Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
1.De stukken
- het vonnis van deze rechtbank van 14 maart 2013 waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege (hierna: tbs met dwang) omdat hij zich schuldig heeft gemaakt aan vrijheidsberoving met zwaar lichamelijk letsel ten gevolge, verkrachtingen, (zware) mishandelingen en aanranding;
- het arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 3 maart 2014 tot bevestiging, voor zover hier van belang, van het vonnis van de rechtbank van 14 maart 2013;
- stukken waaruit blijkt dat de tbs is ingegaan op 28 februari 2018;
- de beslissing van deze rechtbank van 2 maart 2022, waarbij de termijn van tbs voor het laatst is verlengd met twee jaar;
- de vordering van de officier van justitie van 17 januari 2024, die strekt tot verlenging van de tbs met dwang met twee jaar;
- het verlengingsadvies van [verblijfplaats] van 4 december 2023, opgemaakt door [A ] (hoofd behandeling) en [B] (psychiater), inhoudend het advies om de tbs met dwang te verlengen met twee jaar;
- het Pro Justitia-rapport van het [instelling] (hierna: [instelling] ) van 15 maart 2023, opgemaakt door [C] , psychiater en [D] , psycholoog;
- de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene, over de periode 1 september 2022 tot en met 4 oktober 2023.
2.Het onderzoek ter terechtzitting
- de officier van justitie, mr. S. Mirshahi;
- de betrokkene, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. Y.H.G. van der Hut, advocaat te 's-Gravenhage;
- de aan de inrichting verbonden deskundige, mw. [A ] .
3.Het standpunt van de inrichting
4.Het standpunt van de niet aan de inrichting verbonden deskundigen
5.Het standpunt van de officier van justitie
6.Het standpunt van de verdediging
7.Het oordeel van de rechtbank
8.De beslissing
[betrokkene]met twee jaar.