doel van de ondertoezichtstelling was - en de moeder [minderjarige] , ondanks de daarvoor afgegeven indicatie, niet wil aanmelden voor het speciaal onderwijs, is het nodig dat de GI dit de komende periode zal blijven monitoren. Als deze positieve ontwikkeling zich doorzet en [minderjarige] zich voldoende blijft ontwikkelen, is een vervroegde afsluiting van de ondertoezichtstelling mogelijk, aldus de GI, maar daarvoor is het nu nog te vroeg. Bovendien is een ondertoezichtstelling nodig om te waarborgen dat [minderjarige] dit maatwerktraject kan blijven volgen, omdat de financiering voor [locatie] via de ondertoezichtstelling geregeld wordt. Het is zeker niet denkbeeldig dat de financiering in een vrijwillig kader in gevaar zal komen, omdat de één-op-één begeleiding zeer kostbaar is. Het is de GI die dit geregeld heeft en de continuïteit kan garanderen. Met haar bozige en ontevreden houding lijkt de moeder dit toch enigszins te miskennen.
5.5.
De kinderrechter verklaart de beslissing uitvoerbaar bij voorraad, zoals is verzocht. Dat wil zeggen dat de beslissing direct geldt, ook als iemand in hoger beroep gaat.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verlengt de ondertoezichtstelling van [minderjarige] tot 13 januari 2026;
6.2.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 10 januari 2025 door mr. M.A.A.T. Engbers, kinderrechter, in aanwezigheid van M. Hoogeveen-van de Vrede als griffier, en op schrift gesteld op 16 januari 2025.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING SECRETARIS!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING RECHTER!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR STEMPELS!
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
  • door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden.

Voetnoten

1.Artikel 1:260, eerste lid, BW.