In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 16 februari 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat zij van mening was dat verweerder niet tijdig had beslist op haar aanvraag van 19 april 2022 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden. Eiseres had verweerder op 3 mei 2023 in gebreke gesteld, en het beroep werd pas op 2 november 2023 ingediend, meer dan twee weken na deze ingebrekestelling.
De rechtbank heeft bepaald dat verweerder alsnog een besluit moet nemen, en dit moet in principe binnen twee weken na verzending van de uitspraak gebeuren. De rechtbank heeft ook een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat verweerder de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast is verweerder veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 218,75, en het betaalde griffierecht van € 50,- moet aan eiseres worden vergoed.
De rechtbank heeft de termijnen voor het nemen van besluiten door verweerder vastgesteld in overeenstemming met eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Dit betreft de termijn voor het doen van een vooraankondiging en het nemen van een besluit op de aanvraag van eiseres. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.