ECLI:NL:RBMNE:2024:913
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van bijzondere bijstand voor griffiekosten onder de Participatiewet
In deze zaak heeft eiser op 6 april 2023 een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor griffiekosten van € 184,- in verband met een procedure van zijn echtgenote bij de vreemdelingenrechter. Het dagelijks bestuur van de RDWI heeft op 31 mei 2023 een besluit genomen waarin de aanvraag gedeeltelijk is toegekend, met een toekenning van € 98,-. Eiser is het niet eens met deze gedeeltelijke toekenning en heeft rechtstreeks beroep ingesteld bij de rechtbank, omdat hij geen vertrouwen heeft in de bezwaarprocedure. De rechtbank heeft besloten dat een zitting niet nodig is en heeft het onderzoek gesloten op 5 december 2023.
De rechtbank heeft de beoordeling van de aanvraag van eiser in het licht van de Participatiewet en het beleid van verweerder geplaatst. Verweerder heeft gesteld dat de kosten voor het griffierecht tot aan het bedrag voor onvermogenden (€ 86,-) niet vergoed kunnen worden vanuit de bijzondere bijstand, omdat deze kosten onder de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan vallen. De rechtbank oordeelt dat verweerder een redelijke invulling heeft gegeven aan zijn beoordelingsruimte en dat de toekenning van € 98,- aan eiser correct is. Eiser heeft geen recht op een hoger bedrag, omdat zijn vermogen op € 0,- is vastgesteld en zijn draagkracht nihil is.
De rechtbank concludeert dat het beroep van eiser ongegrond is en dat hij geen recht heeft op een hogere bijzondere bijstand voor griffiekosten dan het al toegekende bedrag. De uitspraak is gedaan door mr. K. de Meulder en is openbaar uitgesproken op 21 februari 2024.