ECLI:NL:RBMNE:2024:957

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
22 februari 2024
Publicatiedatum
22 februari 2024
Zaaknummer
05/022965-23 en 16/263347-22 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mensenhandel en seksuele uitbuiting van minderjarigen met gebruik van sociale media

Op 22 februari 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensenhandel en seksuele uitbuiting van minderjarigen. De zaak betreft twee slachtoffers, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], die door de verdachte werden gedwongen om naaktfoto's en video's van zichzelf te maken en deze te verkopen via sociale media. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 2 augustus 2021 tot en met 1 maart 2022, samen met een ander, [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het maken en verspreiden van seksueel getinte beelden. Daarnaast heeft hij [slachtoffer 2] onder druk gezet om geld te betalen, met dreigementen om haar naaktbeelden openbaar te maken. De verdachte ontkende de beschuldigingen en wees naar anderen, maar de rechtbank achtte de verklaringen van de slachtoffers consistent en betrouwbaar. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan mensenhandel, het bezit en de verspreiding van kinderporno, en het dwingen van slachtoffers tot het maken van seksueel getinte beelden. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 20 maanden, een geldboete van € 475,- en moet schadevergoeding betalen aan de slachtoffers. De rechtbank heeft ook een contactverbod opgelegd voor de duur van drie jaar.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummers: 05/022965-23 en 16/263347-22 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 22 februari 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [2003] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] te [woonplaats] ,
op dit moment gedetineerd te [verblijfplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 23 januari 2023, 20 april 2023, 11 augustus 2023, 26 september 2023, 28 november 2023, 1 februari 2024 (inhoudelijke behandeling) en 8 februari 2024 (sluiting).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officieren van justitie mr. D.M.A. van der Zwan en mr. S. Mirshahi (hierna te noemen: de officier van justitie) en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. G.W.L.A.M. Koppen, advocaat te Eindhoven naar voren hebben gebracht, alsmede van hetgeen benadeelde partij [slachtoffer 1] en haar raadsvrouw mr. J.A. van der Lem, en van hetgeen benadeelde partij [slachtoffer 2] naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er in het kort op neer dat verdachte:
In de zaak 05/022965-23
1.
zich in de periode van 2 augustus 2021 tot en met 1 maart 2022 te Ede, samen met een ander, heeft bezig gehouden met mensenhandel/seksuele uitbuiting van [slachtoffer 1] ;
2.
in de periode van 2 augustus 2021 tot en met 1 maart 2022 te Ede, samen met een ander, kinderporno van [slachtoffer 1] in bezit heeft gehad, aangeboden en verspreid;
3.
primair:
in de periode van 2 augustus 2021 tot en met 1 maart 2022 te Ede, samen met een ander, [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het posten/verzenden van (nieuwe) seksueel getinte foto's
en/of video's, het dulden dat dit materiaal wordt verspreid, verkocht en/of openbaar wordt gemaakt, en/of het afgeven van wachtwoorden van sociale media en/of telefoonnummers;
subsidiair:
in de periode van 2 augustus 2021 tot en met 1 maart 2022 te Ede, samen met een ander, heeft geprobeerd [slachtoffer 1] te dwingen tot het voorgaande;
In de zaak 16/263347-22
1.
in de periode van 21 september tot en met 12 oktober 2022 te Veenendaal en/of Ede,
[slachtoffer 2] , onder bedreiging van het online zetten van seksueel getinte foto’s/filmpjes heeft geprobeerd te dwingen tot afgifte van € 20.000,-
2.
in de periode van 12 oktober 2022 tot en met 17 oktober 2022 te Veenendaal,
[slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] , onder bedreiging van het online zetten van seksueel getinte foto’s/filmpjes van [slachtoffer 2] , heeft geprobeerd te dwingen tot afgifte van € 15.000,-
3.
op 12 oktober 2022 te Veenendaal, samen met een ander, van [slachtoffer 2] vier filmpjes waarop te zien was dat die [slachtoffer 2] geheel of gedeeltelijk ontkleed is, openbaar heeft gemaakt.

3.VOORVRAGEN

Voordat de rechtbank een inhoudelijke beslissing kan nemen in de zaak tegen verdachte, moet zij eerst kijken of aan de in de wet gestelde voorvragen is voldaan.
Dat is het geval: de dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd om deze zaak te beoordelen, de officier van justitie mag verdachte vervolgen en er zijn geen redenen om de vervolging uit te stellen.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
In de zaak 05/022965
De officier van justitie acht het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
Voor zover hier van belang heeft de officier van justitie nog de volgende toelichting gegeven.
Het onder 1 ten laste gelegde feit, te weten mensenhandel/seksuele uitbuiting, is bewezen voor zover het betreft het ‘werven’ van [slachtoffer 1] . Verdachte dient (partieel) te worden vrijgesproken van de overige onder sub 2º tenlastegelegde handelingen.
Het onder 2 tenlastegelegde feit, is bewezen voor zover het betreft het, samen met een ander, vervaardigen en verspreiden van kinderpornografische foto’s en video’s van [slachtoffer 1] . Verdachte dient (partieel) te worden vrijgesproken van het vervaardigen en verspreiden van het filmpje waarin de naakte [slachtoffer 1] (van achteren) wordt gepenetreerd.
In de zaak 16/263347-22
De officier van justitie acht het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen, met uitzondering van het medeplegen. Uit onderzoek blijkt dat verdachte onder meer gebruik heeft gemaakt van het telefoonnummer [telefoonnummer] .
4.2
Het standpunt van de verdediging
In de zaak 05/022965-23
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder 1,2 en 3 ten laste gelegde omdat het wettig en overtuigend bewijs ontbreekt.
De belastende verklaringen van [slachtoffer 1] zijn niet betrouwbaar en de ontkennende verklaringen van verdachte hebben meer overtuigingskracht. Uit het dossier blijkt dat [slachtoffer 1] liegt over het hebben van seksueel contact met verdachte en over haar leeftijd. Ook beweert [slachtoffer 1] in het studioverhoor het account ‘ [accountnaam 1] ’ niet te kennen, terwijl dit account op haar telefoon is aangetroffen en zij via dit account meermalen contact heeft gehad met verdachte. [slachtoffer 1] stelt dat zij veelvuldig contact met verdachte heeft gehad, maar het bewijs daarvan ontbreekt. Hoewel verdachte, samen met anderen, gebruik heeft gemaakt van de zakelijke account van ‘ [zakelijk account] ’ en hij de promotie daarvan voor zijn rekening heeft genomen, is verdachte niet de gebruiker van het account met de naam ‘ [naam 1] ’. Het account waarop [slachtoffer 1] naaktfoto’s heeft aangeboden ( [naam 2] ) is weliswaar aangemaakt op het IPadres van de ouderlijke woning van verdachte maar, omdat ook anderen aantoonbaar van dit IP-adres gebruik hebben gemaakt, betekent dat niet dat verdachte daarbij betrokken is geweest. De Samsung telefoon met belastende gegevens die in de ouderlijke woning in beslag is genomen was al enige tijd niet (meer) bij verdachte in gebruik en was voor algemeen gebruik.
Ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde feit is, in aanvulling op het voorgaande, van belang dat op de telefoon van verdachte geen kinderporno is aangetroffen.
In de zaak 16/263347-22
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder 1,2 en 3 ten laste gelegde.
Er is onvoldoende bewijs voor het onder 1 tenlastegelegde feit. De indruk is dat [slachtoffer 2] de beelden vrijwillig in een digitale flirt ter beschikking heeft gesteld en er is onvoldoende bewijs dat zij daarbij en daarmee door verdachte onder druk is gezet. Bovendien verwijst [slachtoffer 2] naar anderen: met betrekking tot het verzoek om foto’s en filmpjes te maken verwijst zij naar ‘ [A] ’ en het geldbedrag zou zijn afgedreigd door ‘ [B] ’.
Verdachte betwist dat hij de dader is van de onder 2 en 3 tenlastegelegde feiten. Uit het dossier blijkt dat niet verdachte maar (andere) personen in zijn directe nabijheid bij deze feiten betrokken zijn geweest. [slachtoffer 2] heeft op 10 oktober 2022 melding gedaan van afpersing. Dat verdachte niet bij deze afpersing betrokken is blijkt doordat [slachtoffer 2] verdachte de dag daarna thuis heeft bezocht en hem een liefdevol berichtje heeft gestuurd. Ook heeft [slachtoffer 2] verdachte om hulp gevraagd vanwege [B] . Verder zijn de telefoonnummers van de familie [familie] niet aangetroffen bij verdachte. Het is ook niet logisch dat verdachte de afperser zou zijn omdat de naam van verdachte wordt genoemd in een bericht aan de broer van [slachtoffer 2] en omdat verdachte de broer van [slachtoffer 2] met zijn (verdachtes) eigen telefoon heeft gebeld. Het telefoonnummer waarmee is afgedreigd ( [telefoonnummer] ) is niet van verdachte maar van iemand (anders) in zijn nabijheid, dat blijkt onder meer omdat dit nummer door iemand (anders) uit de telefoon is verwijderd nadat verdachte was aangehouden.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Aanleiding onderzoeken
Onderzoek Praag - de zaak 05/022965-23
Op 6 april 2022 heeft [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1] ) aangifte gedaan tegen ' [verdachte] uit [woonplaats] ' die gebruik zou maken van het Telegram account ' [zakelijk account] '. Er zou mogelijk ook sprake zijn van een loopjongen, [A] . Ook noemde aangeefster het telefoonnummer [telefoonnummer] . Door de politie is in de systemen gezocht op de naam [zakelijk account] en het telefoonnummer. Daaruit kwam een aangifte naar voren tegen [verdachte] , geboren op [2003] te [geboorteplaats] naar aanleiding waarvan het onderzoek IJsbreker was gestart. De politie komt aan de hand van onderzoeksgegevens uit onderzoek IJsbreker tot de conclusie dat ' [verdachte] uit [woonplaats] ' waarover aangeefster heeft verklaard, zeer waarschijnlijk [verdachte] , geboren op [2003] te [geboorteplaats] , is (verdachte).
Het, naar aanleiding van de aangifte van [slachtoffer 1] bij de Eenheid Noord-Holland gestarte, onderzoek Komodo is voor verder onderzoek overgedragen aan Eenheid OostNederland in verband met de woonplaats van verdachte [verdachte] . In OostNederland is vervolgens het onderzoek Praag gestart.
Onderzoek Doorn - de zaak 16/263347-22
Op 17 oktober 2022 heeft [slachtoffer 2] (hierna: [slachtoffer 2] ) aangifte gedaan tegen ‘ [B] ’ en ‘ [verdachte] ’ vanwege het maken van filmpjes en dreiging om foto’s en filmpjes van haar online te zetten als er geen geld (€ 20.000) zou worden betaald. Volgens aangeefster woont [verdachte] in [woonplaats] en maakt hij gebruik van telefoonnummer [telefoonnummer] .
Uit onderzoek van de eenheid Midden-Nederland naar het telefoonnummer [telefoonnummer] blijkt dat dit op naam staat van [verdachte] , wonende aan de [adres] in [woonplaats] .
Gevoegde behandeling
Het onderzoek Praag is op verzoek van de officier van justitie overgedragen aan de politie eenheid Midden-Nederland. De rechtbank heeft ter terechtzitting van 26 september 2023 bevolen dat de zaken ‘Praag’ en ‘Doorn’ gevoegd zullen worden behandeld.
Bewijsmiddelen [1]
In de zaak 05/022965
Feit 1: mensenhandel/seksuele uitbuiting
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat ze [verdachte] in de zomervakantie van 2021 heeft leren kennen via de app [appnaam] . Tijdens een chatgesprek met [verdachte] vertelde [slachtoffer 1] dat zij geld wilde verdienen. [verdachte] gaf aan dat hij wel iets voor haar wist, dat ze met jongens moest gaan praten op een Snap- en Insta account genaamd ‘ [accountnaam 2] ’. Zij zou hier geld voor krijgen. [2] [verdachte] had al een account en [slachtoffer 1] moest daar inloggen. [3] Het account van [verdachte] was ‘ [accountnaam 3] ’ en ‘ [accountnaam 2] ’. [slachtoffer 1] ging op ‘ [accountnaam 2] ’. [4]
Verdachte heeft verklaard dat hij [slachtoffer 1] via [appnaam] heeft leren kennen in augustus 2021, dat hij met haar in gesprek is geweest, dat ze elkaar hebben toegevoegd op snapchat en dat [slachtoffer 1] de volgende dag bij hem thuis langs is gekomen. [5]
In de iPhone 12 van verdachte (verdachte verklaart dat hij een iPhone 12 heeft [6] en deze is in de woning van verdachte in beslag genomen [7] ) zijn de volgende snapchataccounts gevonden: ‘ [Snapchataccount 1] ’ en ‘ [Snapchataccount 2] ’. [8] Het account ‘ [Snapchataccount 1] ’ is gecreëerd op 16 februari 2021 [9] op het IP-adres dat is afgegeven op het woonadres van verdachte. Bij het account hoort het e-mailadres [e-mailadres] @gmail.com’ [10] . Op de iPhone 12 van verdachte staan chats die verstuurd zijn vanuit het Instagram account ‘ [Instagram account] (owner)’. [11]
Op de Samsung die in een ander onderzoek naar verdachte in beslag is genomen [12] is het Gmail account ‘ [e-mailadres] @gmail.com’ aangetroffen en een notitie met ‘ [notitie] ’ en de term ‘ [wachtwoord] ’ [13] .
Op de telefoon van [slachtoffer 1] [14] is het emailadres ‘ [e-mailadres] @gmail.com’ aangetroffen [15] , een Whatsappgesprek tussen [slachtoffer 1] en iemand die [C] heet, waar [slachtoffer 1] aangeeft dat ze Instagram heeft onder de naam ‘ [Instagram account] ’ [16] , en tevens is het Snapchat account ‘ [Instagram account] ’ en daarbij het wachtwoord ‘ [wachtwoord] ’ op de telefoon aangetroffen volgens een verbalisant. [17]
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat zij in eerste instantie naaktfoto’s van een ander meisje, de exvriendin van [verdachte] , die in het Snapchataccount stonden, moest doorsturen. [18] Ze moest ook een prijslijst sturen. Er was een goud, zilver en brons abonnement van respectievelijk 45, 35 en 25 euro en afhankelijk van het abonnement kreeg de klant 10, 20 of 30 naaktfoto's. Na ongeveer 2 tot 3 weken moest zij van [verdachte] eigen foto's gaan gebruiken. [slachtoffer 1] heeft toen naaktfoto's en -video's van zichzelf gemaakt zonder haar gezicht en zette dat op haar ‘verhaal' op Snapchat, zodat de volgers het konden zien. Ook belde en videobelde zij met mannen tegen betaling. [19] [verdachte] zette haar foto's ook op Telegram [20] en op datingapps zoals Tinder. Zij moest de foto's en video's aanleveren en [verdachte] regelde de rest. [verdachte] beheerde de accounts en [slachtoffer 1] moest met de mensen praten die haar een bericht stuurden. [21] [verdachte] controleerde elke avond wat zij deed op het account. [22] Als mensen een foto of video wilden kreeg [slachtoffer 1] via Telegram een tikkie van iemand die voor [verdachte] werkte en die de naam ' [A] ' gebruikte. [slachtoffer 1] kopieerde de tikkie en stuurde deze door naar de klant op Snapchat. Vervolgens vroeg [slachtoffer 1] via Telegram aan [A] of de betaling binnen was en, zodra er was betaald, stuurde [slachtoffer 1] de foto's of video's via Snapchat naar de klant. Volgens [slachtoffer 1] heeft zij zelf nooit betaald gekregen voor haar werkzaamheden [23] omdat zij geen bankpas had en niet online kon bankieren. [24]
Op de telefoon van [slachtoffer 1] is een afbeelding aangetroffen waarop een prijslijst is te zien met wat een afnemer bij respectievelijk Premium, Brons, Zilver en Gold moet betalen in ruil voor naaktfoto's en voor sexdates. Onder deze afbeelding van de prijslijst staat de naam ‘ [fakenaam verdachte] ’ en de datum 4 september 2021 [25] . [slachtoffer 1] heeft verklaard dat verdachte op Telegram [Telegram naam verdachte] heette. [26]
In de Samsung die in een ander onderzoek naar verdachte in beslag is genomen is een chat gevonden tussen [verdachte] en [D] waarin [verdachte] als [chatnaam verdachte] aangeeft dat hij @ [fakenaam verdachte] op Telegram ( [Telegram account fakenaam verdachte] ) gebruikt. [27] In dezelfde Samsung is in whatsapp als aanvullende naam opgenomen [fakenaam verdachte] . [28]
Op de telefoon van [slachtoffer 1] zijn seksueel getinte video’s [29] en foto’s (genummerd 019-021-025-029-032-036-039-041-043-045) van haar gevonden die zij heeft gebruikt om naar klanten te sturen. [30] Ook zijn op haar telefoon social media berichten aangetroffen waarin over seks wordt gepraat en waarin zij als ‘ [naam 2] ’ video’s en foto’s stuurt tegen betaling. [31]
Daarnaast zijn op haar telefoon meerdere Whatsapp gesprekken aangetroffen waarop zij Promo, Bronze, Zilver en Gold verkoopt door middel van Tikkies. [32] Verder zijn op de telefoon Telegram berichten gevonden waarin zij [A] om Tikkies vraagt, vervolgens stuurt [A] haar Tikkies en zijn bankrekeningnummer [rekeningnummer] en vraagt zij aan [A] om bevestiging of er al betaald is. [33]
Ook stuurt [A] haar de volgende berichten:
op 19 december 2021
“Ga erop” [34] en
op 8 januari 2022
“Ga erop”en
op 9 januari 2022
“log in”en
“ben je actief” [35] en
op 11 januari 2022
“Als ik weer geen 24 uur chats zie gaat er 5% af”en op 20 januari 2022
“Waar bn je allemaal mee bezig. Heb je vrije dag gekregen ofso”en, nadat [slachtoffer 1] aangeeft dat ze stage loopt
“Hier gaat je baas ni blij mee zijn. Ga op die kk app voor die nog gekker word dandie al is”. [36]
[slachtoffer 1] heeft hierover verklaard dat werd bedoeld dat zij haar werk niet goed deed. [37]
Uit onderzoek blijkt dat het bankrekening [rekeningnummer] op naam staat van [medeverdachte] . [38] De transacties van bankrekening [rekeningnummer] zijn opgevraagd over de periode 1 september 2021 tot en met 31 maart 2022. In die periode is een bedrag van € 2.180,81 bijgeschreven. Verhoudingsgewijs kwamen er veel ontvangsten uit Tikkies binnen, namelijk 115 betalingen van in totaal € 1.289,50. Er werd 21 maal contant geld gepind, á € 1.380. [39]
De ontvangen Tikkies zijn vergeleken met de chats in Telegram tussen [slachtoffer 1] en [A] . [40] Daaruit blijkt onder meer dat er in de periode van 18 december 2021 tot en met 21 januari 2022 41 ontvangsten uit Tikkies op de rekening binnen komen, waarvan 31 Tikkies tot een bedrag van in totaal € 475,00 te koppelen zijn aan de chatgesprekken tussen [slachtoffer 1] en [A] . De overige Tikkies lijken ook afkomstig te zijn van klanten gelet op het kenmerk in de omschrijving zoals Gold, Zilver of Promo. [41]
Verdachte stuurde op 22 september 2022 het volgende bericht naar [A] :
“Zo snel je eerste strike binnen?”. [42]
Ook blijkt uit een chat tussen de onder verdachte in beslag genomen Samsung telefoon ( [chatnaam verdachte] ) en een gebruiker genaamd “ [gebruikersnaam] ” dat die laatste geld van [chatnaam verdachte] op zijn rekening had staan. [43] [medeverdachte] heeft verklaard dat hij Tikkies stuurde voor iemand die hem dit vroeg en dat geld pinde voor deze persoon. [44]
Bij vonnis van 16 oktober 2023 (05/152319-23) heeft de rechtbank Gelderland medeverdachte [medeverdachte] veroordeeld voor mensenhandel en kinderporno met betrekking tot [slachtoffer 1] .
Feit 2: kinderporno
[slachtoffer 1] is geboren op [2005] . [45]
Er is onderzoek gedaan naar de op de Iphone 12 van [slachtoffer 1] aangetroffen video’s en afbeeldingen. De verbalisant omschrijft wat er op sommige afbeeldingen en video’s te zien is en concludeert dat het afbeeldingen en video’s zijn met seksueel getinte beelden en dat het zeer waarschijnlijk is dat deze door [slachtoffer 1] zijn vervaardigd. Aangezien aangeefster minderjarig is kunnen deze afbeeldingen volgens de verbalisant als kinderporno worden aangemerkt. [46]
Feit 3: dwang
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat ze ruzie kreeg met verdachte omdat zij wilde stoppen met het werk, omdat hij niet meer in kon loggen op de [naam 2] accounts en omdat hij de wachtwoorden van de accounts en 200 contacten van haar wilde hebben. Volgens [slachtoffer 1] heeft verdachte gedreigd dat hij iets door haar brievenbus zou gooien wat zij niet zou overleven en dat hij haar vader iets aan zou doen. Ook dreigde verdachte een verkrachtingsvideo van [slachtoffer 1] online te zetten en haar zo te ‘exposen’ op Telegram.
Uit onderzoek naar de printscreens/afbeeldingen in de telefoon van [slachtoffer 1] blijkt dat iemand wiens naam wordt weergegeven als “ [naam 1] ” op snapchat aan haar vraagt om de wachtwoorden van de accounts en de nummers van de klanten. Hierbij dreigen [naam 1] en een andere afzender haar te ‘exposen’ door naaktbeelden te delen met anderen, waarbij ook haar gezicht en IDkaart zichtbaar zullen zijn. Ook wordt gedreigd dat haar vader iets door de brievenbus krijgt. [47]
Er is een foto van een Snapchat scherm onderzocht waarin de naam [zakelijk account] * te zien is. De foto is afkomstig uit de Iphone van [slachtoffer 1] . De tekst die te lezen is in de chat is afkomstig van [zakelijk account] met weergegeven naam [naam 1] . [48]
Er is onderzoek gedaan in een Samsung telefoon die in een ander onderzoek naar verdachte (onderzoek IJsbreker) in beslag is genomen. [49] De gebruiker van die telefoon wordt in een groepschat voorgesteld als ‘ [verdachte] ’ en wordt in chatgesprekken ‘ [verdachte] ’ genoemd. [50] Op 12 augustus 2021 wordt de gebruiker van de telefoon ( [chatnaam verdachte] ) gefeliciteerd met zijn rijbewijs. Uit controle in het register van de Rdw volgt dat op 13 augustus 2021 een rijbewijs is afgegeven aan verdachte [51] . Verder zegt de gebruiker ( [chatnaam verdachte] ) in een chat op 6 september 2021 dat hij net 60 euro lichter is. Uit de bankrekening van verdachte volgt dat die dag een afschrijving van € 59,99 heeft plaatsgevonden [52] .
Op de telefoon is het Google Drive account aangetroffen: ‘ [zakelijk account] ( [e-mailadres] @gmail.com)’ [53] en zijn de Snapchat accounts ‘ [Snapchat account verdachte] ’ en ‘ [zakelijk account] ’ aangetroffen. Verder worden de volgende Gmail accounts aangetroffen: ‘ [e-mailadres] @gmail.com’, ‘ [e-mailadres] @gmail.com’, [e-mailadres] @gmail.com*’.
Ook wordt het Facebook account ‘ [e-mailadres] @gmail.com’ aangetroffen. [54] In de notities op de telefoon wordt het volgende aangetroffen:
28-08-2021
[…] ;
[…] [55]
Er wordt ook een groepschat tussen [zakelijk account] (owner) en anderen aangetroffen waarbij het opvalt dat [zakelijk account] een sterteken * achter de naam heeft. Dit teken is gelijk aan het sterteken dat het contact [naam 1] op de telefoon van [slachtoffer 1] heeft. [56]
Op de Samsung telefoon worden seksueel getinte chats aangetroffen onder de accountnaam ‘ [accountnaam 4] (owner)’. Dit instagram account is hetzelfde account als dat van ‘ [Instagram account] ’. Het instagram accountnummer is hetzelfde, alleen de gebruikersnaam is anders. [57]
In de Iphone 12 van verdachte is het Snapchat account ‘ [e-mailadres] ’ aangetroffen. [58] Dit account werd op 19 juli 2021 aangemaakt op het IP-adres dat is afgegeven op het woonadres van verdachte en het telefoonnummer dat aan het account is gekoppeld is het telefoonnummer dat in de Iphone 12 van verdachte heeft gezeten. [59]
Verdachte heeft verklaard dat hij [slachtoffer 1] “ [bijnaam slachtoffer 1] ” noemde [60] . Er staan printscreens van gesprekken op de telefoon van [slachtoffer 1] [61] , waaronder de volgende berichten waarvan [slachtoffer 1] aangeeft dat die van verdachte zijn [62] :
Drie kleine foto’s met daaronder de tekst:
[slachtoffer 1] misschien niet een bekende voor vele, maar daar komt na
vandaag verandering in, deze hoofddoekje kent geen rem on is voor geld tot
aan de wildste dingen bereikbaar.
08:34:00 – Afbeelding 42
ik ga straight 2 the point met jou zijn mini mi [63]
[slachtoffer 1] heeft schermafbeeldingen verzonden naar de politie met onder meer een afbeelding met een snapchatcode die in 2 delen daarop staat met daartussen een collage van 5 foto’s, waaronder video stills dat iemand gepenetreerd wordt en een video still en ID-kaart van [slachtoffer 1] . [64] Bij het scannen van de snapchatcode word de scanner uitgenodigd om het account ‘ [zakelijk account] ’ als vriend toe te voegen. [65]
Bewijsoverwegingen
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen – hoewel voor het overzicht gerangschikt onder het feit waar zij voornamelijk betrekking op hebben – worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben betrekking op meerdere feiten.
Het beoordelingskader
De rechtbank overweegt dat de wetgever bij de strafbaarstelling van artikel 273f, eerste lid, sub 2, 5 en 8, van het Wetboek van Strafrecht een absoluut verbod op welke vorm van seksuele dienstverlening door minderjarigen voor ogen heeft gehad. De minderjarigheid is geobjectiveerd en, anders dan bij uitbuiting van volwassenen, is bij minderjarigen geen gebruik van dwangmiddelen vereist. Strafbaar gesteld is dat een minderjarige wordt geworven met het oogmerk van uitbuiting (sub 2), dat de minderjarige ertoe wordt gebracht zich beschikbaar te stellen voor prostitutie (sub 5) en dat voordeel wordt getrokken uit dat prostitutiewerk (sub 8).
Ten aanzien van de vraag in hoeverre de verklaringen van [slachtoffer 1] bruikbaar zijn voor het bewijs, overweegt de rechtbank dat behoedzaam dient te worden omgegaan met de verklaringen van een jong meisje met betrekking tot dit soort feiten.
Dit gezegd hebbend is de rechtbank van oordeel dat de verklaringen van [slachtoffer 1] over de tenlastegelegde feiten op essentiële onderdelen consistent en betrouwbaar zijn en voldoende verankering vinden in de overige bewijsmiddelen. De rechtbank acht de verklaringen van aangeefster in zoverre betrouwbaar en zal die gebruiken voor het bewijs.
Feit 1: mensenhandel/seksuele uitbuiting
Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte [slachtoffer 1] er stapsgewijs toe heeft gebracht naaktfoto’s en video’s van zichzelf te maken en die tegen betaling aan te bieden op internet. Verdachte bood haar aan daarbij gebruik te maken van een bestaand account met foto’s en een prijslijst.
De rechtbank gaat er op grond van de bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang bezien, vanuit dat verdachte – en niet een ander – het [naam 2] account heeft aangemaakt. Ten eerste is het [naam 2] account op 16 februari 2021 aangemaakt op het IP-adres van verdachte, met een e-mail adres dat ook wordt aangetroffen op de Samsung, die naar het oordeel van de rechtbank ten tijde van de ten laste gelegde feiten in gebruik was van verdachte (hieronder zal de rechtbank uitleggen waarom). Daarnaast volgt uit de bewijsmiddelen dat de gegevens van het [naam 2] account en het wachtwoord en chats op dat account in de telefoons (Iphone 12 en Samsung) van verdachte zijn teruggevonden. Ook heeft [slachtoffer 1] verklaard dat er al foto’s op het account stonden die van de ex-vriendin van verdachte waren. Verder zijn op de Samsung telefoon chats aangetroffen van hetzelfde Snapchat accountnummer als het account ‘ [Instagram account] ’, maar dan onder een andere naam, waaruit volgt dat de gebruiker van de telefoon (verdachte) de controle had over dat accountnummer. Daar komt bij dat in de zaak 16/263347-22 het slachtoffer [slachtoffer 2] ook heeft verklaard dat ze foto’s en filmpjes van zichzelf moest maken van verdachte en daarbij het Snapchat account ‘ [Snapchataccount 1] ’ heeft genoemd en daar ook screenshots van heeft laten zien (zie bewijsmiddelen in zaak 16/263347-22).
De rechtbank gaat ervan uit dat verdachte ten tijde van de tenlastegelegde feiten de gebruiker is geweest van de Samsung telefoon. Uit de bewijsmiddelen volgt dat de telefoon onder verdachte in beslag is genomen. Verder volgt uit de bewijsmiddelen dat verschillende persoonlijke accounts van verdachte (Gmail en Facebook) op de telefoon staan. Ook volgt uit diverse appgesprekken dat verdachte de gebruiker is (zie de chats waarin hij wordt genoemd of voorgesteld als ‘ [verdachte] ’ en de chat over het rijbewijs en over de “60 euro lichter”). De verklaring van verdachte dat meerdere mensen de Samsung telefoon gebruikten is – gelet op wat er op de telefoon is aangetroffen – niet aannemelijk geworden.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat de betaling verliep via Tikkies naar de bankrekening van [A] , een alias van medeverdachte [medeverdachte] . Verder zijn er berichten aangetroffen die er op wijzen dat [medeverdachte] geld naar verdachte moest overmaken.
De rechtbank acht op grond van de bewijsmiddelen in onderlinge samenhang bezien en tevens gelet op het voorgaande bewezen dat verdachte, in bewuste en nauwe samenwerking met medeverdachte [medeverdachte] , [slachtoffer 1] heeft ‘geworven om haar uit te buiten’ (sub 2), dat hij haar ertoe heeft gebracht op internet naaktfoto’s en -video’s aan te bieden tegen betaling, door dat te faciliteren (sub 5), met de bedoeling dat de opbrengt daarvan ten goede kwam aan verdachte en medeverdachte (sub 8).
Feit 2: kinderporno
De rechtbank stelt vast dat aangeefster is geboren op [2005] Aangeefster was dus minderjarig ten tijde van het maken en, in samenwerking met verdachte en medeverdachte, aanbieden en verkopen van de naaktfoto’s en -video’s, zoals hiervoor bij feit 1 uiteengezet. Daarnaast heeft de politie de afbeeldingen op de telefoon van aangeefster als kinderporno aangemerkt. De rechtbank acht daarom wettig en overtuigend te bewijzen dat verdachte en medeverdachte zich hebben schuldig gemaakt aan het bezit, aanbieden en verspreiden van kinderporno. Dat deze afbeeldingen niet (meer) zijn aangetroffen op een telefoon van verdachte doet daar, vanwege het overige bewijs, niet aan af.
Feit 3: dwang
De rechtbank gaat er gezien de bewijsmiddelen van uit dat de berichten die via ‘ [zakelijk account] ’ en ‘ [naam 1] ’ zijn verzonden afkomstig zijn van verdachte.
Zowel verdachte [verdachte] als medeverdachte [medeverdachte] kunnen aan het account ‘ [e-mailadres] ’ worden gekoppeld.
Gezien de notitie van 28 augustus 2021 die in de Samsung is gevonden ‘ […] ’ en een chatgesprek van ‘ [zakelijk account] * (owner)’, acht de rechtbank bewezen dat de gebruiker van de Samsung kon inloggen op het [zakelijk account] account.
Bovendien staat in de Samsung als notitie vermeld ‘ [notitie] ; [wachtwoord] ’. Zoals bij feit 1 is weergegeven zijn dit de inloggegevens van het [naam 2] account, waar verdachte de beheerder van is.
Hoewel medeverdachte [medeverdachte] ook aan het account van ‘ [zakelijk account] ’ kan worden gekoppeld neemt hij als ‘ [naam 3] ’ deel aan de gesprekken waarin gedreigd wordt en (dus) niet als [naam 1] .
Ten slotte gaat de rechtbank ervan uit dat de berichten zonder zichtbare afzender ook van verdachte afkomstig zijn vanwege de inhoud van die berichten. De rechtbank acht daarmee wettig en overtuigend bewezen dat het verdachte is geweest die [slachtoffer 1] heeft gedwongen en bedreigd.
In de zaak 16/263347-22
Op 12 oktober gaat de politie naar de woning van de ouders van [slachtoffer 2] in [woonplaats] , naar aanleiding van een melding dat [slachtoffer 2] vermist zou zijn. Daar treffen ze de ouders ( [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] ) van [slachtoffer 2] aan. [slachtoffer 3] verklaarde dat hij, zijn vrouw en zoon, die dag via Whatsapp beelden hebben ontvangen waarop [slachtoffer 2] naakt te zien was. [slachtoffer 3] zei dat degene die de filmpjes verstuurd had aangaf dat er geld overgemaakt diende te worden, een bedrag van vijftien duizend euro, anders zouden de beelden vanavond online geplaatst worden. [slachtoffer 3] pakte zijn telefoon en liet de beelden zien. [66] Later kwam ook de oudere broer van [slachtoffer 2] ( [slachtoffer 5] ) binnen en die vertelde dat hij ook filmpjes had gekregen.
Een politieagent gaat met [slachtoffer 2] praten, die op haar kamer zit. [67] . [slachtoffer 2] vertelt tegen de politieagent dat zij een jongen heeft leren kennen. Hij heet [verdachte] en woont in [woonplaats] . Ze is een paar keer bij hem thuis geweest. In haar telefoon staat [verdachte] onder het nummer [telefoonnummer] . [slachtoffer 2] geeft aan dat [verdachte] de filmpjes heeft gemaakt. [slachtoffer 2] vertelde dat [verdachte] vanaf september 2022 dreigt met het online plaatsen van de beelden. [68]
Uit onderzoek blijkt dat het telefoonnummer [telefoonnummer] op naam van verdachte staat. [69]
[slachtoffer 2] heeft verklaard dat verdachte haar een snapchataccount aanbood en dat hij zei: jij moet daar foto’s op zetten, naaktfoto’s [70] en doorsturen naar mensen. [71] [slachtoffer 2] toont een screenshot van het account ‘ [Snapchataccount 1] ’ waarop [verdachte] naaktfoto’s verkoopt. [72] [slachtoffer 2] heeft foto’s en filmpjes op dat account gezet [73] , het stopte toen haar ouders de filmpjes kregen. [74]
[slachtoffer 2] verklaart dat [verdachte] bij hem thuis op zolder zei hij dat ze zich uit moest kleden [75] en op een bed moest gaan liggen en daarna werd de deken van haar afgetrokken en werd er gefilmd. [76]
Ze heeft verklaard dat [verdachte] haar telefoon afpakte met haar adres, het nummer van één broer en van haar ouders en daarna heeft hij hen van alles gestuurd wat er naakt is van haar. [77] Hij zei:
“jij betaalt nu 15.000 of anders gaan al je naaktfoto’s online.” [78]
[slachtoffer 2] heeft de politie screenshots laten zien waarin ‘ [accountnaam 5] ’ haar laat weten dat het de 3e dag is dat zij niet actief is, dat [Telegram naam verdachte] haar een LAATSTE kans geeft en dat de teksten voor haar ouders en broer al zijn uitgetypt. [79] Daarbij is een bericht aan ‘moeder [slachtoffer 2] ’ [80] en een bericht aan ‘broer [slachtoffer 2] ’ [81] gevoegd.
[slachtoffer 3] – de vader van [slachtoffer 2] – heeft op 12 oktober 2022 aangifte gedaan omdat hij door het nummer [telefoonnummer] vier seksueel getinte filmpjes van zijn dochter kreeg toegestuurd en het bericht dat [slachtoffer 2] een bedrag van tienduizend euro van de afzender zou hebben gestolen. [82]
Uit onderzoek van de telefoon van [slachtoffer 4] – de moeder van [slachtoffer 2] – blijkt dat
[slachtoffer 4] op 12 oktober 2022 door het telefoonnummer [telefoonnummer] meerdere seksueel getinte foto’s en filmpjes krijgt toegestuurd en dat er geld moet worden betaald anders zullen de beelden van [slachtoffer 2] worden gedeeld in [woonplaats] en Turkije. [83]
Uit onderzoek van de telefoon van [slachtoffer 5] – de broer van [slachtoffer 2] – is naar voren gekomen dat het nummer [telefoonnummer] in de periode van 12 oktober 2022 tot en met 17 oktober 2022 meerdere seksueel getinte video’s naar [slachtoffer 5] heeft verstuurd, dat [slachtoffer 2] hem nog geld verschuldigd is en dat hij 15 duizend euro wil hebben, anders zal hij de beelden openbaar maken. [84]
De politie heeft de 4 filmpje en 1 foto die naar de familie van [slachtoffer 2] zijn gestuurd onderzocht en omschreven. [85]
Onderzoek heeft uitgewezen dat twee filmpjes van [slachtoffer 2] zijn opgenomen op de zolder van de woning van verdachte. [86]
Uit onderzoek naar de mastgegevens van [telefoonnummer] en [telefoonnummer] in de periode van 15 tot en met 18 oktober 2022 komt naar voren dat beide nummers op dezelfde datums en omstreeks dezelfde tijdstippen masten nabij de woning van verdachte aanstralen. Daarnaast stralen beiden nummers op 17 oktober 2022 omstreeks dezelfde tijdstippen masten aan nabij de A73 in Cuijk en bij het plaatsje Afferden. [87] Volgens [slachtoffer 2] werkt verdachte in [plaats] . [88]
Tussen 12 en 17 oktober 2020 vindt er een Whatsappgesprek plaats tussen de broer van [slachtoffer 2] en de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] . [89] Op 17 oktober wordt door nummer [telefoonnummer] nog gestuurd dat hij om 20:00 uur zijn “cake” wil zien. Op 18 oktober 2022 stuurt de broer nog een bericht waar het geld heen moet, maar daar wordt niet meer op gereageerd. [90] Verdachte is op 18 oktober om 07:40 aangehouden. [91]
Bewijsoverwegingen
De rechtbank gaat er, op grond van de bewijsmiddelen in onderling verband beschouwd, vanuit dat het verdachte is geweest – en niet een ander – die gebruik heeft gemaakt van het telefoonnummer [telefoonnummer] .
In de eerste plaats heeft verdachte volgens [slachtoffer 2] haar eerst zelf afgedreigd om € 15.000 te betalen om te voorkomen dat haar naaktfoto’s zouden worden verspreid.
Verder straalt het nummer [telefoonnummer] dezelfde locatie aan als het telefoonnummer [telefoonnummer] , terwijl het nummer [telefoonnummer] (ook) van verdachte is. Dat beide telefoonnummers op 17 oktober 2022 aanstralen op de A73 nabij Cuijk en Afferden is een sterke aanwijzing voor betrokkenheid van verdachte, omdat verdachte in die tijd werkzaam was in [plaats] en dus aannemelijk is dat hij onderweg was voor zijn werk.
Ten slotte is van betekenis dat verdachte is aangehouden op 18 oktober 2022 om 7:40 uur en dat [telefoonnummer] niet heeft gereageerd op de vraag van 18 oktober 2022 om 9:37 ‘waar het geld heen moet worden gestuurd’ terwijl [telefoonnummer] kort daarvoor nog had gedreigd als volgt:
“Ewa negeer mij maar zie ik straks 20:00 mijn cake niet gaat onze show beginnen geen genade”(pagina 43).
Daar komt bij ook [slachtoffer 2] heeft verklaard en screenshots heeft laten zien van het Snapchat account ‘ [Snapchataccount 1] ’, welk account door verdachte werd gebruikt om [slachtoffer 1] seksueel uit te buiten (zie bewijsmiddelen en overwegingen in zaak 05/022965).
Gelet op het voorgaande kan wettig en overtuigend bewezen worden dat verdachte de gebruiker was van het telefoonnummer [telefoonnummer] en de berichten heeft verstuurd. Dat de simkaart van [telefoonnummer] na de aanhouding uit de telefoon is verwijderd doet hieraan niet af omdat het goed mogelijk is dat een ander dat heeft gedaan, nadat verdachte is aangehouden. Ook het feit dat [slachtoffer 2] in haar verklaringen uitgaat van betrokkenheid van een zekere ‘ [B] ’ doet hier niet aan af, reeds omdat er voldoende belastend bewijs is voor verdachte, hij daar geen aannemelijke alternatieve verklaring tegenover heeft gesteld en uit het dossier verder geen enkele aanwijzing van het bestaan van ‘ [B] ’ naar voren komt.
De rechtbank heeft kennis genomen van het bericht van [slachtoffer 2] van 11 oktober 2022 aan verdachte waaruit kan worden afgeleid dat zij verliefd is, maar de rechtbank ziet daarin geen aanleiding om ervan uit te gaan dat verdachte haar niet onder druk heeft gezet om seksueel getinte foto’s en filmpjes te maken. Het is een feit van algemene bekendheid dat het voor jonge meisjes buitengewoon moeilijk kan zijn zich los te maken van een ‘loverboy’.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
In de zaak 05/022965
1.
in of omstreeks de periode van 02 augustus 2021 tot en met 1 maart 2022 te Ede
althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander
A) een ander te weten [slachtoffer 1] , telkens
- heeft geworven, met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die [slachtoffer 1] (sub 2°) en
- ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele
handelingen voor een derde tegen betaling dan wel ten aanzien van die
[slachtoffer 1] (telkens) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en
verdachtes mededader wisten of redelijkerwijs moesten vermoeden dat die
[slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die seksuele
handelingen (sub 5°) en
B) (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van
die [slachtoffer 1] , voor een derde tegen betaling (sub 8°), terwijl die [slachtoffer 1] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, immers hebben verdachte en zijn medeverdachte (telkens)
- contact gezocht, althans in contact gekomen met die [slachtoffer 1] via de app “ [appnaam] ” en aangegeven die [slachtoffer 1] te kunnen helpen met haar (geld)problemen en
- een of meerdere sociale media accounts aangemaakt en/of laten aanmaken, ten
behoeve van de verkoop van seksueel getinte foto’s en video’s, waaronder van
[slachtoffer 1] en
- voornoemde sociale media accounts door [slachtoffer 1] laten gebruiken en vervolgens
dit gebruik gecontroleerd of laten controleren en
- die [slachtoffer 1] gezegd dat ze seksueel getinte foto’s en video’s van haarzelf moet
maken en (vervolgens) op voornoemde sociale media accounts moest posten en
- voornoemde seksueel getinte foto’s en video’s van die [slachtoffer 1] te koop (laten) aan te
bieden en (tegen betaling) te (laten) verspreiden via sociale media;
- die [slachtoffer 1] tegen betaling seksueel getinte videogesprekken te laten hebben en
- betaalverzoeken gemaakt of laten maken voor de verkoop van voornoemde foto’s en video’s en videogesprekken en zijn rekening beschikbaar te stellen voor deze betalingen en
- zich de opbrengsten van de verkoop van voornoemde foto’s en video’s van die
[slachtoffer 1] toegeëigend;
2
op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 2 augustus 2021 tot en met
1 maart 2022 te Ede , althans in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander
(telkens) (een) afbeelding(en)/foto(‘s)/video(‘s) van seksuele gedragingen waarbij
iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken
of schijnbaar is betrokken, te weten [slachtoffer 1] , geboren op [2005] ,
in bezit heeft gehad en heeft verspreid en heeft verworven en heeft aangeboden en openlijk tentoongesteld,
en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van
een communicatiedienst de toegang daartoe heeft verschaft, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit: de (gedeeltelijk) naakt poserende [slachtoffer 1] ;
3
op één of meer tijdstippen in of omstreeks februari 2022 te Ede althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen,
een ander, te weten [slachtoffer 1] ,
door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die ander en derde, te weten [slachtoffer 1] enhaar vader en wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, te weten
- het afgeven van wachtwoorden van sociale media en/of telefoonnummers van
klanten van die [slachtoffer 1] , door
- aan te geven seksueel getinte foto’s/filmpjes van die [slachtoffer 1] te verspreiden en/of
door te sturen en/of online te zetten op sociale media en/of
- aangegeven dat verdachte er voor gaat zorgen dat [slachtoffer 1] niet meer leeft en dat haar leven kapot gemaakt zal worden en
- aan te geven de vader van die [slachtoffer 1] te mishandelen en dat de vader van die [slachtoffer 1]
iets door de brievenbus krijgt.
In de zaak 16/263347-22
1
op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 21 september tot en
met 12 oktober 2022, te Veenendaal en/of Ede, althans in Nederland, ter uitvoering
van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, door bedreiging met openbaring van een geheim, [slachtoffer 2] , te dwingen tot
de afgifte van een goed, te weten een geldbedrag van in totaal ongeveer 15.000 euro en
contactgegevens uit de telefoon van die [slachtoffer 2] , geheel toebehorende aan die [slachtoffer 2] , hebbende hij, verdachte
- met voornoemde [slachtoffer 2] seksueel getint contact gelegd en/of aangegaan en
- van die [slachtoffer 2] seksueel getinte foto’s/filmpjes en foto’s/filmpjes van ontblote
lichaamsdelen gemaakt en verkregen en
- meermalen, althans eenmaal, met die [slachtoffer 2] afgesproken en die [slachtoffer 2] op de afgesproken locatie ontmoet en via WhatsApp en Telegramberichten naar die [slachtoffer 2] gestuurd en daarbij telkens tegen die [slachtoffer 2] gezegd dat zij ( [slachtoffer 2] ) een geldbedrag van in totaal ongeveer 15.000 euro moet betalen en dat wanneer die [slachtoffer 2] dit niet doet hij, verdachte, voornoemde seksueel getinte foto’s/filmpjes en foto’s/filmpjes van ontblote lichaamsdelen naar de ouders van die [slachtoffer 2] doorstuurt en/of online zet en/of op Telegram plaatst, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2
op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 12 oktober 2022 tot en met
17 oktober 2022, te Veenendaal, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, door bedreiging met openbaring van een geheim, [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] , te dwingen tot de afgifte van een goed, te weten een geldbedrag van in totaal ongeveer 15.000 euro, geheel toebehorende aan die [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] ,
hebbende hij, verdachte
via WhatsApp meerdere berichten naar die [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] gestuurd met daarin meerdere seksueel getinte filmpjes/foto's van [slachtoffer 2] (de dochter en/of zus van die
[slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] ),
waarbij verdachte dwingende en dreigende uitlatingen en eisen hebben gedaan, onder meer inhoudende dat die [slachtoffer 2] geld van hem zou hebben gestolen en dat die [slachtoffer 3] en/of
[slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] een geldbedrag van in totaal ongeveer 15.000 euro moesten betalen
en dat wanneer die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] niet zou(den) betalen verdachte die seksueel getinte filmpjes/foto's van [slachtoffer 2] anders online zouden zetten, althans anderszins via internet zou verspreiden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3
op of omstreeks 12 oktober 2022, te Veenendaal, althans in Nederland, van een persoon, [slachtoffer 2] , een of meerdere afbeeldingen en filmpjes van seksuele aard, te weten
vier filmpjes waarop te zien is dat die [slachtoffer 2] geheel of gedeeltelijk ontkleed is,
openbaar heeft gemaakt, terwijl hij, verdachte, wist dat die openbaarmaking voor die persoon nadelig kon zijn.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
In de zaak 05/022965
1.
mensenhandel, terwijl het in artikel 273f, eerste lid onder 2º,5º en 8º omschreven feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
2.
medeplegen van een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden/verwerven/aanbieden door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst;
3.
een ander door bedreiging met geweld/enige andere feitelijkheid, gericht tegen die ander/tegen derden, wederrechtelijk dwingen iets te doen.
In de zaak 16/263347-22
1.
een poging tot afdreiging;
2.
een poging tot afdreiging;
3.
het openbaar maken van een afbeelding van seksuele aard van een persoon, terwijl hij weet dat die openbaarmaking nadelig voor die persoon kan zijn.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN DE STRAF EN MAATREGEL

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
- een gevangenisstraf van 20 maanden, met aftrek van het voorarrest;
- het opleggen van de maatregel van artikel 38v met een contactverbod voor de aangevers en een locatieverbod voor de gemeente [gemeente] voor de duur van 3 jaar, met 1 week vervangende detentie bij overtreding, waarbij de totale duur van de vervangende hechtenis ten hoogste 6 maanden bedraagt, met het verzoek de maatregel dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft, voor zover de rechtbank de tenlastegelegde feiten bewezen verklaart, aangevoerd dat de door de officier van justitie geëiste straf dient te worden gematigd en/of deels voorwaardelijk dient te worden opgelegd. Hierbij wordt verwezen naar het vonnis van 16 oktober 2023 van de rechtbank Gelderland waarbij medeverdachte [medeverdachte] (05/152319-23), die slechts enkele maanden jonger is dan verdachte, is veroordeeld tot een jeugddetentie van 2 maanden voorwaardelijk en een taakstraf van 160 uren.
Er is geen aanleiding om de 38v maatregel aan verdachte op te leggen omdat hij geen enkele behoefte heeft aan contact met de aangevers.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf en maatregel heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De ernst van de feiten
Verdachte heeft twee jonge meisjes als verdienmodel gebruikt door de naaktfoto’s en filmpjes die zij, op aandringen van verdachte, van zichzelf hebben gemaakt, te verkopen aan derden (bij [slachtoffer 1] ) of te gebruiken om haar familie geld te laten betalen (bij [slachtoffer 2] ). Verdachte heeft beide meisjes respectloos behandeld en in het nauw gedreven en uit de slachtofferverklaringen blijkt dat dit diepe sporen en psychische klachten bij hen heeft nagelaten. [slachtoffer 1] verbleef bij haar oma maar is vanwege de door verdachte gepleegde feiten uit huis geplaatst. Daarnaast heeft verdachte ook seksueel getinte filmpjes van [slachtoffer 2] aan haar ouders en broer gestuurd, die dat als zeer schokkend hebben ervaren.
Mensenhandel is een zeer vergaande en ontluisterende manier van uitbuiting. De lichamelijke en geestelijke integriteit van de slachtoffers wordt totaal ondergeschikt gemaakt aan geldelijk gewin. Van dit soort feiten is algemeen bekend dat de slachtoffers daarvan nog lange tijd de psychisch nadelige gevolgen ondervinden.
Kinderporno levert de slachtoffers vaak psychische schade op die diepe sporen nalaat. De slachtoffers kunnen nog geruime tijd worden achtervolgd door de beelden die van hen zijn gemaakt en verspreid, omdat een afbeelding die eenmaal op internet is aangetroffen, vrijwel onmogelijk blijvend van internet te verwijderen is en nog jarenlang kan opduiken.
De verdachte heeft zich door het plegen van (al) de tenlastegelegde feiten schuldig gemaakt ernstige strafbare feiten. Het gedrag van de verdachte verdient scherpe afkeuring en dient streng bestraft te worden. Doel van de straf is ook dat verdachte inziet dat de manier waarop hij omgaat met meisjes en vrouwen fundamenteel moet veranderen.
De rechtbank houdt er bij het opleggen van de straf rekening mee dat verdachte zich bij het plegen van de strafbare feiten zoveel mogelijk op de achtergrond heeft geprobeerd te houden terwijl hij uiteindelijk de touwtjes in handen had. De betalingen verliepen immers via medeverdachte [medeverdachte] , de afdreiging van de familie van [slachtoffer 2] zou door ene [B] zijn gepleegd met behulp van het telefoonnummer [telefoonnummer] en er zijn geen naaktfoto’s en -filmpjes teruggevonden op de telefoons van verdachte.
Ter zitting heeft verdachte ontkend de dader te zijn en heeft hij gewezen op de betrokkenheid van ‘anderen in zijn directe omgeving’, zoals zijn broertjes die ‘jonge snotneuzen’ zouden zijn.
Uitgangspunt
De rechtbank neemt bij het opleggen van de straf de landelijke oriëntatiepunten voor strafoplegging als uitgangspunt omdat die zijn ontwikkeld om te bevorderen dat landelijk voor dezelfde feiten ongeveer dezelfde straf wordt opgelegd. Bij de oriëntatiepunten vormt de bewezenverklaring van de rechtbank het uitgangspunt. In dit geval is de rechtbank tot een bewezenverklaring gekomen van onder meer het faciliteren en bewegen tot seksuele uitbuiting van een minderjarige waarvoor als oriëntatiepunt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 24 maanden geldt.
De rechtbank houdt er in strafverzwarende zin rekening mee dat verdachte 2 slachtoffers heeft gemaakt.
De rechtbank houdt er in strafverminderende zin rekening mee dat de mensenhandel in het geval van [slachtoffer 1] niet inhield dat er daadwerkelijk seksueel lichamelijk contact met derden was, maar in feite neer kwam op seksuele uitbuiting door middel van een ‘digitale peepshow’.
De persoon van verdachte
De rechtbank houdt bij het opleggen van de straf ook rekening met:
- een uittreksel justitiële documentatie (strafblad) betreffende verdachte van 15 november 2023;
- het reclasseringsadvies van 20 september 2023.
Uit het strafblad blijkt dat verdachte niet eerder vanwege soortgelijke strafbare feiten is veroordeeld. Het strafblad van verdachte leidt niet tot verhoging of verlaging van de op teleggen straf.
De reclassering heeft onder meer aangegeven dat het volwassenenstrafrecht op verdachte van toepassing is, dat het risico op herhaling niet kan worden ingeschat, dat er geen advies kan worden gegeven vanwege de proceshouding van verdachte en dat begeleiding en/of interventies niet zijn geïndiceerd.
Gevangenisstraf
De rechtbank is van oordeel dat gelet op hetgeen hiervoor is opgesomd slechts kan worden volstaan met een gevangenisstraf van aanzienlijke duur.
Een gevangenisstraf voor de duur van 20 maanden is passend en geboden.
Dat de medeverdachte tot een aanzienlijk lagere straf is veroordeeld is voor de rechtbank niet van betekenis omdat de rol van de medeverdachte bij het plegen van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de medeverdachte anders zijn dan bij verdachte.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Geldboete
De rechtbank zal aan verdachte daarnaast voor het in zaak 05/022965 onder feit 1 bewezenverklaarde (seksuele uitbuiting van [slachtoffer 1] ) een geldboete van € 475,- opleggen. [slachtoffer 1] heeft dit bedrag als schade gevorderd, omdat dit haar misgelopen inkomsten zouden zijn (de betalingen die door klanten zijn gedaan). De rechtbank zal hierna bepalen dat dit deel van de vordering van [slachtoffer 1] als schadevergoeding moet worden afgewezen, omdat zij deze inkomsten heeft gegenereerd met illegale activiteiten (het verkopen van naaktfoto's en -video’s en het vervaardigen en verspreiden van kinderporno), waarvan niemand mag profiteren. Maar dit betekent dat ook verdachte hier niet van mag profiteren en daarom acht de rechtbank het passend om een geldboete van € 475,00 op te leggen.
Vrijheidsbeperkende maatregel
De rechtbank zal voor de beveiliging van de maatschappij of voor het voorkomen van strafbare feiten bevelen dat verdachte:
  • zich niet ophoudt in [straat] en de [straat] te [woonplaats] ;
  • zich onthoudt van direct en indirect contact met [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] .
De rechtbank legt deze vrijheidsbeperkende maatregel op voor de duur van 3 jaren. Voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan, zal vervangende hechtenis voor een hierna te bepalen duur worden opgelegd.
De rechtbank is van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen of zich belastend zal gedragen jegens [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] . Daarom zal zij bevelen dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is.

9.BESLAG

Tijdens de onderzoeken is onder meer beslag gelegd op de volgende voorwerpen:
- een telefoon iPhone 12, zwart, goednummer PL0900-2022302211-G3063312;
- een telefoon Samsung, zwart, goednummer PL0900-2022302211-G3061685;
- een telefoon iPhone, zwart, goednummer PL0900-2022302211-G3089677.
Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank zal het in beslag genomen voorwerp dat aan verdachte toebehoort, te weten
- een iPhone 12, zwart, goednummer PL0900-2022302211-G3063312,
onttrekken aan het verkeer.
Dit voorwerp is van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang nu niet kan worden uitgesloten dat daarop nog seksueel getinte afbeeldingen staan. Hierbij wordt verwezen naar pagina 189-192 van het dossier.
De bewezen verklaarde feiten zijn onder meer met betrekking tot deze telefoon begaan en de inhoud van deze telefoon kon niet volledig worden onderzocht. Dat tijdens het onderzoek is aangegeven dat de telefoon kan worden teruggegeven doet hier niet aan af.
Verdachte heeft op 11 januari 2024 een klaagschrift ingediend waarin is verzocht om teruggave van de iPhone. De rechtbank zal daarop een separate beslissing nemen met inachtneming van dit vonnis.
De rechtbank neemt geen beslissing (meer) met betrekking tot het beslag op de telefoon Samsung, zwart, goednummer PL0900-2022302211-G3061685 omdat deze inmiddels aan de beslagene is teruggegeven en het beslag daarmee is geëindigd.
De rechtbank neemt geen beslissing met betrekking tot het beslag op de telefoon iPhone, zwart, goednummer PL0900-2022302211-G3089677, omdat de officier van justitie heeft aangegeven dat deze telefoon niet onder verdachte maar onder [E] in beslag is genomen en in diens strafzaak zal worden afgedaan.

10.BENADEELDE PARTIJEN

[slachtoffer 1] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 5.860,-. Dit bedrag bestaat uit € 860,- materiële schade en € 5.000,- immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte in de zaak 05/022965-23 onder 1,2 en 3 ten laste gelegde feiten.
[slachtoffer 2] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 3.000,-. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte in de zaak 16/263347-22 onder 1,2 en 3 ten laste gelegde feiten.
[slachtoffer 3] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 1.000,-. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte in de zaak 16/263347-22 onder 2 ten laste gelegde feit.
[slachtoffer 4] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 1.000,-. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte in de zaak 16/263347-22 onder 2 ten laste gelegde feit.
[slachtoffer 5] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 1.249,-. Dit bedrag bestaat uit € 249,- materiële schade en € 1.000,- immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte in de zaak 16/263347-22 onder 2 ten laste gelegde feit.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De vordering tot schadevergoeding van [slachtoffer 1] dient geheel te worden toegewezen. Wat de materiële schade betreft heeft [slachtoffer 1] ook recht op vergoeding van de gederfde inkomsten; dat het inkomsten uit illegale activiteiten betreft doet daar niet aan af. Omdat de medeverdachte is veroordeeld tot de vergoeding van € 2.500,- aan immateriële schade dient verdachte ook tot vergoeding van € 2.500,- te worden veroordeeld.
De vordering om schadevergoeding van [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] komen geheel voor toewijzing in aanmerking.
10.2
Het standpunt van de verdediging
Wat de vordering om schadevergoeding van [slachtoffer 1] betreft dient de rechtbank, voor zover een vergoeding voor gederfde inkomsten wordt toegekend, dit bedrag met een kwart te matigen, omdat anderen deze inkomsten hebben gefaciliteerd. De kosten van het eigen risico van [slachtoffer 1] komen niet voor vergoeding in aanmerking omdat onvoldoende is onderbouwd dat deze kosten zijn of zullen worden gemaakt. De vergoeding van de immateriële schade dient te worden gematigd en er dient rekening te worden gehouden met de veroordeling van medeverdachte.
Het is niet evident dat de ouders en broer van [slachtoffer 2] in aanmerking komen voor vergoeding van immateriële schade vanwege het onder 2 tenlastegelegde feit omdat zij waarschijnlijk met name worstelen met hetgeen [slachtoffer 2] is overkomen en bij wie op grond van rechtspraak (wel) geldt dat immateriële schade bij slachtoffers van dergelijke strafbare feiten wordt verondersteld.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
Met betrekking tot [slachtoffer 1]
Materiële schade – deels toewijzen
Met betrekking tot de vordering van [slachtoffer 1] is de rechtbank van oordeel dat het verzoek om vergoeding van de materiële schade, voor zover het de gederfde inkomsten betreft, als schadevergoeding dient te worden afgewezen, omdat zij deze inkomsten heeft gegenereerd met het verkopen van naaktfoto's en -video’s en het vervaardigen en verspreiden van kinderporno. Dit zijn illegale activiteiten waarvan niemand mag profiteren.
De materiële kosten, voor zover het de kosten van het eigen risico van de zorgverzekering betreft (€ 385,-) komen voor vergoeding in aanmerking omdat [slachtoffer 1] vanwege psychische problemen (angsten en gevoelens van onveiligheid) bij de GGZ is aangemeld en er in maart 2024 een afspraak staat gepland. De rechtbank overweegt dat het weliswaar toekomstige kosten betreft maar dat gelet op de bewezen verklaarde feiten voldoende vast staat dat zij deze kosten in 2024 zal maken.
Smartengeld – geheel toewijzen
De rechtbank stelt op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting vast dat het
handelen van de verdachte een ernstige inbreuk heeft gemaakt op de lichamelijke en
geestelijke integriteit van de benadeelde partij. Als rechtstreeks gevolg hiervan is [slachtoffer 1] uit huis geplaatst en ervaart zij psychische klachten en problemen op verschillende leefgebieden, zodat een vergoeding van immateriële schade aangewezen is.
Op grond van de door de benadeelde partij gestelde omstandigheden en rekening houdend met de vergoedingen die in soortgelijke zaken worden toegekend, acht de rechtbank de verzochte vordering van € 5.000,- billijk.
Hierbij neemt de rechtbank in aanmerking dat de rechtbank Gelderland bij vonnis van 16 oktober 2023 medeverdachte [medeverdachte] onder meer heeft veroordeeld tot vergoeding van € 2.500,- waarbij is overwogen dat verdachte [medeverdachte] en medeverdachte voor dit bedrag (hoofdelijk) kunnen worden aangesproken.
De rechtbank ziet aanleiding om verdachte, in navolging van het vonnis ten aanzien van medeverdachte, (hoofdelijk) te veroordelen tot vergoeding van het bedrag van € 2.500,- immateriële schadevergoeding en verdachte daarnaast tevens te veroordelen tot (het resterende bedrag) van € 2.500,- immateriële schadevergoeding.
De rechtbank zal bepalen dat verdachte wettelijke rente verschuldigd is vanaf het midden van de periode waarin de benadeelde partij de schade heeft geleden. De ten laste gelegde periode is 2 augustus 2021 tot en met 1 maart 2022. Verdachte is dus vanaf 2 november 2021 wettelijke rente verschuldigd.
De rechtbank overweegt dat verdachte en zijn medeverdachte ieder voor het
schadebedrag van € 2.500,- (hoofdelijk) kunnen worden aangesproken. Verdachte hoeft niet meer te betalen indien en voor zover zijn medeverdachte de schade heeft vergoed.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van de benadeelde partij aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 5.000,-, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 2 november 2021 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 60 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in mindering gebracht.
Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
Met betrekking tot [slachtoffer 2] en haar familie
Materiële schade – geheel afwijzen
De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5] tot vergoeding van € 249,- voor de aankoop van een videodeurbel afwijzen omdat er onvoldoende causaal verband is tussen deze kosten en het in de zaak 16/263347-22 onder 2 bewezenverklaarde feit.
Smartengeld – deels toewijzen
De rechtbank stelt op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting vast dat het
handelen van de verdachte een ernstige inbreuk heeft gemaakt op de lichamelijke en
geestelijke integriteit van [slachtoffer 2] . Als rechtstreeks gevolg hiervan ervaart zij psychische klachten en problemen op verschillende leefgebieden, zodat een vergoeding van immateriële schade aangewezen is.
Op grond van de door de benadeelde partij gestelde omstandigheden en rekening houdend met de vergoedingen die in soortgelijke zaken worden toegekend, acht de rechtbank de verzochte vordering van € 3.000,- billijk.
De rechtbank ziet in de aard en de ernst van het in de zaak 16/263347-22 onder 2 bewezen verklaarde feit tevens aanleiding om uit te gaan van de negatieve psychische gevolgen daarvan voor de familie van het slachtoffer, te weten [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] , zodat een vergoeding van immateriële schade op zijn plaats is. De rechtbank ziet aanleiding de vordering van [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] te matigen tot € 500,- en wijst de vordering voor het overige af.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partijen [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] hebben gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van de benadeelde partijen aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van respectievelijk € 3.000,- (voor [slachtoffer 2] ), het bedrag van € 500,- (voor [slachtoffer 3] ), het bedrag van € 500,- (voor [slachtoffer 4] ) en het bedrag van € 500,- (voor [slachtoffer 5] ), te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 12 oktober 2022 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met respectievelijk 40 dagen gijzeling voor [slachtoffer 2] , en 10 dagen gijzeling voor [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] , waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partijen [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] in mindering gebracht.
Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 23, 24c, 36b, 36c, 36f, 38v, 38w, 45, 47, 57, 139h, 240b, 273f, 284 en 318 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het in rubriek 5 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straffen en maatregel
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 20 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt verdachte voor het in zaak 05/022965 onder feit 1 bewezen verklaarde tot een
geldboete van € 475, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 9 dagen;
  • legt aan verdachte op
  • beveelt dat verdachte
  • zich niet ophoudt in [straat] en de [adres] te [woonplaats] (
  • zich onthoudt van direct of indirect contact met [slachtoffer 1] (geboren op [2005] ), [slachtoffer 2] (geboren op [2005] ), [slachtoffer 3] (geboren op [1966] ), [slachtoffer 4] (geboren op [1982] ) en [slachtoffer 5] (geboren op [1990] )
(
contactverbod);
- beveelt dat deze vrijheidsbeperkende maatregel
dadelijk uitvoerbaaris.
- beveelt dat voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan de maatregel wordt vervangen door
14 dagen hechtenis, met een totale duur van ten hoogste 6 maanden hechtenis;
Beslag
- verklaart het volgende voorwerp
onttrokken aan het verkeer:
 een telefoon iPhone 12, zwart, goednummer PL0900-2022302211-G3063312;
Benadeelde partijen
Met betrekking tot [slachtoffer 1]
  • wijst de vordering van [slachtoffer 1]
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 1] van het toegewezen bedrag van de materiële schade van € 385,- en de immateriële schade van € 2.500,-, in totaal € 2.885,- het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 november 2021 tot de dag van de algehele voldoening;
  • veroordeelt verdachte
  • wijst de vordering van [slachtoffer 1] voor wat betreft het meer gevorderde
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij [slachtoffer 1] gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat € 2.885,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 november 2021 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde [slachtoffer 1] dan wel aan de Staat heeft vergoed;
  • legt verdachte daarnaast de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat € 2.500,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 november 2021 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij of zijn mededader op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde [slachtoffer 1] dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Met betrekking tot [slachtoffer 2]
  • wijst toede vordering van [slachtoffer 2] , tot vergoeding van de immateriële schade toe tot een bedrag
    van € 3.000,-;
  • veroordeelt verdachte tot betaling van € 3.000,- aan [slachtoffer 2] , vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 oktober 2022 tot de dag van volledige betaling;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij [slachtoffer 2] gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 2] aan de Staat € 3.000,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 oktober 2022 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde [slachtoffer 2] dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Met betrekking tot [slachtoffer 3]
  • wijst toede vordering van [slachtoffer 3] , tot vergoeding van de immateriële schade tot een bedrag van
    € 500,-;
  • wijstde vordering van [slachtoffer 3] voor het overige
    af;
  • veroordeelt verdachte tot betaling van € 500,- aan [slachtoffer 3] , vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 oktober 2022 tot de dag van volledige betaling;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij [slachtoffer 3] gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 3] aan de Staat € 500,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 oktober 2022 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Met betrekking tot [slachtoffer 4]
  • wijst toede vordering van [slachtoffer 4] , tot vergoeding van de immateriële schade tot een bedrag van
    € 500,-;
  • wijstde vordering van [slachtoffer 4] voor het overige
    af;
  • veroordeelt verdachte tot betaling van € 500,- aan [slachtoffer 4] , vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 oktober 2022 tot de dag van volledige betaling;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij [slachtoffer 4] gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 4] aan de Staat € 500,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 oktober 2022 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Met betrekking tot [slachtoffer 5]
  • wijst afde vordering van [slachtoffer 5] tot vergoeding van de materiële schade van € 249,-;
  • wijst toede vordering van [slachtoffer 5] , tot vergoeding van de immateriële schade tot een bedrag van
    € 500,-;
  • wijstde vordering van [slachtoffer 5] tot vergoeding van de immateriële schade voor het overige
    af;
  • veroordeelt verdachte tot betaling van € 500,- aan [slachtoffer 5] , vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 oktober 2022 tot de dag van volledige betaling;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij [slachtoffer 5] gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 5] aan de Staat € 500,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 oktober 2022 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Voorlopige hechtenis
-
heft ophet bevel tot schorsing van de voorlopige hechtenis in de zaak met parketnummer 16/263347-22.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.P.J. Janssens, voorzitter, mr. E.H.M. Druijf en mr. S.E. Garvelink, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.E. van Wiggen-van der Hoek, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 22 februari 2024.
De oudste rechter en de jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
In de zaak 05/022965-23
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij in of omstreeks de periode van 02 augustus 2021 tot en met 1 maart 2022 te Ede
en/of ‘s-Gravenhage, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
A) een ander of anderen, te weten [slachtoffer 1] , (telkens)
- heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het
oogmerk van seksuele uitbuiting van die [slachtoffer 1] (sub 2°) en/of
- ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele
handelingen met en/of voor een derde tegen betaling dan wel ten aanzien van die
[slachtoffer 1] (telkens) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of
verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die
[slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die seksuele
handelingen (sub 5°)
en/of
B) (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van
die/een ander of anderen, te weten voormelde [slachtoffer 1] , met en/of voor een derde
tegen betaling (sub 8°), terwijl die [slachtoffer 1] de leeftijd van achttien jaren nog niet had
bereikt,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn medeverdachte (telkens)
- contact gezocht, althans in contact gekomen met die [slachtoffer 1] via de app
“ [appnaam] ” en/of aangegeven die [slachtoffer 1] te kunnen helpen met haar
(geld)problemen en/of
- een of meerdere sociale media accounts aangemaakt en/of laten aanmaken, ten
behoeve van de verkoop van seksueel getinte foto’s en/of video’s, waaronder van
[slachtoffer 1] en/of;
- voornoemde sociale media accounts door [slachtoffer 1] laten gebruiken en/of vervolgens
dit gebruik gecontroleerd of laten controleren en/of
- die [slachtoffer 1] gezegd dat ze seksueel getinte foto’s en video’s van haarzelf moet
maken en/of (vervolgens) op voornoemde sociale media accounts moest posten
en/of
- voornoemde seksueel getinte foto’s en video’s van die [slachtoffer 1] te koop (laten) aan te
bieden en/of (tegen betaling) te (laten) verspreiden via sociale media;
- die [slachtoffer 1] tegen betaling seksueel getinte videogesprekken en/of livestreams te
laten hebben en/of
- betaalverzoeken gemaakt en/of laten maken voor de verkoop van voornoemde
foto’s en/of video’s en/of livestreams en/of videogesprekken en/of zijn rekening
beschikbaar te stellen voor deze betalingen en/of
- zich de opbrengsten van de verkoop van voornoemde foto’s en/of video’s van die
[slachtoffer 1] en/of (seksueel getinte) livestreams en/of videogesprekken met [slachtoffer 1]
toegeëigend;
( art 273f lid 1 ahf/sub 2° Wetboek van Strafrecht, art 273f lid 1 ahf/sub 5° Wetboek
van Strafrecht, art 273f lid 1 ahf/sub 8° Wetboek van Strafrecht, art 273f lid 3 ahf/sub
1° Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
2
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 2 augustus 2021
tot en met 1 maart 2022 te Ede en/of 's-Gravenhage, althans in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens) (een) afbeelding(en)/foto(‘s)/video(‘s) van seksuele gedragingen waarbij
iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken
of schijnbaar is betrokken,
te weten [slachtoffer 1] , geboren op [2005] ,
in bezit heeft gehad en/of heeft verspreid en/of heeft vervaardigd en/of heeft
verworven en/of heeft aangeboden en/of openlijk tentoongesteld,
en/of zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van
een communicatiedienst de toegang daartoe heeft verschaft,
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
de (gedeeltelijk) naakt poserende [slachtoffer 1] en/of een naakte [slachtoffer 1] die (van achteren)
wordt gepenetreerd;
( art 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht )
3
hij, op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 2 augustus 2021 tot
en met 1 maart 2022 te Ede en/of 's-Gravenhage, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een ander, te weten [slachtoffer 1] ,
door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige
andere feitelijkheid gericht tegen die ander en/of derde, te weten [slachtoffer 1] en/of
haar vader
en/of
door bedreiging met smaad en/of smaadschrift gericht tegen die [slachtoffer 1] ,
(wederrechtelijk) heeft/hebben gedwongen iets te doen, niet te doen en/of te
dulden, te weten
- het posten en/of verspreiden en/of verzenden van (nieuwe) seksueel getinte foto's
en/of video's van die [slachtoffer 1] en/of
- het dulden dat seksueel getinte foto's en video's van die [slachtoffer 1] worden verspreid,
verkocht en openbaar worden gemaakt (via sociale media) en/of
- het afgeven van wachtwoorden van sociale media en/of telefoonnummers van
klanten van die [slachtoffer 1] ,
door
- aan te geven seksueel getinte foto’s/filmpjes van die [slachtoffer 1] te verspreiden en/of
door te sturen en/of online te zetten op sociale media (met het adres van haar vader
erbij) en/of aan haar vader te overhandigen en/of
- aangegeven dat verdachte en/of zijn medeverdachte er voor gaat zorgen dat [slachtoffer 1]
niet meer leeft en dat haar leven kapot gemaakt zal worden en/of
- aan te geven de vader van die [slachtoffer 1] te mishandelen en/of aan te geven te weten
waar de vader van die [slachtoffer 1] woont en/of aan te geven dat de vader van die [slachtoffer 1]
iets door de brievenbus krijgt;
( art 284 lid 1 ahf/sub 1en 2 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek
van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij, op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 2 augustus 2021 tot
en met 1 maart 2022 te Ede en/of 's-Gravenhage, althans in Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een ander, te weten [slachtoffer 1] ,
door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige
andere feitelijkheid gericht tegen die ander en/of derde, te weten [slachtoffer 1] en/of
haar vader
en/of
(wederrechtelijk) heeft/hebben gedwongen iets te doen, niet te doen en/of te
dulden, te weten
- het posten en/of verspreiden en/of verzenden van (nieuwe) seksueel getinte foto's
en/of video's van die [slachtoffer 1] op sociale media en/of
- het dulden dat seksueel getinte foto's en video's van die [slachtoffer 1] worden verspreid,
verkocht en openbaar worden gemaakt (via sociale media) en/of
- het afgeven van wachtwoorden van sociale media en/of telefoonnummers van
klanten van die [slachtoffer 1] ,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn medeverdachte
- aangegeven seksueel getinte foto’s/filmpjes van die [slachtoffer 1] te verspreiden en/of
door te sturen en/of online te zetten op sociale media (met het adres van haar vader
erbij) en/of aan haar vader te overhandigen en/of
- aangegeven dat verdachte en/of zijn medeverdachte er voor gaat zorgen dat [slachtoffer 1]
niet meer leeft en dat haar leven kapot gemaakt zal worden en/of
- aangegeven de vader van die [slachtoffer 1] te mishandelen en/of aan te geven te weten
waar de vader van die [slachtoffer 1] woont en/of aan te geven dat de vader van die [slachtoffer 1]
iets door de brievenbus krijgt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
( art 284 lid 1 ahf/sub 1 en 2 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van
Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
In de zaak 16/263347-22
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij, op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 21 september tot en
met 12 oktober 2022, te Veenendaal en/of Ede, althans in Nederland, ter uitvoering
van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met
een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een)
ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen, door bedreiging met smaad en/of
smaadschrift en/of openbaring van een geheim, [slachtoffer 2] , (telkens) te dwingen tot
de afgifte van een goed, te weten het versturen van (seksueel getinte) foto’s en/of
een geldbedrag van in totaal ongeveer 20.000 euro en/of
informatie/contactgegevens uit de telefoon van die [slachtoffer 2] , geheel of ten dele
toebehorende aan die [slachtoffer 2] , althans aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s), zijnde en/of hebbende hij, verdachte en/of (één of meer
van) zijn mededader(s)
- met voornoemde [slachtoffer 2] (seksueel getint) contact gelegd en/of aangegaan en/of
- van die [slachtoffer 2] seksueel getinte foto’s/filmpjes en/of foto’s/filmpjes van ontblote
lichaamsdelen gemaakt en/of verkregen en/of
- ( vervolgens) meermalen, althans eenmaal, met die [slachtoffer 2] afgesproken en/of die
[slachtoffer 2] op de afgesproken locatie ontmoet en/of (via WhatsApp en/of Telegram)
berichten naar die [slachtoffer 2] gestuurd en (daarbij) telkens tegen die [slachtoffer 2] gezegd dat
zij ( [slachtoffer 2] ) (seksueel getinte) foto’s moet versturen/afgeven en/of een geldbedrag
van in totaal ongeveer 20.000 euro moet betalen en/of informatie/contactgegevens
uit haar telefoon moet versturen/afgeven en/of dat wanneer die [slachtoffer 2] dit niet doet
hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) voornoemde seksueel getinte foto’s/filmpjes
en/of foto’s/filmpjes van ontblote lichaamsdelen naar de ouders van die [slachtoffer 2]
doorstuurt en/of online zet en/of op Telegram plaatst, terwijl de uitvoering van dat
voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
( art 318 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid
1. ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
2
hij, op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 12 oktober 2022 tot
en met 17 oktober 2022, te Veenendaal, althans in Nederland, ter uitvoering van het
door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of
meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en)
wederrechtelijk te bevoordelen, door bedreiging met smaad en/of smaadschrift
en/of openbaring van een geheim, [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] , te
dwingen tot de afgifte van een goed, te weten een geldbedrag van in totaal ongeveer
15.000 euro, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of
[slachtoffer 5] , althans aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s), zijnde en/of hebbende hij, verdachte en/of (één of meer van) zijn
mededader(s)
(via WhatsApp) een of meerdere berichten naar die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5]
gestuurd met daarin een of meerdere (seksueel getinte) filmpjes/foto's van [slachtoffer 2]
(de dochter en/of zus van die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] ), waarbij
verdachte en/of zijn mededader(s) dwingende en/of dreigende uitlatingen en/of
eisen hebben gedaan, (onder meer) inhoudende dat die [slachtoffer 2] geld van hem/hen
zou hebben gestolen en/of dat die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] een
geldbedrag van in totaal ongeveer 15.000 euro moest(en) overmaken en/of betalen
en/of dat wanneer die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] niet zou(den) betalen
verdachte en/of zijn mededader(s) die (seksueel getinte) filmpjes/foto's van [slachtoffer 2]
anders online zouden zetten, althans anderszins (via internet) zou
verspreiden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
( art 318 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid
1. ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
3
hij, op of omstreeks 12 oktober 2022, te Veenendaal, althans in Nederland, tezamen
en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, van een persoon, [slachtoffer 2]
, een of meerdere afbeelding(en) en/of filmpjes van seksuele aard, te weten
vier filmpjes waarop te zien is dat die [slachtoffer 2] geheel of gedeeltelijk ontkleed is,
openbaar heeft/hebben gemaakt, terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s)
wist(en) dat die openbaarmaking voor die persoon nadelig kon zijn;
( art 139h lid 2 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van
Strafrecht )

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal.
2.Pagina 41 van het proces-verbaal met nummer PL1100-2022036105.
3.Pagina 93 van dat proces-verbaal.
4.Pagina 94 van dat proces-verbaal.
5.Verhoor van verdachte op 24 november 2023, losbladig, pagina 3.
6.Proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting op 26 september 2023.
7.Pagina 188 van het proces-verbaal met nummer PL1100-2022036105.
8.Pagina 233 van dat proces-verbaal.
9.Pagina 468 van dat proces-verbaal.
10.Pagina 466 van dat proces-verbaal.
11.Pagina 234-236 van dat proces-verbaal.
12.Pagina 238 en 239 van dat proces-verbaal.
13.Pagina 240 van dat proces-verbaal.
14.Pagina 12 van dat proces-verbaal.
15.Pagina 126 van dat proces-verbaal.
16.Pagina 128 en 134 van dat proces-verbaal.
17.Pagina 240 van dat proces-verbaal.
18.Pagina 94, 303 en 369van dat proces-verbaal.
19.Pagina 372 van dat proces-verbaal.
20.Pagina 94 van dat proces-verbaal.
21.Pagina 95 van dat proces-verbaal.
22.Pagina 94 van dat proces-verbaal.
23.Pagina 99 van dat proces-verbaal.
24.Verhoor door de RC op 13 december 2023, losbladig, pagina 15.
25.Pagina 244 van het proces-verbaal met nummer PL1100-2022036105.
26.Verhoor door de RC op 13 december 2023, losbladig, pagina 13.
27.Pagina 244 van het proces-verbaal met nummer PL1100-2022036105.
28.Pagina 240 van dat proces-verbaal.
29.Pagina 109 en 110 van dat proces-verbaal.
30.Pagina 303 van dat proces-verbaal.
31.Pagina 128-130 met bijlagen van dat proces-verbaal.
32.Pagina 200-206 met bijlagen van dat proces-verbaal.
33.Pagina 131 met bijlagen van dat proces-verbaal.
34.Pagina 307 van dat proces-verbaal.
35.Pagina 310 van dat proces-verbaal.
36.Pagina 315 van dat proces-verbaal.
37.Pagina 375 en 317-324 van dat proces-verbaal.
38.Pagina 168 van dat proces-verbaal.
39.Pagina 172 van dat proces-verbaal.
40.Pagina 173 van dat proces-verbaal.
41.Pagina 176 van dat proces-verbaal.
42.Pagina 197 van dat proces-verbaal.
43.Pagina 24 van dat proces-verbaal.
44.Pagina 606 van dat proces-verbaal.
45.Verhoor [slachtoffer 1] door de rechter-commissaris op 13 december 2023.
46.Pagina 109 van het proces-verbaal met nummer PL1100-2022036105.
47.Pagina 402 tot en met 416 met bijlagen van dat proces-verbaal.
48.Pagina 230 en 231 van dat proces-verbaal.
49.Pagina 238 van dat proces-verbaal.
50.Pagina 239 van dat proces-verbaal.
51.Pagina 241 van dat proces-verbaal.
52.Pagina 247 van dat proces-verbaal.
53.Pagina 239 van dat proces-verbaal.
54.Pagina 240 van dat proces-verbaal.
55.Pagina 240 van dat proces-verbaal.
56.Pagina 241 van dat proces-verbaal.
57.Pagina 243 van dat proces-verbaal.
58.Pagina 278 van dat proces-verbaal.
59.Pagina 466 van dat proces-verbaal.
60.Proces-verbaal van verhoor verdachte van 23 november 2023, pagina 8.
61.Pagina 402 proces-verbaal met nummer PL1100-2022036105.
62.Pagina 414 van dat proces-verbaal.
63.Pagina 415 van dat proces-verbaal.
64.Pagina 265 van dat proces-verbaal.
65.Pagina 266 van dat proces-verbaal.
66.Pagina 14 van het proces-verbaal met nummer PL0900-2022302211.
67.Pagina 15 van dat proces-verbaal.
68.Pagina 16 van dat proces-verbaal.
69.Pagina 88 van dat proces-verbaal.
70.Verhoor [slachtoffer 2] door de rechter-commissaris op 30 mei 2023, losbladig, pagina 6.
71.Verhoor [slachtoffer 2] door de rechter-commissaris op 30 mei 2023, losbladig, pagina 9.
72.Pagina 57 van het proces-verbaal met nummer PL1100-2022036105.
73.Verhoor [slachtoffer 2] door de rechter-commissaris op 30 mei 2023, losbladig, pagina 11.
74.Verhoor [slachtoffer 2] door de rechter-commissaris op 30 mei 2023, losbladig, pagina 24.
75.Verhoor [slachtoffer 2] door de rechter-commissaris op 30 mei 2023, losbladig, pagina 14.
76.Verhoor [slachtoffer 2] door de rechter-commissaris op 30 mei 2023, losbladig, pagina 16.
77.Verhoor [slachtoffer 2] door de rechter-commissaris op 30 mei 2023, losbladig, pagina 7.
78.Verhoor [slachtoffer 2] door de rechter-commissaris op 30 mei 2023, losbladig, pagina 22.
79.Pagina 53 van het proces-verbaal met nummer PL0900-2022302211.
80.Pagina 54 van dat proces-verbaal.
81.Pagina 55 van dat proces-verbaal.
82.Pagina 33, 44 en 45 van dat proces-verbaal.
83.Pagina 46 tot en met 50 van dat proces-verbaal.
84.Pagina 36 tot en met 43 van dat proces-verbaal.
85.Pagina 83 tot en met 86 van dat proces-verbaal.
86.Pagina 105 en 106 van dat proces-verbaal.
87.Pagina 94 tot en met 98 van dat proces-verbaal.
88.Pagina 30 van dat proces-verbaal
89.Pagina 36 van dat proces-verbaal.
90.Pagina 43 van dat proces-verbaal.
91.Pagina 191 van dat proces-verbaal.