In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 12 januari 2024, is het beroep van eiser gegrond verklaard. Eiser had beroep ingesteld omdat de Belastingdienst/Toeslagen niet tijdig had beslist op zijn bezwaar van 24 oktober 2022 tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat eiser meer dan twee weken na de ingebrekestelling, bij brief van 25 juli 2023, beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft besloten dat de Belastingdienst/Toeslagen alsnog een besluit moet nemen binnen zes weken na de verzending van de uitspraak. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiser krijgt een vergoeding voor de proceskosten van € 218,75 en het door hem betaalde griffierecht van € 50,- moet door verweerder worden vergoed. De rechtbank heeft de termijnen voor het nemen van besluiten op bezwaar vastgesteld in lijn met eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.