In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 19 februari 2025, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had een aanvraag ingediend op 21 november 2023 voor aanvullende compensatie voor werkelijke schade bij de Commissie Werkelijke Schade. Verweerder, de Dienst Toeslagen, had niet tijdig beslist op deze aanvraag, wat aanleiding gaf tot het indienen van een beroep. De rechtbank constateerde dat de beslistermijn was overschreden en dat eiseres op correcte wijze in gebreke had gesteld. De rechtbank oordeelde dat verweerder alsnog een besluit moest nemen, met een uiterste datum van 23 april 2025. Tevens werd er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat verweerder de termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres kreeg ook een vergoeding voor de proceskosten van € 453,50 en het door haar betaalde griffierecht van € 51,- moest door verweerder worden vergoed. De uitspraak benadrukt de verplichtingen van bestuursorganen bij het tijdig nemen van besluiten en de mogelijkheden voor bestuursrechtelijke rechtsbescherming.