ECLI:NL:RBMNE:2024:7604
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om afkoelingsperiode in faillissementsprocedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 20 december 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot afkondiging van een afkoelingsperiode ex artikel 376 van de Faillissementswet (Fw) door de besloten vennootschap [verzoekster] B.V. Het verzoek is ingediend in het kader van een besloten akkoordprocedure, waarbij [verzoekster] heeft aangegeven in financiële problemen te verkeren en niet in staat te zijn haar schulden te voldoen. De rechtbank heeft vastgesteld dat [verzoekster] niet aan de vereisten voor toewijzing van de afkoelingsperiode heeft voldaan. De rechtbank heeft de noodzaak voor de afkoelingsperiode onvoldoende aannemelijk geacht, mede omdat [verzoekster] niet heeft kunnen aantonen dat de belangen van de gezamenlijke schuldeisers gediend zijn bij het afkondigen van de periode. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat er geen serieuze stappen zijn gezet richting een akkoord en dat de liquiditeitspositie van [verzoekster] tijdens de afkoelingsperiode zou verslechteren. De rechtbank heeft het verzoek tot afkondiging van de afkoelingsperiode dan ook afgewezen, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling.