Uitspraak
1.DE VENNOOTSCHAP ONDER FIRMA [eiseres] ,
2.
[eiser sub 2] , VENNOOT,
3.
[eiser sub 3] , VENNOOT,
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak gaat het om een geschil tussen eiseres, een vennootschap onder firma, en gedaagde, een B.V., over de betaling van facturen die verband houden met hun samenwerking in de uitvoerende kunst. Eiseres heeft gedaagde op 2 juli 2024 gedagvaard, waarna gedaagde verweer heeft gevoerd en een eis in reconventie heeft ingesteld. De kern van het geschil betreft de vraag welke facturen nog openstaan en of gedaagde te veel heeft betaald. Gedaagde stelt dat zij twee facturen dubbel heeft betaald en dat de vorderingen van eiseres verjaard zijn. De kantonrechter heeft op 12 maart 2025 geoordeeld dat de betalingen van gedaagde betrekking hadden op de oudste nog openstaande facturen en dat gedaagde nog een bedrag van € 18.926,22 aan eiseres moet betalen. De vordering in reconventie van gedaagde is afgewezen, evenals de vordering van eiseres tot betaling van een verrekende factuur van gedaagde. De kantonrechter heeft ook de buitengerechtelijke incassokosten toegewezen, maar gematigd tot € 964,26. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.