Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
1.De stukken
- het vonnis van deze rechtbank van 8 maart 2013 waarbij betrokkene is veroordeeld tot een gevangenisstraf en terbeschikkingstelling met voorwaarden omdat hij zich schuldig heeft gemaakt aan feitelijke aanranding van de eerbaarheid;
- stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden is ingegaan op 8 maart 2013;
- de beslissing van deze rechtbank van 19 maart 2015, waarbij de rechtbank de verpleging van overheidswege heeft bevolen;
- de beslissing van deze rechtbank van 16 februari 2022, waarbij de termijn van terbeschikkingstelling voor het laatst is verlengd met twee jaar;
- de vordering van de officier van justitie van 25 jan 2024, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar;
- het verlengingsadvies van [verblijfplaats] van 28 december 2023, opgemaakt door [A] (hoofd behandeling) en [B] (psychiater), inhoudend het advies om de terbeschikkingstelling met verpleging te verlengen met twee jaar;
- de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene, over de periode 1 januari 2022 tot en met 14 december 2023.
2.Het onderzoek ter terechtzitting
3.Het standpunt van de inrichting
4.Het standpunt van de officier van justitie
5.Het standpunt van de verdediging
6.Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank ziet in dit geval, gelet op het voorgaande, geen aanleiding om van dit uitgangspunt af te wijken en zal daarom de maatregel met twee jaren verlengen.
7.De beslissing
[betrokkene]met twee jaar.