ECLI:NL:RBMNE:2025:1015
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 24 februari 2025, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de Dienst Toeslagen van 28 februari 2023 behandeld. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een besluit, maar zijn bezwaar werd niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat eiser het griffierecht van € 50,- niet had betaald. Dit griffierecht is verplicht volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank legt uit dat als het griffierecht niet op tijd wordt betaald, de hoofdregel is dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk kan behandelen, tenzij er geldige redenen zijn voor het niet betalen.
De rechtbank heeft eiser op 16 augustus 2024 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat hij het griffierecht binnen vier weken moest betalen. Deze brief kon echter niet bezorgd worden, en na meerdere pogingen heeft PostNL de brief retour gezonden. De rechtbank heeft vervolgens op 24 september 2024 nogmaals een brief per gewone post verzonden, maar het griffierecht is niet ontvangen. Eiser heeft geen geldige reden gegeven voor het niet betalen van het griffierecht.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep niet inhoudelijk kan worden behandeld en heeft het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard op basis van artikel 8:54 Awb. Eiser krijgt geen gelijk en er wordt geen vergoeding van proceskosten toegekend. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. I. Helmich, rechter, in aanwezigheid van L. El Kabch, griffier.