ECLI:NL:RBMNE:2024:914

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
20 februari 2024
Publicatiedatum
20 februari 2024
Zaaknummer
16.098816.23 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Belaging en bedreiging van slachtoffers door verdachte met een gevangenisstraf en bijzondere voorwaarden

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 20 februari 2024 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan belaging en bedreiging van meerdere slachtoffers, waaronder zijn moeder, stiefvader en ex-vrouw. De verdachte heeft de feiten bekend en de rechtbank heeft op basis van de aangiftes en de bekennende verklaringen van de verdachte geoordeeld dat er wettig en overtuigend bewijs aanwezig is voor de ten laste gelegde feiten. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 310 dagen, waarvan 60 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. Daarnaast zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een contactverbod met de ex-vrouw van de verdachte, op basis van artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoonlijke situatie van de verdachte, waaronder zijn psychische problemen en verslavingsgeschiedenis. De rechtbank heeft besloten dat de verdachte een kans moet krijgen om zijn gedrag te verbeteren door middel van behandeling en begeleiding, en heeft daarom de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar verklaard. De rechtbank heeft ook de vordering van de officier van justitie gevolgd, maar heeft de duur van de gevangenisstraf en de voorwaarden aangepast in het belang van de verdachte en de slachtoffers.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16.098816.23 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 20 februari 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1995] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] te [woonplaats] ,
gedetineerd in [verblijfplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 31 augustus 2023 (pro forma), 23 november 2023 (pro forma) en 6 februari 2024 (inhoudelijke behandeling).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. A.L. Rinsma en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. X.B. Sijmons, advocaat te Amersfoort, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting van 6 februari 2024 gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er in het kort op neer dat verdachte:
feit 1
in de periode van 2 januari 2023 tot en met 11 april 2023 te Soest, althans in Nederland, [slachtoffer 1] heeft belaagd;
feit 2
op 12 april 2023 te Soest, althans in Nederland, [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of zware mishandeling;
feit 3
in de periode van 1 maart 2023 tot en met 8 april 2023 te Soest, althans in Nederland, [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of zware mishandeling;
feit 4
in de periode van 10 maart 2023 tot en met 26 maart 2023 te Soest, althans in Nederland, [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of zware mishandeling;
feit 5
in de periode van 6 januari 2023 tot en met 28 maart 2023 te Soest, althans in Nederland, [slachtoffer 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of zware mishandeling.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging. Dat betekent dat er geen formele belemmeringen zijn om deze strafzaak inhoudelijk te beoordelen.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend te bewijzen, behalve de periode van feit 1. Voor dit feit ziet de officier van justitie wettig en overtuigend bewijs vanaf 26 januari 2023.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich niet tegen een bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten verzet.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft de ten laste gelegde feiten bekend en de raadsman heeft geen vrijspraak bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen: [1]
feit 1
- de aangiftes van [slachtoffer 1] ; [2] [3]
- de bekennende verklaring van verdachte zoals afgelegd ter zitting van 6 februari 2024;
feit 2
- de aangifte van [slachtoffer 2] ; [4]
- de bekennende verklaring van verdachte zoals afgelegd ter zitting van 6 februari 2024;
feit 3
- de aangifte van [slachtoffer 1] ; [5]
- de bekennende verklaring van verdachte zoals afgelegd ter zitting van 6 februari 2024;
feit 4
- de aangifte van [slachtoffer 2] ; [6]
- de bekennende verklaring van verdachte zoals afgelegd ter zitting van 6 februari 2024;
feit 5
- de aangifte van [slachtoffer 3] ; [7]
- de aanvullende verklaring van aangeefster [slachtoffer 3] ; [8]
- de verklaring van verdachte zoals afgelegd ter zitting van 6 februari 2024.
Op basis van de redengevende feiten en omstandigheden uit de bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewijs aanwezig voor de onder 1 tot en met 5 ten laste gelegde feiten. Daarbij volgt zij de officier van justitie in zijn standpunt dat de te bewijzen periode van feit 1 beperkt moet worden tot de periode van 26 januari tot en met 11 april 2023. Dat betekent dat de rechtbank verdachte zal vrijspreken van het deel van de tenlastelegging van feit 1 dat ziet op de periode van 2 januari 2023 tot 26 januari 2023.
De rechtbank zal verdachte ook vrijspreken van de volgende onder feit 5 ten laste gelegde specifieke bedreigingen:
- " Mutherfuckinng hooker I hope u die”
- “ Fucking puta u need to die not me”
- “ If you want somethings I kill you”
- “ I hope you die with your hooker friends”
- “ Beter hide cause if I see you I kill you. You pain me so much you deserve to die”
- “ I want to destroy your whole face make your nose how it was again fucking Hooke
r u deserve to die”
- “ Puta if I find out you have somebody else long time I kill you both”.
Verdachte heeft ter zitting bekend dat hij alle in de tenlastelegging opgenomen bedreigingen heeft geuit, maar de rechtbank ziet voor deze specifieke bedreigingen geen ander bewijsmiddel in het dossier. De rechtbank kan haar bewezenverklaring niet uitsluitend op de bekennende verklaring van verdachte baseren.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1
in de periode van 26 januari 2023 tot en met 11 april 2023 in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 1] , door veelvuldig SMS-berichten, e-mails en
Whatsappberichten naar die [slachtoffer 1] te sturen met daarin onder meer de woorden:
- “ dit gaat niet lang meer duren. Of ik word gek en ik doe jullie allemaal wat aan. Of
ik ga dood uit ellende”
- “ waar is ze? Want je verstopt haar nu van me. Zal ik je eens echt bang maken?
Volgende x dat ik kom zal het indd nodig zijn dat de politie komen.”
- “ Ik wil mijn dochter zien help me eens waardeloos stuk stront. Ik ga je wat
aandoen. Doe maar vast aangifte”
- “ ik ga je niks aandoen. Ga niet voor zo’n zielig triest persoon als jij in de
gevangenis. Ben niet gek. Ik laat het wel doen.”
- “ ik steek je huis in de fik”
- “ Ik ga jou en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] kapot maken”
- “ Ik ga gekke dingen doen als je me nu niet helpt. En niet een bewindvoerder bellen
achterlijk kanker wijf zoals [slachtoffer 2] en jij de vorige keer. Gewoon mij helpen of ik kom je
kapot maken”
- " Klootzakken. Nu dit ook nog. Als ik gedwongen wordt om medicijnen te nemen of
opgenomen te worden dan draai ik je nek om heb je dat begrepen?????"
- “ Ik schiet dwars door je kop heen als je denkt hiermee verder te gaan”
- “ Ik kom vandaag langs en ram je hele smoel in elkaar als je niet normaal met mij
dit uit praat begrepen?”
- “ Brand in de hell”;
met het oogmerk die [slachtoffer 1] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden
en/of vrees aan te jagen;
feit 2
op 12 april 2023 in Nederland, [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,
door [A] via whatsapp berichten te sturen met de inhoud: “Zeg maar tegen [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] dat ik [slachtoffer 2] kapot maak voordat ik word opgenomen en dat ze nu nog 1 dag hebben. Zeg maar tegen [slachtoffer 2] dat als hij vandaag niets laat horen, ik hem snachts opzoek”;
feit 3
op tijdstippen in de periode 1 maart 2023 tot en met 8 april 2023 in Nederland [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling en met
brandstichting,
door haar berichten en mails te sturen met de inhoud:
- " Ik steek je huis in de fik"
- " Ik kom je kapot maken"
- " Klootzakken. Nu dit ook nog. Als ik gedwongen wordt om medicijnen te nemen of
opgenomen te worden dan draai ik je nek om heb je dat begrepen?????"
- “ Ik schiet dwars door je kop heen als je denkt hiermee verder te gaan”
- “ Ik kom vandaag langs en ram je hele smoel in elkaar als je niet normaal met mij
dit uit praat begrepen?”
- “ Brand in de hell”;
feit 4
op tijdstippen in de periode van 10 maart 2023 tot en met 26 maart 2023 in Nederland,
[slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door hem berichten en mails te sturen met de inhoud:
- “ laat zien dat je mij en [B] helpt anders gaat het fout aflopen”
- “ Ik ga kapot en ik neem jou daar in mee”
- “ kankerhond ik ga je doodmaken als je mij niet helpt”;
feit 5
op tijdstippen in de periode van 6 januari 2023 tot en met 28 maart 2023 in Nederland,
[slachtoffer 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht,
door haar mails te sturen met de inhoud:
- “ I will kill you”
- ” you are going to die if you don’t tell me where our daughter is”
- “ If I see you I will kill you”.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feiten 1 en 3
eendaadse samenloop van belaging
en
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of zware mishandeling en/of brandstichting, meermalen gepleegd;
feit 2
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of zware mishandeling;
feiten 4 en 5, telkens:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of zware mishandeling, meermalen gepleegd.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
- een gevangenisstraf van 280 dagen, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 30 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren, met de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering, met uitzondering van het contactverbod;
- een vrijheidsbeperkende maatregel op grond van artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht, inhoudende een contactverbod met [slachtoffer 3] , waarbij vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur zeven dagen voor iedere keer dat verdachte niet voldoet aan deze maatregel, met een maximum duur van zes maanden (180 dagen).
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte gemotiveerd is om zich te houden aan de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden. De raadsman heeft echter verzocht de klinische opname, te beperken tot een periode van maximaal zes maanden. Indien deze opname een jaar zal duren, bestaat het risico dat verdachte zijn woning zal verliezen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf en maatregel heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten en omstandigheden waaronder deze zijn begaan
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de belaging en bedreiging van verschillende slachtoffers uit zijn directe omgeving, namelijk zijn moeder, zijn stiefvader en zijn ex-vrouw. Hij heeft gedurende enkele maanden veelvuldig berichten naar hen gestuurd met een intimiderende inhoud. Dit moet voor de slachtoffers zeer belastend en angstaanjagend zijn geweest en verdachte heeft daarmee een forse inbreuk gemaakt op hun persoonlijke levenssfeer.
Persoon van verdachte
Bij haar beslissing heeft de rechtbank gekeken naar een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte van 2 februari 2024. Daaruit volgt dat verdachte in 2016 door de politierechter onherroepelijk is veroordeeld voor onder meer bedreiging in de huiselijke sfeer. Omdat dit een veroordeling is van langer dan vijf jaar geleden, zal de rechtbank deze niet in strafverzwarende zin meewegen bij de strafoplegging.
Wat wel in belangrijke mate meeweegt, is de lange hulpverleningsgeschiedenis die verdachte heeft.
In het rapport van de GZ-psycholoog drs. T. ’t Hoen van 26 januari 2024 is te lezen dat verdachte al vanaf zijn vierde jaar bekend is met hulpverlening. Op jonge leeftijd is al de diagnose ADHD gesteld. Vanaf zijn veertiende jaar gebruikte hij verdovende middelen en in 2012, toen hij 17 jaar oud was, is hij uit huis geplaatst.
De psycholoog heeft nu opnieuw geconcludeerd dat bij verdachte sprake is van ADHD en een stoornis in het gebruik van speed en cannabis. Dit was ook ten tijde van het ten laste gelegde het geval. Deze psychische stoornissen beïnvloedden de gedragskeuzes en gedragingen van verdachte ten tijde van de bewezen verklaarde feiten en daarom adviseert de psycholoog om de bewezenverklaarde feiten in verminderde mate aan verdachte toe te rekenen.
De psycholoog heeft toegelicht dat de laatste jaren de spanningen in zijn relatie toenamen. Met name na de geboorte van zijn dochter kon verdachte alles steeds minder goed overzien. Dat past bij ADHD. Hij gebruikte in toenemende mate drugs, hetgeen kan worden beschouwd als een vorm van zelfmedicatie en een gemankeerd copingmechanisme. Zijn ontregeling werd hierdoor versterkt.
De psycholoog schat het risico op recidive zonder passende hulpverlening in als matig tot hoog, zeker als verdachte onder invloed is.
De psycholoog is van mening dat een intensieve en gestructureerde vorm van behandeling noodzakelijk is, te weten een klinische behandeling in een forensische kliniek. Dat kan een verslavingskliniek zijn, maar dat hoeft niet per se. Het is vooral noodzakelijk dat zijn copingvaardigheden worden uitgebreid en dat er aandacht is voor het verbeteren van zijn inpulscontrole en emotie- / agressieregulatie. Dit kan ook in een ‘reguliere’ forensische kliniek. Behandeling van de ADHD en het goed instellen op medicatie zijn ook essentieel. Lopende de behandeling zal ook aandacht moeten zijn voor sociaal-maatschappelijke problemen en zal moeten worden toegewerkt naar stapsgewijze resocialisatie, bijvoorbeeld door middel van begeleid wonen.
De psycholoog adviseert de hulpverlening vorm te geven in het kader van bijzondere voorwaarden bij een (deels) voorwaardelijke straf met toezicht door de reclassering.
De moeder van verdachte is als referent door de psycholoog benaderd. Zij heeft, ondanks de ernstige bedreigingen, veel positieve eigenschappen van verdachte benoemd. Zij heeft ook benoemd dat verdachte door die positieve eigenschappen een hoge gunfactor heeft, maar dat hij zijn toezeggingen vaak niet kan waarmaken. Het doel van haar aangifte was niet direct strafrechtelijk. Ze is vooral uit op rust voor haar familie en de ex-vrouw van verdachte en ze wil daarnaast dat verdachte zo goed mogelijk geholpen wordt met zijn geestelijke gezondheid. Zij ziet in dat dit in een vrijwillig kader onvoldoende van de grond komt.
De reclassering heeft in haar rapport van 30 januari 2024 bevestigd dat sprake is van een hoog recidive risico. Ook heeft de reclassering twijfels geuit over de haalbaarheid van reclasseringstoezicht binnen het kader van een voorwaardelijke veroordeling, omdat verdachte tijdens de schorsing van zijn voorlopige hechtenis tweemaal de voorwaarden heeft overtreden. De schorsing van de voorlopige hechtenis is om die reden ook tweemaal opgeheven. Nu uit het recente rapport van de psycholoog echter blijkt dat er interventiemogelijkheden zijn om de problemen van verdachte aan te pakken en hiermee een duurzame gedragsverandering te bewerkstelligen, is de reclassering van mening dat een traject zoals beschreven in de geadviseerde bijzondere voorwaarden een kans moet krijgen. Deze bijzondere voorwaarden houden in het kort in:
  • meldplicht bij de reclassering;
  • opname in een zorginstelling;
  • ambulante behandeling met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname;
  • begeleid wonen of maatschappelijke opvang;
  • contactverbod met [slachtoffer 3] ;
  • dagbesteding;
  • meewerken aan schuldhulpverlening;
  • meewerken aan middelen controle.
De reclassering adviseert om de voorwaarden en het toezicht dadelijk uitvoerbaar te verklaren en daaraan toezicht door de reclassering te koppelen.
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij graag wil worden geholpen en dat hij bereid is de geadviseerde bijzondere voorwaarden na te leven.
De straf
De rechtbank leest in het rapport van de reclassering en de woorden van de moeder van verdachte twijfels over de haalbaarheid van het naleven van de geadviseerde bijzondere voorwaarden door verdachte, ondanks zijn uitdrukkelijke toezegging ter zitting dat hij deze voorwaarden wil naleven in het belang van zijn hulpvelening. Toch wil de rechtbank verdachte een kans geven en zal zij de adviezen volgen. Indien verdachte zich zal houden aan de voorwaarden, zal dit immers in belangrijke mate bijdragen aan het terugdringen van het recidiverisico en aan een duurzame gedragsverandering bij verdachte.
De geadviseerde bijzondere voorwaarden zullen moeten worden gekoppeld aan een (deels) voorwaardelijke straf. Gelet op de ernst van de feiten kan niet worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt. Aan de andere kant houdt de rechtbank er rekening mee dat verdachte zich al aanzienlijke tijd in voorlopige hechtenis bevindt, de feiten verminderd aan verdachte kunnen worden toegerekend en dat een klinische opname noodzakelijk zal zijn als onderdeel van de behandeling van de psychische problemen van verdachte.
Tegen deze achtergrond is de rechtbank net als de officier van justitie van oordeel dat het onvoorwaardelijke deel van de gevangenisstraf van verdachte lang genoeg heeft geduurd. De ernst van de feiten en de aard en omvang van de geadviseerde bijzondere voorwaarden vragen naar het oordeel van de rechtbank wel om een zwaardere stok achter de deur dan de door de officier van justitie gevorderde 30 dagen vervangende hechtenis.
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf van 310 dagen waarvan 60 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar passend en geboden is.
Ten aanzien van de bijzondere voorwaarden merkt de rechtbank nog op dat zij geen aanleiding ziet de duur van de mogelijke klinische opname te beperken tot een half jaar. Duidelijk is dat verdachte te maken heeft met een forse problematiek waarvoor uitgebreide behandeling noodzakelijk is. Om tot een goede afloop van deze behandeling te komen, zal voldoende tijd moeten worden uitgetrokken. Het belang van een goede afloop van deze behandeling gaat voor het belang van het behoud van de woning van verdachte. Daarbij merkt de rechtbank op dat niet kan worden uitgesloten dat verdachte na afloop van de klinische opname nog zal moeten verblijven op een locatie voor begeleid wonen.
Voor zover als onderdeel van de ambulante behandeling nog een kortdurende klinische opname nodig wordt geacht door de reclassering, zal een procedure tot wijziging van de bijzondere voorwaarden nodig zijn.
De rechtbank zal het geadviseerde contactverbod niet als bijzondere voorwaarde opleggen, maar als vrijheidsbeperkende maatregel in de zin van artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht. Dat zal zij hierna verder toelichten.
Dadelijke uitvoerbaarheid bijzondere voorwaarden
Verdachte wordt veroordeeld voor bedreigingen en stalking. Daarmee is geweld toegedaan aan de persoonlijke vrijheden van de slachtoffers. Zij waren angstig voor het onberekenbare gedrag van verdachte. Op basis van de conclusies uit de rapporten van de psycholoog en de reclassering is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat is gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meerdere personen indien hij niet de juiste behandeling en hulpverlening krijgt. Daarom zal zij bevelen dat de bijzondere voorwaarden die verdachte zal worden opgelegd en het toezicht door de reclassering, dadelijk uitvoerbaar zijn.
Contactverbod art. 38v Wetboek van Strafrecht
Daarnaast zal de rechtbank – eveneens op basis van de conclusies uit de rapporten van de psycholoog en de reclassering – voor het voorkomen van strafbare feiten een vrijheidsbeperkende maatregel ex artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht opleggen en bevelen dat verdachte zich onthoudt van contact met [slachtoffer 3] .
De rechtbank legt deze vrijheidsbeperkende maatregel op voor de duur van drie jaren. Voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan, zal vervangende hechtenis worden opgelegd van zeven dagen voor iedere keer dat verdachte niet voldoet aan deze maatregel, met een maximum duur van zes maanden (180 dagen). De rechtbank is van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen of zich belastend zal gedragen jegens [slachtoffer 3] . Daarom zal zij bevelen dat ook deze maatregel dadelijk uitvoerbaar is.

9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 38v, 38w, 55, 57, 285, 285b van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

10.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 310 dagen;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van 60 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van drie (3) jaren vast;
- als voorwaarden gelden dat verdachte:
zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte gedurende de proeftijd:
zich binnen vijf dagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij reclassering Inforsa op het adres Utrechtseweg 11-13 in Amersfoort en dat verdachte zich blijft melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt om het reclasseringstoezicht uit te voeren;
zich laat opnemen in een zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing, welke opname zo snel mogelijk start en een jaar duurt of zoveel korter als de reclassering nodig vindt, waarbij verdachte zich houdt aan de huisregels en aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling, waaronder gelet op de problematiek ook het innemen van medicijnen vallen als de zorginstelling dat nodig vindt en waarbij verdachte ook meewerkt aan de indicatiestelling en plaatsing voor een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang als de reclassering dat gewenst vindt;
zich laat behandelen door De Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering, als naar aanleiding van de klinische opname blijkt dat ambulante behandeling geïndiceerd is, welke behandeling zo spoedig mogelijk start en waarbij verdachte zich houdt aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling, waaronder gelet op de problematiek ook het innemen van medicijnen kan vallen als de zorgverlener dat nodig vindt en waarbij de reclassering een indicatiestelling kan aanvragen voor een kortdurende opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek, bij een terugval in middelengebruik of verslechtering van het psychiatrisch ziektebeeld, waarbij geldt dat als de voor de indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende opname indiceert, verdachte zich na goedkeuring door de rechter zal laten opnemen in een zorginstelling voor zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt, waarbij de justitiële instantie verantwoordelijk is voor plaatsing in forensische zorg en bepaalt in welke zorginstelling de opname plaatsvindt en waarbij verdachte zich houdt aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling, waaronder gelet op de problematiek ook het innemen van medicijnen kan vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt;
afhankelijk van het verloop van de klinische opname en het daaruit voortkomend woonprofiel verblijft in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang – te bepalen door de reclassering – of woont in een zelfstandige woning met ambulante woonbegeleiding, wat zo spoedig mogelijk na de klinische opname start en welk verblijf gedurende de gehele proeftijd duurt of zoveel korter als de reclassering nodig vindt, waarbij verdachte zich houdt aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
zich inspant voor het vinden en behouden van betaald werk, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding met een vaste structuur, welke dagbesteding bijdraagt aan het voorkomen van delictgedrag;
meewerkt aan het aflossen van schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen, waarbij verdachte aan de reclassering inzicht geeft in zijn financiën en schulden;
meewerkt aan controle van het gebruik van alcohol en drugs om het middelengebruik te beheersen, waarbij de reclassering urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) kan gebruiken en waarbij de reclassering bepaalt hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd;
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- beveelt dat de bijzondere voorwaarden en het toezicht door de reclassering dadelijk uitvoerbaar zijn;
Oplegging maatregel
- legt aan verdachte op de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid op grond van artikel 38v van Wetboek van Strafrecht voor de duur van drie jaren;
- beveelt dat verdachte op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer 3] , geboren op [1989] ;
- beveelt dat voor het geval verdachte niet aan de maatregel voldoet de maatregel wordt vervangen door zeven dagen hechtenis, met het maximum van zes maanden (180 dagen);
- beveelt dat deze vrijheidsbeperkende maatregel dadelijk uitvoerbaar is;
Voorlopige hechtenis
- heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van het tijdstip waarop de duur van de voorlopige hechtenis gelijk wordt aan het onvoorwaardelijk gedeelte van de opgelegde vrijheidsstraf.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.P. Schotman, voorzitter, mrs. A.A.T. Werner en mr. L.M. Reijnierse, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.W.M. Raedts, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 20 februari 2024.
Mr. Werner is niet in staat dit vonnis mee te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
feit 1
hij in of omstreeks de periode van 2 januari 2023 tot en met 11 april 2023 te Soest,
althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft
gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 1] ,
door veelvuldig, althans meermalen SMS-berichten, e-mails en/of
Whatsappberichten naar die [slachtoffer 1] te sturen met daarin onder meer de woorden:
- “ dit gaat niet lang meer duren. Of ik word gek en ik doe jullie allemaal wat aan. Of
ik ga dood uit ellende”
- “ waar is ze? Want je verstopt haar nu van me. Zal ik je eens echt bang maken?
Volgende x dat ik kom zal het indd nodig zijn dat de politie komen.”
- “ Ik wil mijn dochter zien help me eens waardeloos stuk stront. Ik ga je wat
aandoen. Doe maar vast aangifte”
- “ ik ga je niks aandoen. Ga niet voor zo’n zielig triest persoon als jij in de
gevangenis. Ben niet gek. Ik laat het wel doen.”
- “ ik steek je huis in de fik”
- “ Ik ga jou en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] kapot maken”
- “ Ik ga gekke dingen doen als je me nu niet helpt. En niet een bewindvoerder bellen
achterlijk kanker wijf zoals [slachtoffer 2] en jij de vorige keer. Gewoon mij helpen of ik kom je
kapot maken”
- " Klootzakken. Nu dit ook nog. Als ik gewdongen wordt om medicijnen te nemen of
opgenomen te worden dan draai ik je nek om heb je dat begrepen?????"
- “ Ik schiet dwars door je kop heen als je denkt hiermee verder te gaan”
- “ Ik kom vandaag langs en ram je hele smoel in elkaar als je niet normaal met mij
dit uit praat begrepen?”
- “ Brand in de hell”;
met het oogmerk die [slachtoffer 1] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden
en/of vrees aan te jagen;
( art 285b lid 1 Wetboek van Strafrecht )
feit 2
hij op of omstreeks 12 april 2023 te Soest, althans in Nederland, [slachtoffer 2] heeft
bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,
door [A] en/of een of meer anderen via whatsapp berichten te sturen met de inhoud: “Zeg maar tegen [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] dat ik [slachtoffer 2] kapot maak voordat ik word opgenomen en dat ze nu nog 1 dag hebben. Zeg maar tegen [slachtoffer 2] dat als hij vandaag niets laat horen, ik hem snachts opzoek”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
( art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
feit 3
hij op verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode 1 maart 2023 tot en met 8
april 2023 te Soest, althans in Nederland
[slachtoffer 1] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling en/of met
brandstichting,
door haar berichten en/of mails te sturen met de inhoud:
- " Ik steek je huis in de fik"
- " Ik kom je kapot maken"
- " Klootzakken. Nu dit ook nog. Als ik gewdongen wordt om medicijnen te nemen of
opgenomen te worden dan draai ik je nek om heb je dat begrepen?????"
- “ Ik schiet dwars door je kop heen als je denkt hiermee verder te gaan”
- “ Ik kom vandaag langs en ram je hele smoel in elkaar als je niet normaal met mij
dit uit praat begrepen?”
- “ Brand in de hell”;
( art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
feit 4
hij op verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 10 maart 2023 tot en
met 26 maart 2023 te Soest, atlhans in Nederland,
[slachtoffer 2] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,
door hem berichten en/of mails te sturen met de inhoud:
- “ laat zien dat je mij en [B] helpt anders gaat het fout aflopen”
- “ Ik ga kapot en ik neem jou daar in mee”
- “ kankerhond ik ga je doodmaken als je mij niet helpt”;
( art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
feit 5
hij op verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 6 januari 2023 tot en
met 28 maart 2023 te Soest, althans in Nederland,
[slachtoffer 3] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,
door haar berichten en/of mails te sturen met de inhoud:
- “ I will kill you”
- ” you are going to die if you don’t tell me where our daughter is”
- “ If I see you I will kill you”
- " Mutherfuckinng hooker I hope u die”
- “ Fucking puta u need to die not me”
- “ If you want somethings I kill you”
- “ I hope you die with your hooker friends”
- “ Beter hide cause if I see you I kill you. You pain me so much you deserve to die”
- “ I want to destroy your whole face make your nose how it was again fucking Hooke
r u deserve to die”
- “ Puta if I find out you have somebody else long time I kill you both”.
( art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht )

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 13 april 2023 met nummer 2023107160, opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd pagina 1 tot en met 202. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal van aangifte d.d. 16 maart 2023 pag. 16 ev.
3.Proces-verbaal van aangifte d.d. 11 april 2023 pag. 27 ev.
4.Proces-verbaal van aangifte d.d. 12 april 2023 pag. 37 ev.
5.Proces-verbaal van aangifte d.d. 16 maart 2023 pag. 16 ev; proces-verbaal van aangifte d.d. 11 april 2023 pag. 27 ev.
6.Proces-verbaal van aangifte d.d. 28 maart 2023 pag. 24 ev.
7.Proces-verbaal van aangifte d.d. 14 februari 2023, pag. 10, 12.
8.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 maart 2023, pag. 14.