ECLI:NL:RBMNE:2024:9

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
3 januari 2024
Publicatiedatum
2 januari 2024
Zaaknummer
UTR 23/3485-T2
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak inzake verlenging termijn voor herstel van besluit in bestuursrechtelijke procedure

Op 3 januari 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een tussenuitspraak gedaan in de zaak tussen meerdere eisers en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal. Deze uitspraak volgde op een eerdere tussenuitspraak van 21 december 2023, waarin het college werd opgedragen om binnen acht weken het gebrek in het bestreden besluit te herstellen. Het college heeft op 28 december 2023 verzocht om een verlenging van deze termijn met twee weken, omdat het door de feestdagen en de kerstvakantie nog niet in staat was geweest om het noodzakelijke geluidsonderzoek uit te laten voeren.

De rechtbank heeft het verzoek om verlenging van de termijn beoordeeld en vastgesteld dat het college dit verzoek binnen de oorspronkelijke termijn heeft ingediend. De rechtbank oordeelt dat de reden voor het verzoek, namelijk de feestdagen en de kerstvakantie, een bijzondere omstandigheid vormt die de verlenging van de termijn rechtvaardigt. De rechtbank heeft daarom besloten om het college in de gelegenheid te stellen om uiterlijk 1 maart 2024 het gebrek te herstellen, met inachtneming van de overwegingen en aanwijzingen uit de eerdere tussenuitspraak.

De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak op het beroep. De uitspraak is gedaan door rechter R.C. Stijnen, in aanwezigheid van griffier B.M.M. Tijink, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Tegen deze tussenuitspraak kan nog geen hoger beroep worden ingesteld, maar dit kan wel tegelijkertijd met een eventueel hoger beroep tegen de einduitspraak in deze zaak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/3485-T2

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 januari 2023 in de zaak tussen

[eiser sub 1] ,

[eiser sub 2] ,
[eiser sub 3] ,
[eiser sub 4],
Allen uit [plaats] , eisers
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal, verweerder
(gemachtigde: O.J. Klooster).
Als derde-partij neemt aan het geding deel:
Strukton Rail Equipment B.V.te Veenendaal (vergunninghouder)
(gemachtigde: mr. N. van Zanten-Engering).

Procesverloop

Bij tussenuitspraak van 21 december 2023 (de tussenuitspraak) heeft de rechtbank het college in de gelegenheid gesteld om binnen acht weken na verzending van de tussenuitspraak, met inachtneming van hetgeen in de tussenuitspraak is overwogen, het gebrek in het bestreden besluit te herstellen. Voor het verdere procesverloop verwijst de rechtbank naar die tussenuitspraak.
Bij e-mail van 28 december 2023 heeft het college de rechtbank bericht dat hij een nader onderzoek wil instellen om het zorgvuldigheids- en motiveringsgebrek in het bestreden besluit te herstellen. In verband met de feestdagen en de kerstvakantie heeft het college nog geen contact op kunnen nemen met de betrokken collega’s van de Odru om het feitelijk geluidsonderzoek uit te laten voeren. Het college vermoedt dat de door de rechtbank in de tussenuitspraak gegeven termijn om het gebrek te herstellen niet haalbaar is. Om die reden verzoekt het college om een verlenging van de termijn met twee weken.

Overwegingen

1. Het college heeft zijn verzoek om verlenging van de termijn om het gebrek te herstellen gedaan binnen de oorspronkelijke termijn die de rechtbank hiervoor heeft gesteld in de tussenuitspraak.
2. Slechts in bijzondere gevallen willigt de rechtbank zo'n verzoek om verlenging van de in de tussenuitspraak gestelde termijn in. Het verzoek om verlenging moet daarom zijn gemotiveerd.
3. De reden waarom het college de rechtbank verzoekt om verlenging van de termijn is dat het college in verband met de feestdagen en de kerstvakantie nog niet in de gelegenheid is geweest om de Odru in te schakelen voor het uitvoeren van een feitelijke geluidsonderzoek.
4. De rechtbank acht dit een bijzonder geval dat verlenging van de termijn rechtvaardigt.
5. De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan tot de einduitspraak op het beroep.

Beslissing

De rechtbank:
  • stelt verweerder in de gelegenheid om uiterlijk 1 maart 2024 het gebrek te herstellen met inachtneming van de overwegingen en aanwijzingen in de eerste tussenuitspraak;
  • houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van mr. B.M.M. Tijink, griffier. De beslissing is uitgesproken op 3 januari 2024 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Niet eens met deze tussenuitspraak?

Tegen deze tussenuitspraak staat nog geen hoger beroep open. Tegen deze tussenuitspraak kan hoger beroep worden ingesteld tegelijkertijd met hoger beroep tegen de (eventuele) einduitspraak in deze zaak.