In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen, omdat zij van mening is dat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar bezwaren van 8 juni 2021 en 28 april 2022. Deze bezwaren betroffen de afwijzing van de lichte toets voor compensatie van de kinderopvangtoeslag. Eiseres heeft op 22 november 2022 een verweerschrift ontvangen van verweerder, maar geen van de partijen heeft verzocht om een zitting. De rechtbank heeft daarop het onderzoek gesloten.
De rechtbank overweegt dat tegen het niet tijdig nemen van een besluit beroep kan worden ingesteld, zodra het bestuursorgaan in gebreke is en twee weken zijn verstreken na een schriftelijke ingebrekestelling. In deze zaak is niet in geschil dat de beslistermijn is overschreden. Eiseres heeft haar beroep ingesteld meer dan twee weken na de ingebrekestelling van 26 oktober 2022.
De rechtbank verklaart het beroep gegrond en draagt verweerder op om alsnog binnen zes weken na de uitspraak te besluiten op de bezwaarschriften. Tevens wordt verweerder verplicht om een dwangsom van € 100,- per dag te betalen voor elke dag dat hij de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt een vergoeding van € 218,75 voor de proceskosten, terwijl er geen griffierecht verschuldigd is. De uitspraak is gedaan door mr. M. Eversteijn en is openbaar uitgesproken op 26 februari 2024.