ECLI:NL:RBMNE:2024:888
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit Tozo-uitkering niet-ontvankelijk verklaard wegens te late indiening
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 19 februari 2024, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht van 21 juni 2022, betreffende de Tozo-uitkering, behandeld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het te laat is ingediend en dit niet verschoonbaar is. De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken, die begint op de dag na de bekendmaking van het besluit. In dit geval is het besluit op 22 juni 2022 bekendgemaakt, waardoor de termijn eindigde op 3 augustus 2022. Eiser heeft pas op 26 december 2023 beroep ingesteld, wat dus niet tijdig is.
Eiser heeft aangevoerd dat hij dacht een advocaat nodig te hebben voor het indienen van beroep, maar de rechtbank stelt vast dat het inschakelen van een advocaat in bestuursrechtelijke procedures niet verplicht is. Eiser heeft geen geldige reden gegeven voor de te late indiening van zijn beroep. De rechtbank legt uit dat de omstandigheden die eiser heeft aangevoerd, zoals het niet kunnen betalen van een advocaat en verkeerde informatie over de noodzaak van een advocaat, niet als verschoonbaar kunnen worden aangemerkt. De rechtbank verklaart het beroep daarom niet-ontvankelijk, wat betekent dat er geen inhoudelijke beoordeling van de zaak plaatsvindt. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, in aanwezigheid van mr. N.R. Hoogenberk, griffier, en is openbaar uitgesproken op 19 februari 2024. Partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak, met inachtneming van de wettelijke termijnen.