Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
[eiseres],
[gedaagde] ,
1.De procedure
Voegvullingen: er zijn geen dilataties gevuld terwijl deze wel in de begroting zijn opgenomen.”Deze verklaring sluit aan op de bevinding van [A] tijdens een bezoek op 2 maart 2022 aan de bouwplaats naar aanleiding waarvan destijds in het VEH-opleveringsrapport van 2 maart 2022 is opgenomen: “
Gevels, dilatatievoeg ontbreekt; verrekenen met meer- en minderwerk.” Omdat [eiseres] de verklaring van 11 oktober 2023 bij antwoordakte niet meer heeft bestreden, en daar ook geen andersluidende verklaring tegenover heeft geplaatst, is [gedaagde] in het bewijs van de tekortkoming geslaagd.
hierbij de aangepaste meer- / minderwerklijst tot nu toe zoals besproken”, en “
aanpassingen binnendeuren en -kozijnen”. Die aanpassingen komen overeen met de wijziging waarover [C] heeft verklaard.
RAL9016 glad (geen folie)”.
RAL9010 generfde folie” is doorgehaald, en is bijgeschreven “
geen folie”. Ook verklaren zij dat [D] diezelfde dag de offerte met de handgeschreven aanpassingen per e-mail naar [onderneming 2] heeft verzonden met het verzoek de offerte aan te passen.
“het gevolg van een constructieve aanpassing welke [eiseres] medio oktober van [onderneming 6] bereikte”was. Dit is de reden geweest om [eiseres] met het bewijs van die stelling te belasten.
nietvoortvloeide uit de aangepaste tekeningen die hij op 8 oktober 2020 van [E] van [onderneming 6] ontving. Getuige [G] heeft verklaard dat hij een eerste offerte voor het staal op 19 oktober 2020 aan [eiseres] heeft gestuurd en dat op 25 februari 2021 een meerprijsopgave is gedaan vanwege de vervanging van houten door stalenliggers. Die stalen liggers betroffen volgens getuige [C] de kapconstructie nadat het de kapconstructeur gebleken was dat de constructieve tekeningen waarop een eerdere offerte was gebaseerd een constructiefout bevatte. Die fout betrof het gebruik van houten liggers. Volgens [G] betrof dat een fout in de constructieve tekeningen van [gedaagde] of van de constructeur van [gedaagde] .