In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 16 februari 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld omdat verweerder, de Belastingdienst/Toeslagen, niet tijdig had beslist op haar aanvraag van 1 juli 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat verweerder alsnog een besluit moet nemen. De rechtbank heeft bepaald dat verweerder dit binnen zes weken na de uitspraak moet doen, met een dwangsom van € 100,- per dag voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, tot een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 218,75, en het door haar betaalde griffierecht van € 50,- moet ook worden vergoed. De rechtbank heeft de termijnen voor het nemen van besluiten in overeenstemming gebracht met eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die nadere beslistermijnen heeft vastgesteld voor dit soort zaken. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun mogelijkheden om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.