ECLI:NL:RBMNE:2025:1056

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
27 februari 2025
Publicatiedatum
13 maart 2025
Zaaknummer
UTR 24/1140
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig nemen van beslissing op WOZ-aanvraag

In deze zaak heeft eiser op 11 januari 2024 beroep ingesteld bij de Rechtbank Midden-Nederland, omdat de heffingsambtenaar van de gemeente Huizen niet tijdig had beslist op zijn aanvraag van 3 mei 2023 voor een WOZ-beschikking. De rechtbank stelt vast dat eiser op 29 december 2023 de WOZ-beschikking per e-mail had ontvangen, waardoor hij al bekend was met de beslissing voordat hij beroep instelde. De rechtbank benadrukt dat een beroep tegen het niet tijdig beslissen alleen kan worden ingesteld zolang er nog geen besluit is genomen. Aangezien eiser al op de hoogte was van de WOZ-beschikking, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. De rechtbank komt niet toe aan de beoordeling van de overige gronden van eiser en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. E.M. van der Linde en is openbaar uitgesproken op 27 februari 2025.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/1140

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 februari 2025 in de zaak tussen

[eiser], uit [woonplaats] , eiser,

(gemachtigde: mr. J.W. Vugts),
en

De heffingsambtenaar van de gemeente Huizen, verweerder,

(gemachtigde: I. Beek).

Inleiding

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiser heeft ingesteld op 11 januari 2024, omdat de heffingsambtenaar niet tijdig heeft beslist op zijn aanvraag van 3 mei 2023 om aan hem een WOZ-beschikking op naam toe te zenden.

Overwegingen

1. De rechtbank stelt voorop dat een betrokkene beroep kan instellen bij de rechtbank als een bestuursorgaan niet op tijd beslist op een aanvraag of bezwaarschrift. Voordat betrokkene beroep kan instellen, moet hij per brief aan het bestuursorgaan laten weten dat binnen twee weken alsnog beslist moet worden op zijn aanvraag of bezwaar (de zogenoemde ingebrekestelling). Als er na die twee weken nog steeds geen besluit is, dan kan de betrokkene beroep instellen. [1]
2. De rechtbank stelt vast dat eiser per e-mail op vrijdag 29 december 2023 naar zijn gemachtigde de door hem ontvangen WOZ-beschikking op naam heeft toegezonden. Op 11 januari 2024 heeft eiser bij de rechtbank beroep ingesteld, omdat de door hem aangevraagde WOZ-beschikking op naam uitbleef. Voorafgaand aan het instellen van dit beroep bij de rechtbank was eiser dus al bekend met de WOZ-beschikking op naam. Dat betekent dat het beroep van eiser tegen het niet tijdig beslissen op zijn aanvraag niet-ontvankelijk is. Een beroep tegen het niet tijdig beslissen kan namelijk alleen maar worden ingesteld zolang er nog geen besluit is.
3. De rechtbank komt niet toe aan de beoordeling van de overige gronden van eiser. Voor een proceskostenveroordeling bestaat ook geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.M. van der Linde, rechter, in aanwezigheid van mr. R. van Manen, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 27 februari 2025.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (belastingkamer), Locatie Arnhem, Postbus 9030, 6800 EM Arnhem.
Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Dit staat (onder andere) in artikel 6:12 van de Awb.