Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
1.De stukken
- het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 15 juni 2018, waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege (hierna: tbs met dwang) omdat hij zich schuldig heeft gemaakt aan doodslag;
- stukken waaruit blijkt dat de tbs is ingegaan op 28 februari 2019;
- de beslissing van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 8 juni 2023, waarbij de termijn van tbs met dwang voor het laatst is verlengd met een jaar;
- de vordering van de officier van justitie van 25 januari 2024, die strekt tot verlenging van de tbs met dwang met een jaar;
- het verlengingsadvies van [inrichting] van 21 december 2023, opgemaakt door [A] (eerste geneeskundige) en [B] (directeur behandeling), inhoudend het advies om de tbs met dwang te verlengen met een jaar en (op voorwaarden) te beëindigen;
- de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene, over de periode 21 oktober 2022 tot en met 2 november 2023.
2.Het onderzoek ter terechtzitting
- de officier van justitie, mr. S. Mirshahi;
- de betrokkene, bijgestaan door zijn raadsman mr. N.A. Heidanus, advocaat te Groningen;
- de aan de inrichting verbonden deskundigen, [deskundige 1] (adviseur repatriëring) en [deskundige 2] (hoofdbehandelaar);
- (telefonisch) de deskundige van het ministerie van Justitie en Veiligheid van de afdeling Internationale Overdracht Strafvonnissen (hierna: IOS), [deskundige 3] .
3.Het standpunt van de inrichting
4.Het standpunt van de officier van justitie
5.Het standpunt van de verdediging
6.Het oordeel van de rechtbank
7.De beslissing
[betrokkene]met een jaar.