4.3Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak feit 2
De rechtbank acht niet overtuigend bewezen dat verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan en zal verdachte hiervan vrijspreken. Uit de inhoud van de stukken in het dossier volgt dat de persoon die op 2 december 2023 is binnengedrongen in de woning van aangeefster is te zien op camerabeelden van een bedrijf in de straat van aangeefster. Het dossier bevat twee processen-verbaal van agenten die hebben opgeschreven deze persoon, onder meer op basis van gezichtskenmerken, te herkennen als verdachte. De camerabeelden bevinden zich niet in het dossier en slechts de herkenning door één agent is in het dossier te controleren op basis van een screenshot
.Op dat screenshot is op een behoorlijke afstand een wegfietsende persoon te zien waarvan het gezicht niet (herkenbaar) in beeld is. Verdere informatie over waarop de agenten een herkenning hebben gebaseerd ontbreekt. Het screenshot is naar het oordeel van de rechtbank niet geschikt om een controleerbare herkenning op te baseren. Bij gebrek aan ander bewijs voor betrokkenheid van verdachte bij dit feit kan naar het oordeel van de rechtbank niet buiten redelijke twijfel worden vastgesteld dat verdachte zich hieraan schuldig heeft gemaakt.
Bewijsmiddelen feit 1
[benadeelde 1]heeft aangifte gedaan. Hij heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Ik woon aan de [adres] in [woonplaats] . Op 21 januari 2024, zag ik dat er vannacht beweging gedetecteerd was. Ik bekeek de beelden en zag dat er een man vanaf de stoep voor ons huis naar de voordeur liep. Ik zag dat de man een ijzeren draad pakte en hiermee poogde via de brievenbus de voordeur te openen.
Verbalisant [verbalisant 1]heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd:
Op de camerabeelden is te zien dat de persoon aan komt lopen op 21 januari 2024. Dat de persoon vervolgens een lang stuk dun ijzer uit zijn jas haalt. Ik zag dat de persoon met dit dunne stuk ijzer door de brievenbus gaat.
Bij het zien van de camerabeelden herkende ik de persoon direct als zijnde:
[verdachte] , geboren op [1964] . Wonende aan de [adres] te [woonplaats]
Ik heb [verdachte] op 16 oktober 2022 aangehouden voor heling op zijn woonadres. Hierdoor herkende ik hem aan zijn opvallend grote neus, zijn snor en zijn ingevallen gezicht. Opvallend voor mij zijn zijn ingevallen jukbeenderen.
Bewijsmiddelen feit 3 primair
[aangever 1]heeft aangifte gedaan. Hij heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Op 2 december 2023 was ik aan het werk in mijn restaurant [restaurant] , gevestigd in De Bilt. Ik hoorde dat [A] tegen mij zei dat er een man achter in het magazijn was die spullen pakte. Ik belde mijn partner, [B] , hierop op om toch even de camerabeelden te kijken wat er gebeurd was. Ik hoorde dat ze zag dat een onbekende man verschillende flessen drank uit een schap haalde en in een krat deed.
Verbalisant [verbalisant 2]heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd:
Op de beelden zag ik dat de datum ‘2 december 2023’ in beeld stond. Vervolgens zag ik het volgende:
Op 15:49 uur zag ik een man binnen komen lopen. Ik herkende de man direct als zijnde [verdachte] , wonende op de [adres] te [woonplaats] . Ik zag dat [verdachte] richting de uitgang liep, maar daarvoor nog een flesje uit een doosje pakte. Daarop zag ik dat [verdachte] met het laatst gepakte flesje naar de uitgang liep en uit beeld verdween.
Verdachteheeft ter terechtzitting van 6 mei 2024 onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
U houdt mij de foto op pagina 105 van het dossier voor en vraag mij of ik mijzelf herken. Ja, dat ben ik.
Bewijsmiddelen feit 4
[aangever 2]heeft aangifte gedaan. Hij heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Ik ben bedrijfsleider van de [winkel] aan de [adres] in [vestigingsplaats] . Op 27 november 2023 hebben collega's van mij de winkel geheel in goede staat afgesloten. Op 28 november 2023 kwam de leverancier producten leveren. De leverancier verklaarde dat toen hij naar het magazijn liep zag dat de nooddeur opengebroken was. De nooddeur stond open en de rode hendel lag op de grond.
Verbalisant [verbalisant 3]heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd:
Op 22 januari 2024 nam ik contact op met aangever [verbalisant 3] . Hij verklaarde dat er inderdaad een kassa weg was genomen. Dit betreft een kassa met een lade.
Verbalisant [verbalisant 4]heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd:
Op 27 november 2023, vond er een inbraak plaats bij de [winkel] te De Bilt. In het pand zijn bewakingscamera's aanwezig. Op 6 januari 2024 werden de beschikbaar gestelde opnamen door mij, verbalisant, bekeken.
23.44.12Verdachte komt in beeld vanuit rechterzijde, lijkt een rugzak te dragen
23.44.46Verdachte heeft een breekijzer gelijkend voorwerp in zijn hand en wrikt aan de kassa lade.
23.45.07Verdachte pakt kassa lade.
23.45.11Verdachte loopt weg van de kassa en kijkt nog een keer in de richting van de kassa.
Verbalisant [verbalisant 5]heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd:
1 persoon op de still te zien. Deze staat achter de toonbank waar de kassa zich bevindt en zijn gezicht is gericht naar de camera. Op still 1 herken ik: [verdachte] .
Achternaam : [verdachte]
Voornamen : [voornaam]
Geboren : [1964]
Geboorteplaats : [geboorteplaats] in Marokko
Ik ken hem vanuit mijn werkzaamheden als wijkagent in gemeente De Bilt, waar [verdachte] woonachtig is. Ik heb [verdachte] sinds ik wijkagent ben in gemeente De Bilt, dit is ongeveer vanaf 2017, vele keren gesproken op straat. Ook heb ik verdachte [verdachte] aangehouden en ben ik bij hem thuis geweest.
Ik herkende hem aan het totaalbeeld van zijn kenmerken. Ik herkende [verdachte] aan zijn voorovergebogen loopje, zijn ingevallen gezicht, zijn kenmerkende zwarte snor. Aan zijn herkenning droegen de volgende specifieke kenmerken bij: Met name herkent een zijn, voor mij, zeer herkenbare gezichtsvorm (ingevallen) in combinatie met zijn zwarte snor.