Op 22 februari 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en de burgemeester van de gemeente Zeist. De zaak betreft de intrekking van vergunningen voor twee horeca gelegenheden door de burgemeester. De vergunningen werden ingetrokken met een besluit van 6 april 2022, en het bezwaar van de eiser tegen deze intrekking werd ongegrond verklaard op 10 januari 2023. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 22 februari 2024 was eiser niet aanwezig, maar de burgemeester werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de exploitatie van de shishalounge en het café na de intrekking van de vergunningen in 2022 is beëindigd. Bovendien is de huurovereenkomst van eiser met de eigenaar van de panden ontbonden, en de panden zijn inmiddels in gebruik genomen door een andere exploitant. Hierdoor kwam de vraag op of eiser nog procesbelang had bij de procedure. De rechtbank oordeelde dat, gezien deze ontwikkelingen, eiser geen belang meer had bij het herleven van zijn vergunningen.
De burgemeester heeft tijdens de zitting aangeboden om de proceskosten van eiser te vergoeden, wat de rechtbank als een erkenning van de onrechtmatigheid van de besluiten beschouwde. Echter, omdat eiser geen procesbelang meer had, werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een nadere veroordeling in proceskosten, gezien het aanbod van de burgemeester. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.