Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
op dit moment gedetineerd te [verblijfplaats] ,
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
“Ga erop”en
“Als ik weer geen 24 uur chats zie gaat er 5% af”en op 20 januari 2022
“Waar bn je allemaal mee bezig. Heb je vrije dag gekregen ofso”en, nadat [slachtoffer 1] aangeeft dat ze stage loopt
“Hier gaat je baas ni blij mee zijn. Ga op die kk app voor die nog gekker word dandie al is”. [36]
“jij betaalt nu 15.000 of anders gaan al je naaktfoto’s online.” [78]
“Ewa negeer mij maar zie ik straks 20:00 mijn cake niet gaat onze show beginnen geen genade”(pagina 43).
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN DE STRAF EN MAATREGEL
- zich niet ophoudt in [straat] en de [straat] te [woonplaats] ;
- zich onthoudt van direct en indirect contact met [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] .
9.BESLAG
10.BENADEELDE PARTIJEN
11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
12.BESLISSING
een gevangenisstraf van 20 maanden;
geldboete van € 475, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 9 dagen;
- legt aan verdachte op
- beveelt dat verdachte
- zich niet ophoudt in [straat] en de [adres] te [woonplaats] (
- zich onthoudt van direct of indirect contact met [slachtoffer 1] (geboren op [2005] ), [slachtoffer 2] (geboren op [2005] ), [slachtoffer 3] (geboren op [1966] ), [slachtoffer 4] (geboren op [1982] ) en [slachtoffer 5] (geboren op [1990] )
contactverbod);
dadelijk uitvoerbaaris.
14 dagen hechtenis, met een totale duur van ten hoogste 6 maanden hechtenis;
onttrokken aan het verkeer:
- wijst de vordering van [slachtoffer 1]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 1] van het toegewezen bedrag van de materiële schade van € 385,- en de immateriële schade van € 2.500,-, in totaal € 2.885,- het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 november 2021 tot de dag van de algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte
- wijst de vordering van [slachtoffer 1] voor wat betreft het meer gevorderde
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij [slachtoffer 1] gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat € 2.885,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 november 2021 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde [slachtoffer 1] dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- legt verdachte daarnaast de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat € 2.500,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 november 2021 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij of zijn mededader op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde [slachtoffer 1] dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst toede vordering van [slachtoffer 2] , tot vergoeding van de immateriële schade toe tot een bedrag
van € 3.000,-; - veroordeelt verdachte tot betaling van € 3.000,- aan [slachtoffer 2] , vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 oktober 2022 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij [slachtoffer 2] gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 2] aan de Staat € 3.000,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 oktober 2022 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde [slachtoffer 2] dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst toede vordering van [slachtoffer 3] , tot vergoeding van de immateriële schade tot een bedrag van
€ 500,-; - wijstde vordering van [slachtoffer 3] voor het overige
af; - veroordeelt verdachte tot betaling van € 500,- aan [slachtoffer 3] , vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 oktober 2022 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij [slachtoffer 3] gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 3] aan de Staat € 500,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 oktober 2022 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst toede vordering van [slachtoffer 4] , tot vergoeding van de immateriële schade tot een bedrag van
€ 500,-; - wijstde vordering van [slachtoffer 4] voor het overige
af; - veroordeelt verdachte tot betaling van € 500,- aan [slachtoffer 4] , vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 oktober 2022 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij [slachtoffer 4] gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 4] aan de Staat € 500,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 oktober 2022 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst afde vordering van [slachtoffer 5] tot vergoeding van de materiële schade van € 249,-;
- wijst toede vordering van [slachtoffer 5] , tot vergoeding van de immateriële schade tot een bedrag van
€ 500,-; - wijstde vordering van [slachtoffer 5] tot vergoeding van de immateriële schade voor het overige
af; - veroordeelt verdachte tot betaling van € 500,- aan [slachtoffer 5] , vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 oktober 2022 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij [slachtoffer 5] gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 5] aan de Staat € 500,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 oktober 2022 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
heft ophet bevel tot schorsing van de voorlopige hechtenis in de zaak met parketnummer 16/263347-22.