ECLI:NL:RBMNE:2024:789
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling beroep tegen WOZ-waarde van onroerende zaak met compromis over waarde woning
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Midden-Nederland het beroep van eiser tegen de hoogte van de WOZ-waarde van de onroerende zaak aan de [adres] te [plaats]. De heffingsambtenaar had in een beschikking van 25 februari 2022 de waarde van de woning vastgesteld op € 264.000,- naar de waardepeildatum 1 januari 2021. Eiser, eigenaar van de woning, maakte bezwaar tegen deze beschikking, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard in de uitspraak op bezwaar van 31 januari 2023. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
De behandeling van het beroep vond plaats op een online zitting op 11 januari 2024, waar de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van de heffingsambtenaar, samen met een taxateur, aanwezig waren. De rechtbank constateert dat partijen bij wijze van compromis overeenstemming hebben bereikt over de waarde in het economisch verkeer van de woning, die op de waardepeildatum 1 januari 2021 € 240.000,- bedraagt. De rechtbank sluit zich aan bij dit compromis en oordeelt dat de heffingsambtenaar in de proceskosten moet worden veroordeeld.
De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en vermindert de WOZ-waarde van de woning tot € 240.000,-. Tevens wordt de heffingsambtenaar veroordeeld tot betaling van het griffierecht en proceskosten aan eiser. De uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg en is openbaar uitgesproken op 16 februari 2024.