In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen, omdat verweerder volgens hem niet tijdig heeft beslist op zijn aanvraag van 20 januari 2022 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, heeft op 16 februari 2024 uitspraak gedaan in deze enkelvoudige kamer. Eiser heeft op 25 september 2023 beroep ingesteld, nadat verweerder in gebreke was gesteld op 10 maart 2023. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat verweerder alsnog een besluit moet nemen. De rechtbank heeft bepaald dat verweerder dit moet doen binnen zes weken na de uitspraak en dat er een dwangsom van € 100,- per dag moet worden betaald voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiser krijgt ook een vergoeding voor de proceskosten van € 218,75 en het betaalde griffierecht van € 50,- moet aan hem worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.