Op 25 februari 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van vier minderjarigen, [minderjarige 1], [minderjarige 2], [minderjarige 3] en [minderjarige 4]. De kinderrechter oordeelde dat de zorgen om de kinderen nog steeds aanwezig zijn, ondanks positieve stappen die zijn gezet. De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag en de kinderen wonen bij hun moeder. De kinderrechter heeft eerder, op 5 september 2024, de ondertoezichtstelling ingesteld tot 11 maart 2025. De gecertificeerde instelling, William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, heeft verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling voor een jaar, wat de kinderrechter heeft toegewezen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders niet zijn verschenen op de zitting, maar dat zij wel correct zijn opgeroepen. De kinderrechter heeft de mening van [minderjarige 1] gevraagd, maar deze heeft geen mening gegeven. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de toename van onrust binnen het gezin, mede door het wegvallen van hulp van Triade Vitree, een verlenging van de ondertoezichtstelling noodzakelijk maakt. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.