ECLI:NL:RBMNE:2024:7591

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
5 maart 2024
Publicatiedatum
26 februari 2025
Zaaknummer
16/117617-20
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden en wijziging van het alcoholverbod

Op 5 maart 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak van de ter beschikking gestelde [betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1992. De rechtbank heeft de termijn van de terbeschikkingstelling met voorwaarden met twee jaar verlengd. Dit besluit is genomen op basis van een vordering van de officier van justitie van 25 januari 2024, die de verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden heeft verzocht. De rechtbank heeft de adviezen van de reclassering en deskundigen in overweging genomen, waaruit blijkt dat er nog steeds sprake is van een stoornis bij betrokkene, te weten schizofrenie en een stoornis in het gebruik van cannabis. Het recidivegevaar is ingeschat als laag, maar kan toenemen bij beëindiging van de maatregel. De rechtbank heeft geen reden om aan de adviezen te twijfelen en heeft deze overgenomen. Daarnaast is de voorwaarde met betrekking tot het alcoholverbod gewijzigd, zodat betrokkene onder controle van de reclassering alcohol kan gebruiken. De rechtbank oordeelt dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen een verlenging van de terbeschikkingstelling eist, en dat de voorwaarden proportioneel en subsidiar zijn.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/117617-20 (vordering verlenging tbs)
Beslissing op grond van artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering van de meervoudige kamer voor strafzaken van 5 maart 2024
in de zaak van de officier van justitie tegen de ter beschikking gestelde:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1992 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [postcode] te [plaats] ,
hierna te noemen: betrokkene.

1.De stukken

De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
  • het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 10 maart 2022 waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met voorwaarden, omdat hij zich schuldig heeft gemaakt aan bedreiging met brandstichting en aan belaging, meermalen gepleegd;
  • stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling is ingegaan op 10 maart 2022;
  • de vordering van de officier van justitie van 25 januari 2024, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden met twee jaar;
  • het reclasseringsadvies van Leger des Heils van 10 januari 2024, opgemaakt door [deskundige] , reclasseringswerker, inhoudend het advies om de terbeschikkingstelling met voorwaarden te verlengen met twee jaar;
  • het Pro Justitia-rapport van 25 november 2023, opgemaakt door E.A.M. Schouten, psychiater;
  • de voortgangsverslagen betreffende betrokkene, over de periode 10 maart 2022 tot en met 10 december 2023.

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De behandeling van de zaak heeft op 5 maart 2024 ter terechtzitting plaatsgevonden. Daarbij zijn gehoord:
  • de officier van justitie, mr. S. Mirshahi;
  • betrokkene, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. C.C.A. Stallen, advocaat te Eindhoven;
  • de aan de reclassering verbonden deskundige, [deskundige] .

3.Het standpunt van de reclassering

Het standpunt van de reclassering blijkt uit het onder 1 genoemde rapport. De deskundige heeft ter zitting het advies van de reclassering toegelicht. Het standpunt luidt – zakelijk weergegeven – dat er bij de betrokkene nog steeds sprake is van een stoornis. Ook is het recidiverisico nog aanwezig. De reclassering sluit zich hiervoor aan bij de inschatting van de onafhankelijke deskundige. Dit risico wordt ingeschat als laag, maar wanneer de maatregel per direct zou eindigen neemt het risico naarmate de tijd vordert toe. Het advies luidt de terbeschikkingstelling te verlengen voor de duur van twee jaar.
Het advies luidt daarnaast om de voorwaarde ten aanzien van het alcoholverbod te wijzigen, in die zin dat het alcoholverbod wordt omgezet in een voorwaarde waarbinnen betrokkene alcohol kan nuttigen en daarbij meewerkt aan controle van het gebruik van alcohol .

4.Het standpunt van de niet aan de reclassering verbonden deskundige

De deskundige concludeert dat er bij betrokkene nog steeds sprake is van een stoornis. De deskundige acht het recidiverisico bij het voortzetten van de maatregel met relatief veel beschermende factoren in als laag. Bij een beëindiging van de terbeschikkingstelling zal de stress bij betrokkene snel kunnen toenemen met instabiliteit als gevolg. De kans op recidive zal dan, naarmate de tijd vordert, toenemen naar matig. Het advies luidt de terbeschikkingstelling te verlengen voor de duur van twee jaar.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft naar aanleiding van het verhandelde ter zitting haar vordering strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar gehandhaafd en tevens verwezen naar de adviezen van de reclassering en deskundig in dit verband. De officier van justitie heeft daarnaast gevorderd om de voorwaarde met betrekking tot alcohol te wijzigen, zoals door de reclassering is geadviseerd.

6.Het standpunt van de verdediging

De verdediging kan zich vinden in de vordering van de officier van justitie.

7.Het oordeel van de rechtbank

Stoornis en recidivegevaar
Uit het verlengingsadvies en de Pro Justitia-rapportage blijkt dat er nog steeds sprake is van een stoornis bij betrokkene, te weten schizofrenie en een stoornis in het gebruik van cannabis, in remissie in een gereguleerde omgeving.
Het recidivegevaar wordt binnen het huidige tbs-kader ingeschat als laag en zal bij beëindiging van de maatregel oplopen naar matig.
De rechtbank heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van de adviezen te twijfelen en neemt deze over.
Verlenging
Gelet op het advies van de reclassering en de niet aan de reclassering verbonden deskundige en hetgeen overigens ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen verlenging van de terbeschikkingstelling eist. Zij is van oordeel dat wordt voldaan aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit.
Uit de rapportages en het verhandelde ter terechtzitting komt naar voren dat betrokkene gemotiveerd is voor behandeling en relatief snel het klinische traject heeft doorlopen. Tijdens de behandelingen is het ziektebesef en -inzicht gegroeid. Hij heeft doorleeft spijt over het indexdelict. Daarnaast ervaart betrokkene angst om opnieuw een psychose te krijgen en de controle te verliezen. Dat maakt hem vastbesloten om zijn medicatie trouw in te nemen. Betrokkene stelt zich prettig en open op in contact met de reclassering en kan goed kan benoemen wat risicosignalen voor hem zijn, en hierop anticiperen. Betrokkene is abstinent van softdrugs. Hij kan goed benoemen wat het belang is om niet te gebruiken vanwege zijn ziektebeeld en wekt de indruk oprecht van plan te zijn om niet meer te gaan blowen.
Betrokkene verblijft sinds 11 september 2023 in een doorstroomwoning van [instelling] . Deskundige [deskundige] heeft op zitting toegelicht dat betrokkene op de wachtlijst staat voor een uitstroomwoning. Het is op dit moment nog onduidelijk wanneer betrokkene daar kan worden geplaatst. De uitstroomwoning betreft een zelfstandige woning waar begeleiding vanuit [instelling] mogelijk blijft. De deskundige heeft aangegeven dat deze stap onder voldoende toezicht moet plaatsvinden.
Betrokkene wil daarnaast zijn dagprogramma uitbreiden en uiteindelijk toewerken naar een volle werkweek van 32 uur met betaald werk. Bij het uitbreiden van de dagbesteding zal de druk en stress toenemen. Bij een toename van de stresserende omstandigheden neemt ook de kans op een ontregeling toe. Externe controle en begeleiding zijn derhalve in deze fase nog steeds nodig om de kans op een ontregeling, en in het verlengde daarvan de kans op recidive laag te houden. Het is nog niet helder wat de optimale balans tussen draagkracht en draaglast is, noch hoeveel hij op de verschillende levensgebieden aan kan. Bij een dreigende ontregeling zal blijken of betrokkene in staat is om zijn vroegsignalen tijdig te herkennen en dan hulp te vragen. De inschatting van de deskundigen is dat het tijdsbestek, vanwege de noodzaak tot geleidelijke uitbreiding van de dagbesteding en daarmee van de stresserende omstandigheden, meer dan een jaar in beslag zal nemen. Naast het verhogen van de druk ten aanzien van de dagbesteding, zal ook op het terrein van het wonen meer van hem gaan worden gevraagd. Zowel de Pro Justitia rapporteur als de reclassering adviseren om die reden de maatregel met twee jaar te verlengen.
Betrokkene heeft op de zitting aangegeven ziekte-inzicht te hebben en is het er mee eens dat de nieuwe verantwoordelijkheden geleidelijk moeten worden opgebouwd. Betrokkene wil graag dat de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd.
Gelet op al het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat niet valt te verwachten dat binnen een jaar beëindiging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden aan de orde zal zijn. De rechtbank heeft als uitgangspunt dat, wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling van betrokkene meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar, de terbeschikkingstelling - behoudens bijzondere omstandigheden - verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren. De rechtbank ziet in dit geval geen aanleiding om van dit uitgangspunt af te wijken en zal daarom de maatregel met twee jaren verlengen.
Wijziging van voorwaarde
Op grond van de gestelde voorwaarden is het betrokkene op dit moment niet toegestaan om alcohol te gebruiken. Volgens de rapportages is betrokkene tot nu toe enige jaren abstinent van alcohol. Betrokkene ervaart geen zucht, maar wil in de toekomst alcohol gebruiken. De reclassering acht het van belang dat nog binnen de maatregel kan worden onderzocht welke invloed (gematigd) alcoholgebruik heeft op de gemoedstoestand van betrokkene. Ook betrokkene zelf wil dit graag. De voorwaarde zou blijkens het reclasseringsrapport als volgt moeten luiden:
Betrokkene werkt mee aan controle van het gebruik van alcohol om het middelengebruik te beheersen. Alcoholgebruik mag niet leiden tot het niet kunnen houden aan andere voorwaarden en veelvuldig onderwerp van gesprek zijn. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd.
Desgevraagd heeft de deskundige ter zitting verklaard dat met de passage “
Alcoholgebruik mag niet leiden tot het (…) veelvuldig onderwerp van gesprek zijn.” bedoeld is uitdrukking te geven aan het feit dat betrokkene – op het moment dat betrokkene alcohol wil nuttigen – dat doet in veelvuldig overleg met de reclassering.
Betrokkene heeft ter zitting aangegeven het eens te zijn met de voorgestelde wijziging en zich hieraan te zullen houden.
De rechtbank deelt de visie van de deskundige en is van oordeel dat de voorwaarde dient te worden gewijzigd. De rechtbank zal de voorwaarde dan ook wijzigen in die zin dat voor betrokkene geen alcoholverbod meer geldt, maar dat betrokkene in overleg met en onder controle van de reclassering alcohol kan gebruiken.

8.De beslissing

De rechtbank:
 verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met voorwaarden van [betrokkene] met twee jaar;
 handhaaft de bij arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 10 maart 2022 gestelde voorwaarden met uitzondering van de voorwaarde met betrekking tot het alcoholverbod, welke als volgt wordt gewijzigd:
Betrokkene werkt mee aan controle van het gebruik van alcohol om het middelengebruik te beheersen. Alcoholgebruik mag niet leiden tot het niet kunnen houden aan andere voorwaarden. Over zijn wens alcohol te gebruiken en over het gebruik ervan treedt betrokkene veelvuldig in contact en overleg met de reclassering. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd.
Deze beslissing is genomen door mr. C. van de Lustgraaf, voorzitter, mr. N.M.H. van Ek en mr. E. Post, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. van Buel als griffier en direct in het openbaar uitgesproken op 5 maart 2024.
Mr. Van de Lustgraaf is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.