ECLI:NL:RBMNE:2024:764
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet tijdig betalen van griffierecht
Op 16 februari 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, een inwoner van [plaats], en de Belastingdienst/Toeslagen. Eiseres had beroep ingesteld omdat zij van mening was dat de Belastingdienst niet tijdig had beslist op haar aanvraag van 17 mei 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat eiseres het griffierecht van €50,- niet had betaald, wat een vereiste is voor de behandeling van het beroep. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat de zaak niet inhoudelijk kon worden behandeld zonder betaling van het griffierecht.
De rechtbank heeft eiseres op 6 oktober 2023 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen twee weken betaald moest worden. Deze brief was echter niet traceerbaar. Op 29 november 2023 werd een tweede aangetekende brief verzonden, maar deze werd als onbestelbaar geretourneerd. Aangezien het griffierecht niet op tijd was ontvangen en eiseres geen geldige reden had gegeven voor de late betaling, kon de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaren op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft beslist dat er geen proceskostenvergoeding zal plaatsvinden, maar dat het te laat betaalde griffierecht aan eiseres zal worden terugbetaald. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.