ECLI:NL:RBMNE:2024:763
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet-betaling griffierecht in bestuursrechtelijke zaak
Op 16 februari 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, een inwoner van [plaats], en de Belastingdienst/Toeslagen als verweerder. Eiser had beroep ingesteld omdat hij van mening was dat de Belastingdienst niet tijdig had beslist op zijn aanvraag van 18 februari 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft echter besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat eiser het griffierecht van € 50,- niet had betaald. Dit griffierecht is verplicht volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft eiser op 8 september 2023 een aangetekende brief gestuurd waarin hij werd geïnformeerd dat hij het griffierecht binnen twee weken moest betalen. Aangezien de rechtbank het bedrag niet had ontvangen en eiser geen geldige reden had gegeven voor de niet-betaling, kon de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is op basis van artikel 8:54 Awb.
De beslissing van de rechtbank houdt in dat er geen proceskostenvergoeding wordt toegekend, en de rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk. Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, rechter, in aanwezigheid van L.M. Kalkman, griffier, en is openbaar uitgesproken op 16 februari 2024. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.